Oorzaken en gevolgen

Welkom bij GS!
  1. Telefoon in de tas!
  2. Pak je laptop en schrift erbij.
  3. Kom in de LessonUp.

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij GS!
  1. Telefoon in de tas!
  2. Pak je laptop en schrift erbij.
  3. Kom in de LessonUp.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?
  1. Leerdoelen
  2. Oorzaken en gevolgen > wat is het ook alweer?
  3. Aanleiding en oorzaak
  4. Oorzaken op de korte/lange termijn
  5. Diamond ranking

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les weet je:
  1. Wat het verschil is tussen een aanleiding en een oorzaak. 
  2. Het verschil tussen oorzaken op de korte en op de lange termijn. 
  3. En kun je de oorzaken van de Eerste Wereldoorlog plaatsen in rangorde (belangrijke oorzaak-minder belangrijke oorzaak).

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Historische vaardigheid: Oorzaken en gevolgen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verzin zelf een oorzaak en een gevolg.
Hou het zo simpel en zo kort mogelijk.

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken en gevolgen
  • Oorzaken zijn de dingen die gebeuren vóór iets anders en die ervoor zorgen dat het gebeurt.
  • Waarom gebeurt iets?
  • Gevolgen zijn de dingen die gebeuren ná iets anders doordat het is gebeurd.
  • Wat gebeurt er daarna?

  • Het regent buiten hard.
  • Oorzaak: Veel donkere wolken in de lucht.
  • Gevolg: De straat staat onder water.

Slide 6 - Tekstslide

  • Beginnen bij de basis van oorzaken en gevolgen. 
  • Elke leerling moeten begrijpen wat oorzaken en gevolgen zijn en hier zelf een voorbeeld bij kunnen bedenken. 
  • Zonder deze basis kun je als docent niet dieper de lesstof in.
Koppel de zinsdelen: Is het een oorzaak of een gevolg?
oorzaak
gevolg
Je leert niet voor de toets.
Je haalt een onvoldoende.
De ruit gaat kapot.
Iemand gooit een bal tegen de ruit.
De wekker gaat niet af.
Je komt te laat op school.

Slide 7 - Sleepvraag

  • Een simpele werkvorm zodat de leerlingen de basis hebben geoefend over oorzaken en gevolgen.
Aanleiding en oorzaak
  • Een aanleiding is de laatste gebeurtenis (de druppel die de emmer doet overlopen). 
  • Oorzaken zijn de achterliggende gedachten. 

  • "Op maandagochtend brak er een staking uit onder de medewerkers van het openbaar vervoer. De directe aanleiding was het besluit van de directie om vakantiedagen in te korten. Al langer waren de medewerkers ontevreden over de hoge werkdruk, het personeelstekort en het uitblijven van loonsverhogingen."
  1. Wat is in dit bericht de aanleiding van de staking?
  2. Noem drie mogelijke oorzaken van de staking.
  3. Leg in je eigen woorden het verschil uit tussen een oorzaak en een aanleiding.
  4. Verzin zelf een aanleiding en oorzaak. 
timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

  • Verdieping in de lesstof. Leg het verschil uit tussen een aanleiding en een oorzaak. 
  • Laat de leerlingen oefenen door de tekst te verklaren. Hiervoor moeten ze begrijpend lezen om te kunnen verklaren. 
  • Laat de leerlingen tot slot zelf een voorbeeld bedenken over oorzaken en een aanleiding.
  • Bespreek klassikaal de antwoorden en laat leerlingen op elkaar reflecteren. 
Oorzaken: op de korte/lange termijn
  • Korte termijn: Oorzaken die kort voor de gebeurtenis liggen. 
  • Lange termijn: Oorzaken die al heel lang een rol spelen. 

  • Situatie: Een leerling van de CSG Prins Maurits wordt geschorst van school!
  1. Wat zou een korte termijn oorzaak kunnen zijn?
  2. Wat zou een lange termijn oorzaak kunnen zijn?

  • Situatie: Door de abolitionisten wordt de slavernij in 1863 afgeschaft.
  1. Wat zou een korte termijn oorzaak kunnen zijn?
  2. Wat zou een lange termijn oorzaak kunnen zijn?
timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

  • Verdieping geven in de lesstof. Het verschil tussen oorzaken op de lange termijn en oorzaken op de korte termijn. 
  • De leerlingen moeten aan de hand van 2 situaties zelf de oorzaken bedenken. 
  • Bespreek klassikaal de antwoorden en laat leerlingen op elkaar reflecteren. 
Diamond ranking
  • Tweetallen
  • Bekijk goed de oorzaken van WO1
  • Plaats de oorzaken in de diamond ranking
  • Vak 1 (bovenaan): De aanleiding.
  • Vak 2 t/m 6: Oorzaken op korte termijn.
  • Vak 7 t/m 9: Oorzaken op de lange termijn.
  • Leg je keuzes uit! Waarom?

  • Nationalisme, Militarisme, Bondgenootschappen, Imperialisme, Wapenwedloop, Moord op kroonprins Franz-Ferdinand, Propaganda van landen om andere landen vijandig te laten lijken, Frans-Duitse oorlog 1870-1871 &  Servië wilde bij Bosnië horen al sinds 1890.
Aanleiding
Oorzaak korte termijn
Oorzaak lange termijn
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

  • Samenwerkend leren en laten reflecteren op elkaar. 
  • Na 10 minuten vergelijken de tweetallen hun diamond ranking die met de buren achter/voor hun. Zo krijgen ze de mogelijkheid om hun diamond ranking aan te passen.
  • Bespreek de antwoorden klassikaal.
Leerdoelen
Aan het eind van deze les weet je:
  1. Wat het verschil is tussen een aanleiding en een oorzaak. 
  2. Het verschil tussen oorzaken op de korte en op de lange termijn. 
  3. En kun je de oorzaken van de Eerste Wereldoorlog plaatsen in rangorde (belangrijke oorzaak-minder belangrijke oorzaak).

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een aanleiding en een oorzaak?
Vertelt iets over wáárom iets gebeurt.
De directe reden van een gebeurtenis.
Aanleiding
Oorzaak 

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan antwoord geven op de leerdoelen:
LD1: Wat het verschil is tussen een aanleiding en een oorzaak.
LD2: Het verschil tussen oorzaken op de korte en op de lange termijn.
LD3: En kun je de oorzaken van de Eerste Wereldoorlog plaatsen in rangorde (belangrijke oorzaak-minder belangrijke oorzaak).
Ja!
Nee
Een beetje, wel bijna!

Slide 13 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Les 2

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom bij GS!
  1. Telefoon in de tas!
  2. Pak je laptop en schrift erbij.
  3. Kom in de LessonUp.
  4. Bekijk de afbeelding: bedenk zelf een mogelijk gevolg. 

Britse soldaat
In België rust een Britse soldaat uit in een met water gevulde loopgraaf. Uit opgravingen blijkt dat de soldaten er alles aan deden om hun voeten droog te houden en niet ten prooi te vallen aan ‘loopgravenvoet’, een aandoening die alleen al onder Britse soldaten 75.000 levens eiste.

Slide 15 - Tekstslide

Instapvraag: laat de leerlingen gevolgen bedenken bij het zien van de afbeelding: Britse soldaat.
Wat gaan we doen vandaag?
  1. Herhaling vorige les
  2. Leerdoelen
  3. Bedenk het gevolg
  4. Gevolgen: bedoelde en onbedoelde
  5. Gevolgen: op de korte/lange termijn
  6. Oorzaken en gevolgen diagram

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling vorige les: 
  • Aanleiding en oorzaak:
  • Een aanleiding is de laatste gebeurtenis (de druppel die de emmer doet overlopen). 
  • Oorzaken zijn de achterliggende gedachten. 

  • Oorzaken op de korte/lange termijn:
  • Korte termijn: Oorzaken die kort voor de gebeurtenis liggen.
  • Lange termijn: Oorzaken die al heel lang een rol spelen. 

  • Situatie: Een leerling van de CSG Prins Maurits wordt geschorst van school!
  • Wat zou een korte termijn oorzaak kunnen zijn?
  • Wat zou een lange termijn oorzaak kunnen zijn?

Slide 17 - Tekstslide

  • Verdieping in de lesstof. Leg het verschil uit tussen een aanleiding en een oorzaak. 
  • Laat de leerlingen oefenen door de tekst te verklaren. Hiervoor moeten ze begrijpend lezen om te kunnen verklaren. 
  • Laat de leerlingen tot slot zelf een voorbeeld bedenken over oorzaken en een aanleiding.
  • Bespreek klassikaal de antwoorden en laat leerlingen op elkaar reflecteren. 
Leerdoelen
Aan het eind van deze les heb je:
  1. Geoefend met het bedenken van gevolgen.
  2. Weet je het verschil tussen een bedoeld/onbedoeld gevolg.
  3. Weet je het verschil tussen een gevolg op de korte/lange termijn.
  4. En ben je aan de slag gegaan met het invullen van een oorzaken en gevolgen diagram. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk het gevolg
Driehoekshandel

Slide 19 - Tekstslide

  • Leerlingen zelf een gevolg laten bedenken bij het zien van de afbeelding. 
  • Zo moeten ze zelf nadenken, dit stimuleert het besef dat alles wat er om hen heen gebeurt leidt tot iets nieuws (oorzaken en gevolgen).
Bedenk het gevolg
Trump
Op 13 juli 2024 overleefde Trump een moordaanslag tijdens een verkiezingsspeech.

Slide 20 - Tekstslide

  • Leerlingen zelf een gevolg laten bedenken bij het zien van de afbeelding.
  • Zo moeten ze zelf nadenken, dit stimuleert het besef dat alles wat er om hen heen gebeurt leidt tot iets nieuws (oorzaken en gevolgen).
Bedenk het gevolg
Tweede kamer
Wilders (PVV) in debat met Timmersmans (GL-PVDA)

Slide 21 - Tekstslide

  • Leerlingen zelf een gevolg laten bedenken bij het zien van de afbeelding.
  • Zo moeten ze zelf nadenken, dit stimuleert het besef dat alles wat er om hen heen gebeurt leidt tot iets nieuws (oorzaken en gevolgen).
Gevolgen: bedoelde en onbedoelde
  • Bedoelde gevolgen: gevolgen die iemand als doel heeft als hij iets doet.
  • Onbedoelde gevolgen: gevolgen die iemand niet voorziet als hij iets doet. 

  • Stel jij bent Gavrilo Princip, je bent geboren in Bosnië-Herzegovina en je bent boos!
  • Mijn naam is Gavrilo Princip. In 1914 was ik 19 jaar en wilde ik dat Bosnië vrij zou zijn van Oostenrijks-Hongaarse macht en bij Servië zou horen. Ik sloot me aan bij de zwarte hand en op 28 juni stond ik in Sarajevo langs de weg. Toen uit het niets kroonprins Franz Ferdinand omkeerde in mijn straat, greep ik mijn kans. Ik schoot hem en zijn vrouw dood.
  1. Noteer een bedoeld gevolg van de actie van Gavrilo Princip.
  2. Noteer een onbedoeld gevolg van de actie van Gavrilo Princip.
  3. Overleg met je buurman of buurvrouw. 
timer
5:00

Slide 22 - Tekstslide

  • Oefen met bedoelde- en onbedoelde gevolgen. Niet elke actie heeft een bedachte uitkomst, maak dat duidelijk.
  • Zo hebben leerlingen hun bijdrage in het leven misschien ook onbedoelde gevolgen?
  • Laat de leerlingen oefenen door in de huis te kruipen van Gavrilo Princip en terug te gaan in de tijd naar 28 juni 1914. 
Gevolgen: op de korte/lange termijn
  • Gevolgen korte termijn: zie je vrij snel na een gebeurtenis (directe gevolgen).
  • Gevolgen lange termijn: zie je pas een tijd na de gebeurtenis (indirecte gevolgen).

  • Wat zien we op de afbeelding?
  • Slavenmarkt in Paramaribo 1839
  • Noem een gevolg op de korte termijn.
  • Noem een gevolg op de lange termijn.
  • Zijn de gevolgen vandaag de dag zichtbaar?
  • Overleg samen met je buurman of buurvrouw.  
timer
5:00

Slide 23 - Tekstslide

  • Oefen met gevolgen op de korte/lange termijn. 
  • Leerlingen moeten bij het zien van de afbeelding zelf gaan nadenken over gevolgen. 
  • Hiermee kunnen lijnen naar het heden gezien worden.
  • Korte termijn: Arbeid op de plantages, winst voor Europa.
  • Lange termijn: Rassenongelijkheid, slavernijverleden, discussie over de excuses voor het slavernijverleden. 
Oorzaken-gevolgen diagram
1. Werk in tweetallen.
2. Lees de tekst individueel.
3. Vul het schema in: 3 oorzaken, 1 aanleiding, 3 gevolgen.
a. Geef bij elk gevolg aan: bedoeld/onbedoeld en kort/lange termijn.
4. Verwerk je antwoorden in een oorzaken-gevolgen diagram.


timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken-gevolgen diagram

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les heb je:
  1. Geoefend met het bedenken van gevolgen.
  2. Weet je het verschil tussen een bedoeld/onbedoeld gevolg.
  3. Weet je het verschil tussen een gevolg op de korte/lange termijn.
  4. En ben je aan de slag gegaan met het invullen van een oorzaken en gevolgen diagram. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan antwoord geven op de leerdoelen:
LD1: Geoefend met het bedenken van gevolgen.
LD2: Weet je het verschil tussen een bedoeld/onbedoeld gevolg.
LD3: Weet je het verschil tussen een gevolg op de korte/lange termijn.
LD4: En ben je aan de slag gegaan met het invullen van een oorzaken en gevolgen diagram.
Ja!
Nee
Een beetje, wel bijna!

Slide 27 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Volgende les is werkvorm: Oorzaken-gevolgen diagram klaar. 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 3

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom bij GS!
  1. Telefoon in de tas!
  2. Pak je laptop en schrift erbij.
  3. Kom in de LessonUp.

Britse soldaat
In België rust een Britse soldaat uit in een met water gevulde loopgraaf. Uit opgravingen blijkt dat de soldaten er alles aan deden om hun voeten droog te houden en niet ten prooi te vallen aan ‘loopgravenvoet’, een aandoening die alleen al onder Britse soldaten 75.000 levens eiste.

Slide 30 - Tekstslide

Instapvraag: laat de leerlingen gevolgen bedenken bij het zien van de afbeelding: Britse soldaat.
Wat gaan we doen vandaag?
  1. Herhaling vorige les
  2. Leerdoelen
  3. Signaalwoorden

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling vorige les: 
  • Gevolgen: bedoelde en onbedoelde
  • Bedoelde gevolgen: gevolgen die iemand als doel heeft als hij iets doet.
  • Onbedoelde gevolgen: gevolgen die iemand niet voorziet als hij iets doet. 

  • Gevolgen: korte/lange termijn
  • Gevolgen korte termijn: zie je vrij snel na een gebeurtenis (directe gevolgen).
  • Gevolgen lange termijn: zie je pas een tijd na de gebeurtenis (indirecte gevolgen).

  • Werkvorm: oorzaken-gevolgen diagram
  • Vul het schema in: 3 oorzaken, 1 aanleiding, 3 gevolgen.
  • Geef bij elk gevolg aan: bedoeld/onbedoeld en kort/lange termijn.

Slide 32 - Tekstslide

  • Verdieping in de lesstof. Leg het verschil uit tussen een aanleiding en een oorzaak. 
  • Laat de leerlingen oefenen door de tekst te verklaren. Hiervoor moeten ze begrijpend lezen om te kunnen verklaren. 
  • Laat de leerlingen tot slot zelf een voorbeeld bedenken over oorzaken en een aanleiding.
  • Bespreek klassikaal de antwoorden en laat leerlingen op elkaar reflecteren. 
Antwoorden 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Signaalwoorden
  • Signaalwoorden zijn woorden die verbanden laten zien tussen zinnen of gebeurtenissen.
  • Oorzaken: doordat, omdat, vanwege, aangezien en door.
  • Gevolgen: waardoor, daardoor. zodat, als gevolg van, hierdoor, vervolgens.

  • Wat is het signaalwoord? Wat is de oorzaak en wat is het gevolg?

  • De benzineprijzen stegen doordat er minder olie uit Rusland kwam. 
  • Veel mensen protesteerden, omdat de prijzen zo hoog waren.
  • Doordat Rusland de gaspijpleiding naar Europa deels afsloot, moesten veel landen op zoek naar andere energiebronnen, wat leidde tot stijgende prijzen. 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Examenvraag

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les heb je:
  1. Geoefend met het bedenken van gevolgen.
  2. Weet je het verschil tussen een bedoeld/onbedoeld gevolg.
  3. Weet je het verschil tussen een gevolg op de korte/lange termijn.
  4. En ben je aan de slag gegaan met het invullen van een oorzaken en gevolgen diagram. 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies