Bewegen en regelen (scheidsrechter)

Bewegen en regelen
Bewegen doe je vaak samen, competitief of gewoon voor de gezelligheid. Bewegingsactiviteiten moeten, om soepel te verlopen, geregeld worden. 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Lichamelijke opvoedingMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bewegen en regelen
Bewegen doe je vaak samen, competitief of gewoon voor de gezelligheid. Bewegingsactiviteiten moeten, om soepel te verlopen, geregeld worden. 

Slide 1 - Tekstslide

Welke taken kom je tegen op en om het sportveld die te maken hebben met bewegen en regelen?

Slide 2 - Open vraag




Scheidsrechter

Is verantwoordelijk voor het ordelijk en eerlijk laten verlopen van een wedstrijd 

- kent alle spelregels en bijbehorende handgebaren

- snel beslissen en juiste regel toepassen


Jurylid

Is expert op een bepaald sportgebied.

- beoordeeld of een oefening mooi is uitgevoerd (bijvoorbeeld turnen)

- beoordeeld of een oefening volgens de regels is uitgevoerd (bijvoorbeeld atletiek)





Trainer

Is verantwoordelijk voor de voortgang van een atleet of team

- juist aanleren van de technieken om blessures te voorkomen

- aanleren van spelregels zodat een spel eerlijk gespeeld kan worden

- aanleren van juist gedrag op en om de sportactiviteit


Docent

Een docent is verantwoordelijk voor leerlingen. Niet alleen de lichamelijke veiligheid is van belang, maar een docent dient ook oog te hebben voor de groep.

- past zijn rol aan aan de les. Soms is de docent scheidsrechter, soms jurylid en soms trainer.


Begrippenlijst regelende rollen

Slide 3 - Tekstslide

Deze persoon beoordeeld een oefening bij wedstrijden.
A
scheidsrechter
B
jurylid
C
trainer
D
docent

Slide 4 - Quizvraag

Deze persoon zorgt dat de regels gevolgd worden tijdens het spel
A
scheidsrechter
B
jurylid
C
trainer
D
docent

Slide 5 - Quizvraag

Deze persoon is verantwoordelijk voor het aanleren van de juiste techniek bij een oefening.
A
scheidsrechter
B
jurylid
C
trainer
D
docent

Slide 6 - Quizvraag

Welke scheidsrechtertekens horen bij welke sport?
Volleybal
Basketbal

Slide 7 - Sleepvraag

Welke regel behoort niet tot een regel van basketbal?
A
Je mag niet lopen met de bal.
B
Je mag niet langer dan 5 seconden in de bucket staan.
C
Na een doelpunt wordt er onder de basket uitgenomen.
D
Second dribble is een overtreding.

Slide 8 - Quizvraag

Welke regel(s) behoren wel tot een regel van volleybal?
A
De bal is uit wanneer hij de buitenste lijn raakt.
B
De spelers mogen het net niet raken.
C
Bij de service mag je voet niet over de lijn.
D
De speler mag de bal nog een keer raken na het blokkeren

Slide 9 - Quizvraag

Welke scheidsrechter teken beeld uit dat er een punt gemaakt is bij volleybal?
A
B
C
D

Slide 10 - Quizvraag

Welke scheidsrechter teken beeld uit dat de bal uit is bij volleybal?
A
B
C
D

Slide 11 - Quizvraag

Welke scheidsrechter teken beeld uit dat er 4 keer gespeeld is bij volleybal?
A
B
C
D

Slide 12 - Quizvraag

Welk teken geeft de scheidsrechter bij basketbal als iemand langer dan 3 seconden in de bucket staat?
A
Met beide handen een draaiende beweging maken over elkaar heen.
B
Met 3 vingers wijzen naar de persoon in de bucket.
C
Armen gestrekt omhoog en duimen op.
D
Wijzen naar de persoon die een fout maakt.

Slide 13 - Quizvraag

Welk teken geeft de scheidsrechter als iemand een loopfout maakt?
A
Met beide handen een draaiende beweging maken over elkaar heen.
B
Met 3 vingers wijzen naar de persoon in de bucket.
C
Armen gestrekt omhoog en duimen op.
D
Wijzen naar de persoon die een fout maakt.

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekent het begrip fair play volgens jou?

Slide 15 - Open vraag

Fair play
Sportiviteit draagt bij aan een leuke, plezierige en veilige sportbeoefening. Fair play komt naar voren als er sprake is van een wedstrijdelement. Dit kan zijn bij een potje voetbal, maar ook tijdens de gymles. Het is dus eigenlijk het eerlijk en sportief spelen van een spel. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Wat valt er volgens jou onder fair play?

Slide 18 - Open vraag

Respect toon je door:
A
Een keer te laat komen is niet erg
B
Ik help de trainer of docent als hij/zij materiaal klaar moet zetten.
C
Ik ben boos als ik het niet eens ben met de scheidsrechter. Dat mag hij dan ook horen.
D
Als er een nieuw iemand in mijn team zit, maak ik daar een praatje mee

Slide 19 - Quizvraag

Een voorbeeld van een geschreven regel is:
A
Als de bal buiten de lijnen komt moet deze weer worden ingenomen.
B
Als een geblesseerde speler op het veld ligt, speel je de bal buiten de lijnen zodat hij geholpen kan worden.

Slide 20 - Quizvraag

Een voorbeeld van een ongeschreven regel is:
A
Je moet altijd in het clubtenue spelen.
B
Je toont respect naar de scheidsrechter.

Slide 21 - Quizvraag

Op welke manier pas jij fair play en respect toe binnen jouw sport of tijdens de gymles?

Slide 22 - Open vraag

Super goed gedaan!

Blijf vooral lekker bewegen.

Slide 23 - Tekstslide