Uitleg zelfstandig en hulpwerkwoord les 3 week 39 donderdag 28 september

Je leert het hulpwerkwoord en het zelfstandig werkwoord herkennen.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Je leert het hulpwerkwoord en het zelfstandig werkwoord herkennen.

Slide 1 - Tekstslide

Zelfstandig werkwoord

Wanneer een werkwoord in een zin de handeling aangeeft, dan is dat werkwoord een zelfstandig werkwoord. 

Het zelfstandig werkwoord is het belangrijkste werkwoord. 

Er staat altijd maar één zelfstandig werkwoord in een zin. (Vaak is het 't laatste werkwoord van de zin).


Slide 2 - Tekstslide

Hulpwerkwoord (HWW)
Een hulpwerkwoord is het hulpje van het zelfstandig werkwoord. 
Er kan altijd maar één zelfstandig werkwoord in een zin staan, maar
er mogen meerdere hulpwerkwoorden in een zin staan. 


Voorbeeld 1





Mijn zus wil graag leren tuinieren. 
Ik had gisteravond mijn huiswerk moeten maken. 

Slide 3 - Tekstslide

hulpwerkwoord of zelfstandig werkwoord?
Soms zie je niet meteen of een werkwoord een zww of een hww is. Doe dan het volgende:
1. Onderstreep de persoonsvorm
2. Laat de persoonsvorm weg.
3. Maak een zin met de werkwoorden die over zijn.
4. Ga door tot je één werkwoord over hebt: dit is het zelfstandig werkwoord (zww).

Slide 4 - Tekstslide

Zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik word bekeken
bekeken = .....
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 5 - Quizvraag

zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik heb gefietst
gefietst = .....
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 6 - Quizvraag

Zelf oefenen:
zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?
Ik heb gegeten
heb = .....
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 7 - Quizvraag

hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Kan
je
niet
beter
uitkijken!

Slide 8 - Sleepvraag

hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Hij 
heeft
weer
niet
geluisterd.

Slide 9 - Sleepvraag

hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Morgen
wordt
het
feest
gevierd.

Slide 10 - Sleepvraag

Wat is het zelfstandig werkwoord in de zin:
"Ik ga heel erg mijn best doen."
A
ga
B
mijn best
C
erg
D
doen

Slide 11 - Quizvraag

hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Zij
laten
hun
auto
morgen
repareren. 

Slide 12 - Sleepvraag

hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Haar
broers
zitten
me
altijd
te 
treiteren. 

Slide 13 - Sleepvraag

hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
Max
zou
dat
gedaan
kunnen
hebben.

Slide 14 - Sleepvraag

Wat is het zelfstandige werkwoord in de zin:
Ik had mijn telefoon vandaag mee naar school moeten nemen.

Slide 15 - Open vraag