In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Stambomen
mannen zijn een vierkantje
vrouwen zijn een rondje
Slide 1 - Tekstslide
Stambomen
uitleg
Slide 2 - Tekstslide
Stambomen
Slide 3 - Tekstslide
Stambomen
Slide 4 - Tekstslide
Zoek uit welke eigenschap dominant is.
Tip: Zoek ouders met eenzelfde eigenschap die kinderen krijgen met de andere eigenschap.
De ouders hebben dan de dominante eigenschap (AA of Aa).
Zoek alle individuen die homozygoot recessief zijn. Plaats twee kleine letters (aa) in de vakjes bij deze personen.
Zet nu bij alle individuen met de dominante eigenschap één hoofdletter neer (A).
Beredeneer vervolgens op grond van wat je weet over de ouders en kinderen of je kunt bepalen of je voor het tweede gen een hoofdletter of een kleine letter moet gebruiken en zet die neer.
Als je niet weet wat het tweede gen is, zet dan een vraagteken neer.
Slide 5 - Tekstslide
www.bioplek.org
Slide 6 - Link
Slide 7 - Video
Of een koe roodbont is of zwartbont wordt bepaald door erfelijke factoren. Een koe en een stier, beide zwartbond en heterozygoot, krijgen twee nakomelingen. De nakomelingen krijgen samen een nakomeling die roodbont is. In de afbeelding zijn drie stambomen getekend. Welke stamboom kan de genotypen juist weergegeven?