LATER vwo 4 (24/25)herhaling haben, sein, werden ott en ovt

HABEN - SEIN - WERDEN
OTT en OVT
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

HABEN - SEIN - WERDEN
OTT en OVT

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel:

Ik kan de werkwoorden haben, sein, werden vervoegen in de OTT = ONVOLT. TEGENW. TIJD


Ik kan de werkwoorden haben, sein vervoegen in de OVT = ONVOLT. VERLEDEN TIJD

Slide 2 - Tekstslide

Weißt du noch?
haben, sein, werden
OTT

Slide 3 - Tekstslide

heeft u?

Slide 4 - Open vraag

jij hebt

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Ik ben

Slide 7 - Open vraag

Wij zijn

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Welke twee betekenissen heeft het ww werden ook al weer?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Ich ............ dir die Matheaufgabe erklären.
A
habe
B
bin
C
werde

Slide 12 - Quizvraag

Ihr ....... das jetzt sagen!
A
wird
B
werdet
C
habt
D
seid

Slide 13 - Quizvraag

Ariane ............... noch in der Schule.
A
ist
B
wird
C
hat
D
hast

Slide 14 - Quizvraag

.............. du morgen 10 oder 14 Jahre alt?
A
wirdst
B
wirst
C
bist
D
hast

Slide 15 - Quizvraag

Nu in de OVT
(verleden tijd)

Slide 16 - Tekstslide

wij hadden

Slide 17 - Open vraag

had jij?

Slide 18 - Open vraag

Peter had

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

wij waren

Slide 21 - Open vraag

waren jullie?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Los geht's 
Op de volgende site kun je oefenen met haben/sein/werden in de verleden tijd. Hoeveel punten haal jij?

Slide 24 - Tekstslide

Verleden tijd: Er (sein)______sehr glücklich.
A
war
B
was
C
warst
D
seinte

Slide 25 - Quizvraag

Verleden tijd: Ich (haben)_______ immer Pech.

Slide 26 - Open vraag

Verleden tijd: (haben) ________ ihr die Tickets schon bekommen?

Slide 27 - Open vraag

Verleden tijd: Ihr (sein) _______ zu spät.

Slide 28 - Open vraag

Verleden tijd: Er (haben) _________seinen Rucksack vergessen.

Slide 29 - Open vraag

Verleden tijd: Wo (sein) ______ du?

Slide 30 - Open vraag

Evaluatie

Slide 31 - Tekstslide

Ik kan de werkwoorden haben/sein/werden in de OTT vervoegen
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

Ik kan de werkwoorden haben/sein/werden in de OVT vervoegen
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

Hierna volgt een aantal 
sites om te oefenen

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Link

Slide 36 - Link

Slide 37 - Link