In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
vmbo-T/havo 1
Oefentoets H4: Natuurrampen in Japan
Lees de vragen goed!
Slide 1 - Tekstslide
Sleep het getal steeds naar juist als de stelling klopt en onjuist als de stelling niet klopt.
1. Als je op volle zee op een groot schip vaart, merk je heel weinig van een tsunami.
2. De gemiddelde snelheid van een tsunami in volle zee kan oplopen tot 1.000 kilometer per uur.
3. Een tsunami wordt pas gevaarlijk in ondiep water.
4. Het hypocentrum is de plaats op het aardoppervlak waar de aardbeving begint.
Beoordeel de stellingen.
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
1
2
3
4
Slide 2 - Sleepvraag
Tussen Amerika en Europa zie je de Mid-Atlantische Rug liggen. Hoe is dat gebergte op de zeebodem ontstaan?
A
Door het botsen van platen.
B
Door het uit elkaar bewegen van platen.
C
Door het langs elkaar schuiven van platen.
D
Door het uitbarsten van vulkanen.
Slide 3 - Quizvraag
Wat is geen onderdeel van hazard management?
A
aardbevingsbestendig bouwen
B
waarschuwingsborden voor tsunami's plaatsen
C
seismografen op een vulkaan plaatsen
D
reddingsteams sturen naar een rampgebied
Slide 4 - Quizvraag
Sleep het getal steeds naar juist als de stelling klopt en onjuist als de stelling niet klopt.
1. Je kunt voorspellen wanneer er ergens een aardbeving gaat plaatsvinden.
2. Je kunt voorspellen waar mogelijk een aardbeving zal gaan plaatsvinden in de toekomst.
3. Je kunt voorspellen wanneer er een vulkaan gaat uitbarsten.
4. Je kunt voorspellen waar in de toekomst een tsunami kan plaatsvinden.
Beoordeel de stellingen.
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
1
2
3
4
Slide 5 - Sleepvraag
Leg in drie stappen duidelijk uit hoe een caldeira ontstaat:
Slide 6 - Open vraag
Sleep het getal steeds naar juist als de stelling klopt en onjuist als de stelling niet klopt.
1. Japan heeft last van verschillende soorten natuurrampen.
2. Bij een transforme beweging gaan de platen langs elkaar.
3. Platentektoniek is de naam voor alle platen bij elkaar.
4. Platen bewegen vrij snel ten opzichte van elkaar.
Beoordeel de stellingen.
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
1
2
3
4
Slide 7 - Sleepvraag
Sleep het getal steeds naar juist als de stelling klopt en onjuist als de stelling niet klopt.
1. Vulkanen en aardbevingen komen voornamelijk voor bij plaatranden.
2. Platen kunnen op vier manieren ten opzichte van elkaar bewegen.
3. Rond de Grote Oceaan komen veel vulkanen en aardbevingen voor.
4. Exogene krachten werken van binnenuit op de aardkorst in.
Beoordeel de stellingen.
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
Juist
Onjuist
1
2
3
4
Slide 8 - Sleepvraag
Sleep de verschijnselen naar de juiste groep.
Endogene krachten
Exogene krachten
Neerslag
Aardbeving
Overstroming
Lawine
Vulkaanuitbarsting
Gebergtevorming
Tornado
Orkaan
Slide 9 - Sleepvraag
Schuif de plaatbewegingen naar de juiste plaats.
Convergent
(komt samen)
Divergent (uit elkaar)
Transform
(langs elkaar)
Slide 10 - Sleepvraag
a Wat voor soort vulkaan is de Fuji? b. Leg uit hoe je dat kunt zien!
Slide 11 - Open vraag
Welke zinnen zijn waar? Kies de juiste antwoorden.
A Oceaanplaten zijn dikker dan landplaten. B Oceaanplaten zijn dunner dan landplaten. C Landplaten zijn zwaarder dan oceaanplaten. D Landplaten zijn lichter dan oceaanplaten.
A
A en B
B
C en D
C
A en C
D
B en D
Slide 12 - Quizvraag
Noteer het juiste begrip bij de beschrijving. a Groot gat met steile wanden dat ontstaat tijdens een vulkaanuitbarsting. b Hoogteverschillen in het landschap.
Slide 13 - Open vraag
Hoe voorspel je een natuurramp? Sleep de juiste combinaties naar elkaar.
Vulkaanuitbarsting
Aardbeving
Tsunami
Orkaan
Bijna onmogelijk volgens seismologen
Zwavel dampen meten
Dagen van te voren zichtbaar op satellietbeelden
Door middel van boeien op zee
Slide 14 - Sleepvraag
Beschrijf in vier stappen hoe een tsunami ontstaat. (zet duidelijk 1 t/m 4 bij je antwoord)
Slide 15 - Open vraag
Wat was de directe oorzaak van de kernramp in Fukushima in 2011?
A
Een menselijke fout tijdens onderhoudswerkzaamheden.
B
Een terroristische aanslag op de kerncentrale.
C
Een aardbeving gevolgd door een tsunami.
D
Een technische storing in de reactoren
Slide 16 - Quizvraag
Hoe kan het dat een kernramp zo veel impact kan hebben:
A
De explosie
B
Het gebied blijft nog jarenlang radioactief
C
De ravage van de knal
D
De giftige rookwolk
Slide 17 - Quizvraag
Waarom hebben hoog ontwikkelde landen meer materiaal schade bij aardbevingen dan laag ontwikkelde landen?
Slide 18 - Open vraag
Wat zijn de drie onderdelen van rampenbestrijding?
Slide 19 - Open vraag
Hoe noem je iemand die zich bezighoudt met het bestuderen van aardbevingen?
A
Vulkanoloog
B
Seismoloog
C
Archeoloog
D
Bioloog
Slide 20 - Quizvraag
Wat zijn convectiestromen en hoe beïnvloeden ze de beweging van aardplaten?
A
Convectiestromen ontstaan door de zwaartekracht en duwen de platen omhoog.
B
Convectiestromen zijn stromingen van gesmolten gesteente in de mantel die de platen bewegen.
C
Convectiestromen zorgen ervoor dat platen altijd naar elkaar toe bewegen.