7.4 Contacten over de grens

7.4 
Contacten over de grens
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

7.4 
Contacten over de grens

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een onderdeel van de nationale identiteit van Nederland?
A
Zeeuwse bolussen & Hunebedden
B
Het straatfeest & de skatebaan
C
fietsen, Sinterklaas & Koningsdag

Slide 2 - Quizvraag

Sleep de afbeeldingen naar de juiste vorm van identiteit
Nationale identiteit
Regionale identiteit
Lokale identiteit

Slide 3 - Sleepvraag

Wat is regionalisme?
A
De provincie is belangrijk
B
Het land is belangrijk
C
Alleen de stad telt
D
Het streven naar onafhankelijkheid

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van lokalisme?
A
Ze spreken in Friesland de taal het Fries
B
Milou voelt zich vooral een Roermondenaar
C
Iedereen in Nederland staat achter het Nederlands elftal
D
De tulpen zijn een typisch Nederlands iets

Slide 5 - Quizvraag


A
Regionalisme
B
Lokalisme

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

Nadelen van open grenzen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Euregio's

Slide 14 - Tekstslide

De Euregio's proberen grensoverschrijdende problemen op te lossen.
A
goed
B
fout

Slide 15 - Quizvraag

Een nadeel van open grenzen is concurrentie op de arbeidsmarkt.
A
goed
B
fout

Slide 16 - Quizvraag

In welk gebied zal er veel grenspendel zijn?
A
De Randstad
B
Baarle
C
Brussel
D
Den Haag

Slide 17 - Quizvraag

Een voordeel van open grenzen is grenspendel.
A
goed
B
fout

Slide 18 - Quizvraag

Wat is grenspendel?
A
Drugssmokkel aan de grens
B
Dagelijks verkeer over landsgrenzen
C
Vestiging van bedrijven aan de landsgrenzen
D
Mensen gaan dichtbij landsgrenzen wonen

Slide 19 - Quizvraag

Wat zie je op de kaart?
A
Vlaanderen
B
Zeeland
C
Euregio Scheldemond

Slide 20 - Quizvraag

Nederland maakt afspraken over het gebruik van de spoorlijn Luik-Maastricht-Aken met België.

Welke uitspraak past het beste bij deze afspraken?
A
De spoorlijn passeert de taalgrens en de Grensmaas. De gemeenten werken samen in de Euregio over het gebruik van deze spoorlijn.
B
Er komen problemen omdat de spoorlijn de rivier de Maas moet passeren. Dat is een harde, natuurlijke grens met België.
C
Deze spoorlijn wordt de IJzeren Rijn genoemd. Omdat het door Belgische dorpen loopt zijn er geen problemen over het traject.
D
De spoorlijn loopt door drie Belgische gewesten en taalgemeenschappen. Het overleg verloopt daardoor moeizaam.

Slide 21 - Quizvraag

Waar stond de Euregio Maas-Rijn bekend om?
A
Aardolie
B
Mijnbouw
C
Handel
D
IJzererts

Slide 22 - Quizvraag

In Limburg is er een vervuiling in de Maas. Dit is te merken in Nederland, maar ook in haar buurlanden. Wie moet dit oplossen?
A
Gemeente Limburg
B
De overheid van Nederland en België
C
Euregio Maas-Rijn
D
Frankrijk, daar komt de Maas vandaan

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het begrip:
Samenwerkingsverband van gebieden aan twee kanten van de landsgrens
A
Europa en Azië
B
Europa en Engeland
C
Eurregio
D
Eurazië

Slide 24 - Quizvraag

Aan de slag
Maken volgende opdrachten van par. 7.4
2,3,5,6

Slide 25 - Tekstslide