4. Nederland in de wereld


5. De Koude Oorlog



4. Nederland in de wereld

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


5. De Koude Oorlog



4. Nederland in de wereld

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk voor de volgende les
H5 paragraaf 4 compleet af.
H5 paragraaf 5 + 6 af.

Slide 2 - Tekstslide

Welke leiders waren aan de macht ten tijde van de val van de Berlijnse Muur?
A
Chroetsjov en Kennedy
B
Stalin en Roosevelt
C
Reagan en Chroetsjov
D
Bush en Gorbatsjov

Slide 3 - Quizvraag

Welke bewering over de politiek van Gorbatsjov is juist? Gorbatsjov wilde:
A
afschaffing van het communisme.
B
hervorming van het communisme.
C
uitbreiding van de macht van de Sovjet-Unie.
D
versterking van de staatsbedrijven.

Slide 4 - Quizvraag


Hoe werden de ECONOMISCHE HERVORMINGEN in de SU in de tweede helft van de jaren '80 genoemd?
A
Glasnost
B
Nieuwe Economische Politiek
C
Perestrojka
D
Collectivisatie

Slide 5 - Quizvraag

GLASNOST was openheid over het bestuur van het land. Mensen kregen ook meer vrijheid om hun mening te uiten.
Welke politicus voerde deze hervormingen in?
A
Chroesjtsjov
B
Gorbatsjov
C
Brezjnev
D
Stalin

Slide 6 - Quizvraag

Welke gebeurtenis wordt meestal gezien als het einde van de Koude Oorlog?
A
De val van de Berlijnse Muur (november 1989)
B
De eenwording van Duitsland (oktober 1990)
C
Het einde van de Sovjet-Unie (december 1991)
D
De aanval op de Verenigde Staten (september 2001)

Slide 7 - Quizvraag

Welke staten zijn na het einde van de Koude Oorlog uiteengevallen?
A
de Sovjet-Unie en Duitsland
B
Joegoslavië en de Sovjet-Unie
C
Frankrijk en Hongarije
D
Hongarije en Italië

Slide 8 - Quizvraag

In 1991 viel de Sovjet-Unie uit elkaar. Dit had grote gevolgen voor veel landen in Oost-Europa.
Welk gevolg geldt voor veel landen van Oost-Europa?
A
de invoering van de euro
B
de invoering van het kapitalisme
C
de toetreding tot de EU
D
Het nationalisme kwam in veel landen opzetten.

Slide 9 - Quizvraag

Leerdoelen
Je kunt de volgende vragen beantwoorden aan het einde van de les:

4A: Je kunt uitleggen welke positie Nederland innam in de strijd tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten.

4B: Je kunt met behulp van twee voorbeelden uitleggen waarom er vanaf de jaren 1960 kritiek ontstond op het optreden van de VS.

4C: Je kunt met twee voorbeelden uitelggen dat ook na 1989 grote conflicten bleven ontstaan en beschrijven welke rol Nederland daarin speelde. 

Slide 10 - Tekstslide

4A Amerikaanse dollars
Je kunt uitleggen welke positie Nederland innam in de strijd tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten.

Slide 11 - Tekstslide

VS als bondgenoot
  • De schade in Nederland was groot: er was veel kapot (steden, wegen, bruggen, woningen) en geplunderd (fabrieken) in WOII.

  • Vanaf 1948: Marshallhulp
    Miljoenen dollars en hulpgoederen vanuit de VS. Nederlanders gebruiken het geld onder andere om weer grondstoffen te kopen in de VS.

Slide 12 - Tekstslide

Niet alleen steun van de VS voor de Marshallhulp, maar Nederland zocht veiligheid. 
Veel Nederlanders waren bang voor de Sovjet-Unie en wilden bescherming van de VS, wat zij waren sterk genoeg. 
1949: Nederland werd lid van de NAVO.

Slide 13 - Tekstslide

Jaren 1950: Nederlanders zien de VS als een voorbeeldland.

Bezit van goederen (én Amerikaanse producten) wordt belangrijker en meer populair. 
Amerikanisering

Slide 14 - Tekstslide

4A Amerikaanse dollars
Maken opdrachten bladzijde 72 + 73

Slide 15 - Tekstslide

4B Een kritische bondgenoot
Je kunt met behulp van twee voorbeelden uitleggen waarom er vanaf de jaren 1960 kritiek ontstond op het optreden van de VS.

Slide 16 - Tekstslide

Na 1965 meer twijfel aan de buitenlandse politiek van de VS.
Vooral door de Vietnamoorlog.

Door de opkomst van de televisie konden mensen in West-Europa en de VS de oorlogsbeelden op tv zien. 

Slide 17 - Tekstslide

Hoe verliep de oorlog?
Vietnam is een jungle

  • De Amerikanen vochten in een volstrekt onbekend gebied, terwijl de Vietnamezen dit gebied goed kenden

  • Guerilla-oorlogsvoering: geen massale aanvallen, maar kleine, onverwachte aanvallen van de Vietcong



Slide 18 - Tekstslide

Van kwaad tot erger: 
napalm en Agent Orange
De Verenigde Staten zetten 
alles in om de oorlog te winnen

Slide 19 - Tekstslide

Steeds meer protesten tegen de oorlog
  • Er reizen veel journalisten mee met de soldaten

  • De oorlog is vanuit de huiskamer te volgen op televisie en in de kranten

  • Niet alleen de Vietnamezen, maar ook de eigen soldaten began vreselijke oorlogsmisdaden

  • De frustraties van de soldaten zijn duidelijk te zien: "Wat doen we daar?!"

Vergeet dit ook niet: de meeste protesten zijn in Amerika zelf, maar ook in Nederland wordt tegen de oorlog geprotesteerd.

Slide 20 - Tekstslide

Gevolgen van de Vietnamoorlog voor VS + Nederland

  • Aan het einde van de jaren 60 kwam er steeds meer kritiek: sommige politieke partijen protesteerden tegen de Vietnamoorlog + VS.

  • Eind jaren 60 Nederland officieel een kritische bondgenoot van de VS. 

Slide 21 - Tekstslide

De raketten van de Sovjet-Unie
  • Eind jaren 70 werden er raketten op West-Europa gericht. 
  • De VS wil als antwoord kernraketten in Europese NAVO-landen, waaronder 48 in Nederland.
  • Honderdduizenden Nederlanders gingen de straat op om te protesteren.

Slide 22 - Tekstslide

Om welke reden was Nederland na de oorlog (WOII) een trouwe bondgenoot van de Verenigde Staten?

Slide 23 - Open vraag

Waardoor werd Nederland een kritische bondgenoot van de Verenigde Staten?

Slide 24 - Open vraag

4C samen lezen
Bladzijde 76

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk voor de volgende les
H5 paragraaf 4 compleet af.
H5 paragraaf 5 + 6 af.
Eind van de les af
4A, paragraaf 5 of paragraaf 6

Slide 26 - Tekstslide