optellen met breuken

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 7

Wat gaan we doen?

optellen en aftrekken met breuken

Aan het eind van deze les kun je:

* optellen met gelijknamige breuken

* optellen met ongelijknamige breuken

Kijk de video

Op de volgende slide wordt uitgelegd hoe je gelijknamige breuken optelt

03:50

Hoeveel is 2/5 + 1/5?

1. 3/10
2. 3/5
3. 3/25
4. 4/5

05:25

hoeveel is 2/9 + 4/9?

1. 4/7
2. 6/18
3. 6/9
4. 8/9

06:36

Hoeveel is 4/6 + 2/6?

1. 1/6
2. 6/12
3. 5/6
4. 1

07:24

Hoeveel is 3/8 + 1/8?

1. 1/2
2. 4/16
3. 7/8
4. 4/8

Dus:

- bij het optellen van gelijknamige breuken kun je de tellers optellen

- De noemers blijven altijd hetzelfde

Hoe zit dat met ongelijknamige breuken?

kijk het filmpje

beantwoord de vragen tijdens het filmpje

01:21

Bij breuken optellen moet je de breuken gelijknamig maken

1. Waar
2. Niet waar

02:10

wat is 3/18+ 4/18 ?

1. ​9​​4​​
2. ​18​​8​​
3. ​18​​7​​
4. ​36​​16​​

3/8-2/8=

1. 1/8
2. 3/8
3. 2/8
4. 1/4

6/9-2/9=

1. 1/9
2. 4/9
3. 2/9
4. 1/9

9/10-7/10=

1. 3/10
2. 4/10
3. 2/10
4. 1/10

Er zwemmen 10 kleine visjes, eentje verdrinkt. Hoeveel zijn er nog over?

Hoeveel is 3/7 erbij 2/7?

1. 5/14
2. 6/14
3. 5/7
4. 6/7

Hoeveel is 1/2 erbij 1/8?

1. 2/10
2. 5/8
3. 2/16
4. 2/4

Denk je dat je nu weet hoe je breuken moet optellen?

1. nee
2. alleen gelijknamige breuken
3. ik kan het bijna
4. ja