3.2 Infectieziekten

• Verzorging
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Wiskunde Hoofdstuk: 3.2 Infectieziekten
1.	Lesopening
2.	Lesdoel + mini-check
3.	Arrangementen
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek van verzorging en open deze op blz. 44.

Huiswerk controle. 

2. Lesdoel

Aan het einde van de les weet je:

- wat zijn infectieziekten en hoe kan ik ze voorkomen?

- wat witte bloedcellen en antistoffen doen?

- wat is immuniteit en wat een vaccin doet.

Leergebied overstijgende doelen:

Denkvermogen:

- Weeg oplossingen tegen elkaar af en kies beargumenteerd een oplossing

Samenwerkend leren:

- kan het groepsbelang voor het eigen belang stellen

- Vervult verschillende rollen

Arrangementen

Indien je verdiept scoort mag je zelfstandig aan het werk.

De rest doet mee met de mini-check

Wat is een infectie?

1. Kan ontstaan door organismen die je met het blote oog kunt zien
2. Het is een ontsteking
3. Kan ontstaan door bacteriën
4. Het is het binnendringen van ziekteverwekkende micro-organismen in je lichaam

Stelling:

Een goede hygiëne is van belang om de kans op infectieziekten te verkleinen.

1. juist
2. onjuist

7. Maken witte bloedcellen ziekteverwekkers onschadelijk?

1. Ja
2. Nee

Je kunt op twee manieren immuun worden. Hoe noem je de immuniteit die ontstaat na vaccinatie?

1. natuurlijke immuniteit
2. kunstmatige immuniteit

Incubatietijd is de tijd ........

1. tussen besmetting en beter worden
2. tussen ziek zijn en beter worden
3. tussen besmetting en ziek worden

4. Instructie

Had je alle vragen goed, dan mag je alsnog zelfstandig aan het werk. 

De rest doet mee met de instructie. 

2. Infectieziekten

Infectieziekte is een besmettelijke ziekte. Mensen, dieren of dingen kunnen ziekteverwekkers met zich mee dragen. 

2. Witte bloedcellen

Witte bloedcellen vallen ziekteverwekkers aan. Andere witte bloedcellen maken antistoffen aan. Elk soort antistof werkt maar tegen een soort ziekteverwekker 

Natuurlijke immuniteit

Bij natuurlijke immuniteit word je immuun doordat je ziek bent en je lichaam antistoffen aanmaakt. Je lichaam kan deze ziekte niet nog een keer krijgen (waterpokken) 

Kunstmatige immuniteit

Bij kunstmatige immuniteit word je ingeënt tegen een ziekte. Er wordt een dode of verzwakte ziekteverwekker in je bloed gespoten: vaccin. Je lichaam maakt antistoffen aan. 

5. Begeleid inoefenen

Had je 0/1 vraag goed, dan maak je samen met mij opdracht 12, 15 en 16.

De rest maakt zelfstandig opdracht 12 t/m 18 op blz 41 t/m 44.

6. Zelfstandig werken

Je maakt nu zelfstandig opdracht 12 t/m 18 op blz. 41 t/m 44

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na.

Daarna lees je de samenvatting van deze en de vorige paragraaf door. 

7. Evaluatie 

Hoe ging de les?

Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?

Heb je nog ergens vragen over? 

- wat zijn infectieziekten en hoe kan ik ze voorkomen?

- wat witte bloedcellen en antistoffen doen?

- wat is immuniteit en wat een vaccin doet.

Huiswerk

Huiswerk:

3.2 opdracht 12 t/m 18