Toetsvragen bronnen klas 1

Weet jij waar het over gaat?
1 / 56
volgende
Slide 1: Woordweb
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 56 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Weet jij waar het over gaat?

Slide 1 - Woordweb

Slide 2 - Tekstslide

Oefenen met toetsvragen

  • Ik laat een aantal vragen zien op het bord. 
  • Per vraag krijg je even de tijd om het antwoord te bedenken. (je boek zou je niet nodig hoeven hebben) 
  • Het antwoord noteren wij in LessonUp en gaan we bespreken
  • Aan het eind weet jij welke stappen je kunt zetten om een bronvraag goed te beantwoorden. 

Slide 3 - Tekstslide

Geschiedenis toets:  RTTI

Slide 4 - Tekstslide

Geschiedenis toets = een RTTI

Slide 5 - Tekstslide

Soorten vragen
Begrippenvraag
Bronnenvraag
Tijdlijnvraag
Oorzaak-/gevolgvraag
Inzichtsvraag
Combinatievraag
Open en gesloten vragen

Slide 6 - Tekstslide

Bronnenvraag stappenplan
1. Bekijk goed uit welke onderdelen de vraag bestaat. Wat ís de vraag? 
2. Over welk deel van de leerstof gaat deze vraag?
3. Kijk goed hoeveel voorbeelden gevraagd worden 
4. Lees het bijschrift bij de bron.
5. Lees / bekijk de bron.
6. Geef een antwoord op de vraag met behulp van jouw kennis en de bron (met bijschrift). 
7. Controleer of je antwoord gegeven hebt op de vraag.

Belangrijk is dus dat je zowel opschrijft wat je geleerd hebt (“Ik weet dat….”) en wat je gevonden hebt in de bron (“Ik lees…..” / ”Ik zie……..”). Vervolgens combineer je dat met elkaar (“Dus…..”)

Slide 7 - Tekstslide

Gebruik bron 2.
2p 3 Leg uit dat dit schilderij uit de renaissance komt door twee kenmerken van het schilderij te noemen waaraan je dit kunt zien. (2p)
Bron 2. De school van Athene

Slide 8 - Open vraag

22 Bekijk bron 2. Leg uit of deze landkaart kan zijn gemaakt door Columbus.

Slide 9 - Open vraag

Bekijk bron 1. Je ziet de verzameling van een 16e-eeuwse humanist.
Leg uit hoe de voorwerpen in de zaal bezoekers aan het twijfelen konden brengen over de inhoud van de Bijbel.

Slide 10 - Open vraag

Gebruik de bron
2p Leg uit welke twee belangrijke waarden van humanisten je terugziet in deze bron. Noem telkens een waarde en leg uit hoe deze waarde uit de bron blijkt.

Slide 11 - Open vraag

Renaissance

Slide 12 - Tekstslide

Renaissance betekent...
A
wederopstanding
B
wedergeboorte
C
wederontdekking

Slide 13 - Quizvraag

In de renaissance wordt teruggekeken naar...
A
jagers-verzamelaars
B
Grieken en Romeinen
C
Middeleeuwen

Slide 14 - Quizvraag

De mensen gingen in de tijd van de renaissance meer geniet van het leven. Hiermee wordt bedoeld
A
Dat ze niet meer gelovig waren
B
Dat ze niet meer mochten zondigen
C
Dat ze zich meer gingen verdiepen in de mens zelf

Slide 15 - Quizvraag

Humanisten waren....
A
mensen die niet christelijk waren
B
mensen die de mens en de wereld beter wilden begrijpen
C
mensen die straffen van misdadigers wilde afschaffen
D
mensen die uit waren op meer macht

Slide 16 - Quizvraag

De renaissance begon in....
A
Italië
B
Spanje
C
Griekenland
D
Nederland

Slide 17 - Quizvraag

Ontdekkingsreizen

Slide 18 - Tekstslide

Waarom zijn er niet al tijdens de middeleeuwen ontdekkingsreizen ondernomen?
A
Er waren nog geen boten
B
Mensen waren bang dat ze van de aarde zouden varen
C
Mensen hadden geen interesse in andere gebieden

Slide 19 - Quizvraag

Waarom werden ontdekkingsreizen ondernomen?
A
Omdat mensen nieuwsgierig waren om niet culturen te ontdekken
B
Omdat mensen een nieuw leven wilden beginnen op een andere plek
C
Om zelf een vaarroute te vinden naar Indië

Slide 20 - Quizvraag

Wat is geen specerij?
A
Kruidnagel
B
Peper
C
Zout
D
Koriander

Slide 21 - Quizvraag

Wie ondernamen als eerste een ontdekkingsreis?
A
Portugezen
B
Spanjaarden

Slide 22 - Quizvraag

Wie ondernam als eerste een ontdekkingsreis?
A
Columbus
B
Diaz
C
Da Gama

Slide 23 - Quizvraag

Tot waar kwam de ontdekkingsvaarder Diaz?
A
Zuidelijkste punt van Afrika
B
Zuidelijkste punt van Amerika
C
Zuidelijkste punt van Europa

Slide 24 - Quizvraag

De nationaliteit van Columbus was...
A
Spaans
B
Portugees
C
Nederlands
D
Italiaans

Slide 25 - Quizvraag

Columbus klopte ook aan bij de Portugese koning om een ontdekkingsreis te ondernemen. De Portugese koning zag echter niets in het plan. Wat voor plan had Columbus?
A
Columbus had een veel snellere boot ontworpen
B
Columbus wilde via de Atlantische oceaan Indië bereiken
C
Columbus wilde Amerika ontdekken

Slide 26 - Quizvraag

Namens welk land mocht Columbus uiteindelijk toch zijn ontdekkingsreis gaan ondernemen?
A
Nederland
B
Frankrijk
C
Spanje
D
Engeland

Slide 27 - Quizvraag

Spanjaarden en Azteken

Slide 28 - Tekstslide

Azteken wonen in....
A
Mexico
B
Indië
C
Op een eiland, Cuba
D
Zuid-Amerika

Slide 29 - Quizvraag

Wie heeft de Azteken veroverd?
A
Montezuma
B
Pizzaro
C
Columbus
D
Cortes

Slide 30 - Quizvraag

Welke factor was de hoofdoorzaak voor de ondergang van de Azteken en Inca's?
A
Europese ziektes
B
Massaal uitgemoord
C
vluchten voor de Conquistadores
D
Werden als slaven genomen

Slide 31 - Quizvraag

Een ander woord voor Hervorming is .....
A
Protestanten
B
Centralisatie
C
Reformatie
D
Particularisme

Slide 32 - Quizvraag

Wat is een protestant?
A
Mensen die protesteren voor een beter loon.
B
Christen die zich aansluit bij een hervormer
C
Monniken die mensen wilden bekeren tot het christendom.

Slide 33 - Quizvraag

wie was Luther?
A
iemand die de boekdrukkunst heeft uitgevonden
B
Iemand met een heel groot rijk
C
Iemand die zich verzette tegen de kerk en een nieuwe stroming ontwikkelde in het Christendom
D
Iemand die een boerenjongen was.

Slide 34 - Quizvraag

Luther was...
A
Een humanist
B
Een monnik
C
Een paus
D
Een hervormer

Slide 35 - Quizvraag

Luther werd vogelvrij verklaard. Iedereen kon Luther nu doden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 36 - Quizvraag

Luther en Calvijn zijn allebei
A
Protestants
B
Christelijk
C
Hervormers

Slide 37 - Quizvraag

Calvijn werd vooral populair in....?
A
Duitsland
B
Nederland

Slide 38 - Quizvraag

Katholieken vinden dat protestanten niet het ware geloof hebben. Protestanten zijn volgens katholieken....
A
geuzen
B
ongelovigen
C
ketters
D
boeven

Slide 39 - Quizvraag

Wanneer en waar wordt de boekdrukkunst uitgevonden?
A
1445 (in Italië)
B
1455 (in Duitsland)
C
1465 (in China)
D
1475 (in België)

Slide 40 - Quizvraag

Wie vond de boekdrukkunst uit?
A
Desiderius Erasmus
B
Niccolo Machiavelli
C
Johannes Gutenberg
D
Johannes Kalvijn

Slide 41 - Quizvraag

Door de uitvinding van de boekdrukkunst konden ideeën van hervormers snel worden verspreid.
A
Oorzaak van de hervorming
B
Gevolg van de hervorming

Slide 42 - Quizvraag

Wat is het grootste gevolg van de opkomst van de boekdrukkunst?
A
Reisverhalen die werden gedeeld
B
De hervorming (opkomst protestantisme)
C
Wetenschap werd belangrijker
D
Meer mensen leerden lezen

Slide 43 - Quizvraag

Na de ontdekkers kwamen de veroveraars. Wat is geen reden voor het makkelijk kunnen overwinnen van de indianen?
A
De veroveraars waren militair veel sterker
B
Europese ziektes
C
De veroveraars waren met veel meer mensen
D
Indianen hadden onderling oorlog

Slide 44 - Quizvraag

Niet indiaanse slaven, maar Afrikaanse slaven werkten op grote landbouwbedrijven van de veroveraars. Waarom werden er helemaal uit Afrika slaven gehaald?
A
De indianen waren erg lui
B
De indianen weigerden te werken voor de veroveraars
C
De indianen konden het werk lichamelijk niet aan

Slide 45 - Quizvraag

Welk continent hoor er niet bij?
Er ontstond een zogenaamde driehoekshandel tussen...
A
Europa
B
Amerika
C
Afrika
D
Azië

Slide 46 - Quizvraag

Als een schilderij uit de middeleeuwen met een schilderij uit de renaissance met elkaar worden vergeleken dat is er één ding dat ze vaak gemeen hebben, dat is
A
het geloof
B
beide schilderijen kennen diepte
C
beide schilderijen zijn erg realistisch weergegeven

Slide 47 - Quizvraag

De verspreiding van de renaissance versnelde dankzij
A
de postduif
B
snellere schepen
C
de boekdrukkunst

Slide 48 - Quizvraag

Luther wilde
A
de macht van de kerk vergroten
B
de kerk hervormen
C
de kerk afschaffen
D
dat de regels van de kerk de basis waren voor geloof

Slide 49 - Quizvraag

Luther was...
A
Een humanist
B
Een monnik
C
Een paus
D
Een hervormer

Slide 50 - Quizvraag

Wanneer en waar wordt de boekdrukkunst uitgevonden?
A
1445 (in Italië)
B
1455 (in Duitsland)
C
1465 (in China)
D
1475 (in België)

Slide 51 - Quizvraag

Wat is het grootste gevolg van de opkomst van de boekdrukkunst?
A
Reisverhalen die werden gedeeld
B
De hervorming (opkomst protestantisme)
C
Wetenschap werd belangrijker
D
Meer mensen leerden lezen

Slide 52 - Quizvraag

Waarom was de uitvinding van de boekdrukkunst zo belangrijk?
A
De invloed van de kloosters nam af.
B
Is niet belangrijk, want de kunst bestond al lang.
C
het analfabetisme nam toe
D
Ideeën werden snel verspreid

Slide 53 - Quizvraag

Hoe voel jij je voor de toets?
😒🙁😐🙂😃

Slide 54 - Poll

Noem 2 dingen die jij hebt geleerd deze les

Slide 55 - Open vraag

Noem een ding dat jij nog zou willen leren

Slide 56 - Open vraag