2.4 Verstedelijking in Nederland

2.4 Verstedelijking in Nederland
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

2.4 Verstedelijking in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Stad en platteland
Vroeger een duidelijke scheiding tussen stad en platteland. 

De stad heeft invloed op het platteland rondom de stad, noemen we overgangsgebied. 

Slide 2 - Tekstslide

Stedelijke uitbreiding 
De stad slokt de omliggende dorpjes op. 

Voorbeeld: Groningen en Hoogkerk

Noemen we een agglomeratie

Slide 3 - Tekstslide

Stedelijk netwerk 
stadsgewest
De dorpjes erom heen hebben een sterke relatie met de grote stad in het midden. Voor: voorzieningen, werkgelegenheid ed. 
stedelijk netwerk
Stadsgewesten komen steeds dichter bij elkaar te liggen. Er zijn nauwe contacten tussen. 

Slide 4 - Tekstslide

Verstedelijking Nederland
Urbanisatiegraad?
Urbanisatietempo?

Slide 5 - Tekstslide

Agglomeratie

Slide 6 - Tekstslide

Maastricht - Heerlen
Rooterdam - Den Haag - Amsterdam 
Hengelo - Enschede 
Eindhoven - TIlburg 
Groningen - Assen 
Arnhem - Nijmegen

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video


Welk begrip?
A
Stad
B
Agglomeratie
C
Stadsgewest
D
Stedelijk gebied

Slide 10 - Quizvraag

Een gebied met weinig bebouwing en veel open ruimte noem je?
A
Stad
B
Verstedelijking
C
Landelijk gebied
D
Agglomeratie

Slide 11 - Quizvraag

Als stadsgewesten (bijna) aan elkaar vastgegroeid zijn noem je dat?
A
Agglomeratie
B
Landelijk gebied
C
Een stedelijk gebied
D
De Randstad

Slide 12 - Quizvraag

Een kenmerk van een landelijk gebied is?
A
Er zijn veel voorzieningen
B
Verstedelijking
C
Agglomeratie
D
Er zijn weinig voorzieningen

Slide 13 - Quizvraag

Hoe noem je Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht samen?
A
Stadsgewest
B
De Randstad
C
Agglomeratie
D
Het Groene hart

Slide 14 - Quizvraag


Welk begrip?
A
Stad
B
Agglomeratie
C
Stadsgewest
D
Stedelijk gebied

Slide 15 - Quizvraag


Welk begrip?
A
Stad
B
Agglomeratie
C
Stadsgewest
D
Stedelijk gebied

Slide 16 - Quizvraag