8.3 Je bloed vervoert

8.3 je bloed vervoert 
Leerdoelen:
Je kunt beschrijven hoe je bloed stoffen vervoert.
Je kunt de bouw van het hart en de route van het bloed door je hart beschrijven.
Je kunt beschrijven hoe het hart klopt. 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

8.3 je bloed vervoert 
Leerdoelen:
Je kunt beschrijven hoe je bloed stoffen vervoert.
Je kunt de bouw van het hart en de route van het bloed door je hart beschrijven.
Je kunt beschrijven hoe het hart klopt. 

Slide 1 - Tekstslide

Herhalen vorige les 

Slide 2 - Tekstslide

Hoe vervoert je bloed stoffen?
Volwassenen hebben tussen de 5 en 6 liter bloed
in hun lichaam. Een baby ongeveer 400 ml.
Bloed vervoert voedingsstoffen en zuurstof naar de organen en voert afvalstoffen weg. 
Bij het vervoer zijn de stoffen opgelost in je bloed en is zuurstof vastgehecht aan de rode bloedcellen.

Slide 3 - Tekstslide

Bloed bestaat uit:

  1. Bloedplasma= waterige deel, vervoer : voedingsstoffen, afvalstoffen, hormonen
  2. Bloedplaatjes: zorgen voor genezing van een wond: korstje 
  3. Bloedcellen: 
  • rode bloedcellen: vervoer van zuurstof, d.m.v. de stof hemoglobine
  • witte bloedcellen: vernietigen bacteriën en andere ziekteverwekkers  
  


Slide 4 - Tekstslide

Hemoglobine 

  • Hemoglobine: rode kleurstof in rode bloedcellen
  • In hemoglobine zit ijzer
  • Zuurstof hecht aan het ijzer in hemoglobine

Slide 5 - Tekstslide

Het hart
Boezems, Kamers
Bloedvaten.

Aders en slagaders
Longslagader, Longader
Aorta, Hole ader

Hartkleppen en slagaderkleppen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Je hart klopt
Je hart pomp het bloed door je lichaam. Een hartslag bestaat uit 3 stappen:
1. De boezems knijpen samen en pompen het bloed naar de kamers.
2.De kamers knijpen samen en pompen het bloed naar de longslagader en de aorta.
3. De hart neemt een pauze, waarin de boezems weer vollopen met bloed uit de aders.

Slide 8 - Tekstslide

0

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

8.3 
Maken opdr 1 t/m 10 

Slide 11 - Tekstslide

Afsluiter
Maak de volgende  "exit vragen":

Slide 12 - Tekstslide

Uit welke bestanddelen bestaat bloed?

Slide 13 - Open vraag

Vul de ontbrekende woorden in.
Een rode bloedcel vervoert ....1... in je bloed
Een bloedplaatjes helpt mee met het .....2.... van je bloed
A
1 = koolstofdioxide 2 = stollen
B
1 = zuurtof 2 = vervoeren
C
1 = zuurstof 2 = schoonmaken
D
1 = zuurstof 2 = stollen

Slide 14 - Quizvraag

rode bloedcel
witte bloedcel
bloedplaatje
Het bestrijden van ziekteverwekkers
Het laten stollen van bloed
Het transporteren van zuurstof

Slide 15 - Sleepvraag