Stunde 3 (Wdh, Wortschatz und Schreiben)

Coronawoche 4
Doel van de les: Je kunt in het Duits over je weekend en je vrije tijd schrijven. 

Opbouw van de les: We beginnen met drie korte opdrachten over de bezittelijke voornaamwoorden. Als je die opdrachten goed maakt, kun je meteen verder met woordenschatoefeningen over het thema "Freizeit", schrijf je daarna een tekst over je weekend en kijk je tot slot een video over skieën. Als je nog extra uitleg over de bezittelijke voornaamwoorden nodig hebt, krijg je eerst de uitleg via zoom en ga je daarna verder met woordenschatoefeningen. 

Wat heb je nodig? Deze presentatie, evtl je werkboek, de online versie van ons boek  
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Coronawoche 4
Doel van de les: Je kunt in het Duits over je weekend en je vrije tijd schrijven. 

Opbouw van de les: We beginnen met drie korte opdrachten over de bezittelijke voornaamwoorden. Als je die opdrachten goed maakt, kun je meteen verder met woordenschatoefeningen over het thema "Freizeit", schrijf je daarna een tekst over je weekend en kijk je tot slot een video over skieën. Als je nog extra uitleg over de bezittelijke voornaamwoorden nodig hebt, krijg je eerst de uitleg via zoom en ga je daarna verder met woordenschatoefeningen. 

Wat heb je nodig? Deze presentatie, evtl je werkboek, de online versie van ons boek  

Slide 1 - Tekstslide

Übersetze: Hoe heet uw hond?

Slide 2 - Open vraag

Übersetze: Houd jij van je vriendin?

Slide 3 - Open vraag

Übersetze: Mijn ouders verkopen (=verkaufen) hun huis.

Slide 4 - Open vraag

Üben, üben, üben 
Kon je de zinnen op de vorige slides goed vertalen? Dan hoef je geen uitleg over de bezittelijke voornaamwoorden te volgen. 

Je maakt daarom nu eerst woordenschat-oefeningen en daarna ga je over je weekend schrijven: 
1. Mache online in Kapitel 2:  J Sprechen Aufgabe 62 + Wiederholung 13+14.
2. Mache K Schreiben Aufgabe 73.
3. Mache L Extra Hören und Sehen Aufgabe 78. 


Slide 5 - Tekstslide

mannelijk, onzijdig
der Mann, das Brot
ein Mann, ein Brot
kein Mann, kein Brot

De woorden "ein" en "kein" krijgen geen uitgang, als ze voor een mannelijk of onzijdig woord staan. 
vrouwelijk, meervoud
die Frau, die Kinder
eine Frau,     - 
keine Frau, keine Kinder

De woorden "ein" en "kein" krijgen de uitgang -e, als ze voor een vrouwelijk woord of woord in het meervoud staan. 

Slide 6 - Tekstslide

Bezittelijk voornaamwoord

Slide 7 - Tekstslide

De  bezittelijke voornaamwoorden
De bezittelijke voornaamwoorden krijgen dezelfde uitgangen als "ein" en "kein". Dus:
- geen uitgang bij m / o 
- een -e bij v / mv 


Slide 8 - Tekstslide

m
v
o
mv
ein Mann
eine Frau
ein Kind
kein Mann
keine Frau
kein Kind
keine Brote
mein Mann
deine Frau
unser Kind
meine Brote
ihr Mann
seine Frau
euer Kind
ihre Brote
unser Mann
meine Frau
Ihr Kind
seine Brote

Slide 9 - Tekstslide

Noteer hier wat je nu over de bezittelijke voornaamwoorden weet.

Slide 10 - Open vraag

Üben, üben, üben
Mache jetzt die folgenden Aufgaben online: 
Kapitel 2: Zum Schluss (D-toets) II 

Slide 11 - Tekstslide

Zum Schluss
Hausaufgabe:
1. Wiederhole (herhaal) auf WRTS: Hoofdstuk 2.0, Kapitel 2 JI
2. Lerne auf WRTS: Hoofdstuk 2.0, Kapitel 2 JII + JIII
3. Mache eine oder zwei Aufgaben für den online Wettbewerb Deutsch (de link staat bij het huiswerk op Magister) 

Slide 12 - Tekstslide