Armoede

Week tegen de Armoede 
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Week tegen de Armoede 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel
Aan het einde van deze les:
- Heb je zicht op factoren die invloed hebben op armoede
- Weet je hoe je kinderarmoede kunt herkennen
- Weet je wat je in dit geval kunt doen als professional

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is armoede?
Armoede is het gebrek aan de basisbehoeften die nodig zijn om een menswaardig leven te leiden.

Het inkomen dat iemand minimaal nodig heeft om te kunnen leven, dus voor een huis, eten en kleding. = bestaansminimum

Slide 3 - Tekstslide

Definieer armoede en leg uit waarom het belangrijk is om over dit onderwerp te praten.
Armoede in Nederland
In Nederland leven meer dan 1 miljoen mensen onder de armoedegrens. Dit betekent dat ze moeite hebben om rond te komen en bijvoorbeeld geen geld hebben voor voldoende voeding, kleding en huisvesting.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit dat armoede ook in Nederland een probleem is en bespreek hoe dit zich manifesteert.
inkomens in NL
grote verschillen binnen Nederland 

grote steden en het noorden hebben het laagste inkomen 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het sociale minimum ?
echtpaar  €2069.30
alleenstaand  €1473,56
alleenstaande jonger dan 20 € 1137,53

Slide 7 - Tekstslide

Definieer armoede en leg uit waarom het belangrijk is om over dit onderwerp te praten.
Absolute armoede:
Absolute armoede is een zaak van leven en dood. Absolute armoede houdt in dat je te weinig geld, voedsel en kleding hebt om van te leven, maar eigenlijk te veel hebt om dood te gaan. Dit is leven op het bestaansminimum. Absolute armoede vind je vooral in ontwikkelingslanden.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Relatieve armoede:
Van relatieve armoede is sprake bij een ongelijke verdeling van inkomens. Je bent niet absoluut arm, maar je hebt wel minder dan iemand anders. Je buurman heeft bijvoorbeeld twee auto's en jij alleen een fiets; je buurman gaat op vakantie naar Thailand en jij moet thuisblijven omdat je voor een vakantie geen geld hebt.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke factoren hebben volgens jou invloed op armoede?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Factoren van invloed op armoede
 
De grootte van een gezin kan bijvoorbeeld invloed hebben op armoede.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De overheid doet genoeg om armoede te bestrijden.
Eens, er zijn genoeg voorzieningen.
Eens, maar er kunnen altijd verbeteringen worden aangebracht.
Oneens, er moet meer geld beschikbaar worden gesteld.
Oneens, er moet een totaal ander systeem komen.
Andere mening

Slide 13 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Armoede is vooral een persoonlijk probleem en verantwoordelijkheid.
Eens, mensen moeten meer eigen verantwoordelijkheid nemen.
Eens, hulp vanuit de overheid moet een uitzondering zijn.
Oneens, armoede is vaak het gevolg van omstandigheden buiten de persoon om.
Oneens, armoede is een structureel maatschappelijk probleem.
Andere mening

Slide 14 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

risico's 
kansenongelijkheid 

sociale uitsluiting 

eenzaamheid 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kansenongelijkheid 
Je hebt niet dezelfde mogelijkheden als anderen omdat er minder geld te besteden is 


Kunnen jullie voorbeelden noemen? 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

sociale uitsluiting
je kan niet de dingen doen die anderen doen en daarom kun je buitengesloten worden 


Kunnen jullie voorbeelden noemen? 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

eenzaamheid
Als je aan minder dingen mee kan doen dan ben je vaker alleen en kun je eenzaam worden


Kunnen jullie voorbeelden noemen? 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welke doet de overheid?
  • invloed op minimumlonen
  • uitkeringen
  • belastingregelingen (kostendelersnorm) 
  • toeslagen (zorg, huur, kinderopvang) 
  • schuldhulpverlening

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

gezin: vader, moeder, kind van 14, kind van 11 , kind van 9

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebeurtenis 1 
Door een reorganisatie of ontslag verliest één of meerdere van je gezinsleden zijn/haar baan. 
Welke aspecten hebben invloed op jouw situatie?

Slide 21 - Tekstslide

Noodgedwongen moet je op zoek naar nieuwe baan, er komen minder inkomsten. Onzekerheid.
Gebeurtenis 2
Eén van de gezinsleden heeft een auto ongeluk gehad. De auto was niet all-risk verzekerd. De auto was total loss verklaard.
Wat voor invloed heeft dit op jouw gezin?

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebeurtenis 3
Door de onzekerheden op de energiemarkt schieten de energiekosten omhoog, als gezin dien je het dubbele van je maandelijkse kosten te betalen. Waar ga je op bezuinigen?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebeurtenis 4
Je hebt de inkomsten belastingaangifte gedaan, je krijgt geld terug. Maar liefst € 3500,00 terug. Wat ga je met dit geld doen? Denk aan korte en lange termijn acties!

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gebeurtenis 5
Eén van de gezinsleden heeft een nieuwe baan met meer loon alleen werkt wel in een "ploegensysteem" (onregelmatig). 
Wat voor invloed heeft dit op de verschillende aspecten?


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat als het mis gaat?
schulden; je kunt je vaste lasten niet meer betalen 

schuldsanering; de overheid betaalt schulden, je krijgt leefgeld

gedwongen verkoop van je huis 

uit je huurhuis gezet worden

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Week tegen de armoede
Het thema van de focusweek dit jaar is:

 ‘Armoede een probleem van iedereen’. 

Want armoede is een probleem dat ons allemaal aangaat, niet alleen de mensen die hier direct mee te maken hebben.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Link

doe de quizvragen.
Bij dag 2: doe de quizvragen en bekijk het filmpje.

Slide 30 - Link

Welke gevolgen van armoede voor kinderen worden hier genoemd?
Beperkte vrijetijdsmogelijkheden
Invloed op schoolprestaties en gezondheid
Ervaren stress in het gezin

Welke drie tips worden hier gegeven voor professionals om er mee om te gaan?

Signalen van armoede herkennen
In gesprek gaan over geldzorgen
Doorverwijzen naar hulporganisaties
Stimuleren van sociale activiteiten in de buurt
Het belang van informele steun en verbinding tussen ouders

Slide 31 - Link

lees de nieuwsbrief.
Welke tips haal je hier uit?
Bekijk de links onderaan de nieuwsbrief. 
Welke vind je nuttig en interessant? Hoe zou je zelf kunnen bijdragen? Welke zou je als doorverwijzing kunnen gebruiken?
Wat wordt bedoeld met sociale binding in de context van armoede?
A
De band tussen ouders en kinderen thuis.
B
De band tussen een kind en volwassenen in zijn omgeving, zoals familie en vrienden.
C
De relatie tussen scholen en ouders.

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is steun van het sociale netwerk belangrijk voor kinderen die in armoede leven?
A
Het helpt kinderen om meteen betere cijfers te halen op school.
B
Het geeft kinderen het gevoel dat ze iemand hebben om mee te praten en biedt tegenwicht aan hun situatie.
C
Het zorgt ervoor dat kinderen financieel geholpen worden door de overheid.

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke rol kunnen ervaringsdeskundigen spelen bij het ondersteunen van ouders in armoede?
A
Zij zorgen ervoor dat kinderen altijd kunnen meedoen aan sportactiviteiten.
B
Zij kunnen financiële hulp bieden aan gezinnen.
C
Zij weten uit eigen ervaring wat wel en niet werkt en kunnen zo ouders op een laagdrempelige manier helpen.

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een manier om de kwaliteiten van ouders te versterken?
A
Ouders financieel ondersteunen zodat ze minder hoeven te werken.
B
Ouders aanmoedigen om vrijwilligerswerk te doen.
C
Ouders helpen om vaste momenten op de dag te kiezen voor activiteiten met hun kinderen.

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom kunnen kinderen uit arme gezinnen minder vaak meedoen met buitenschoolse activiteiten?
A
De kosten van deelname kunnen een belemmering vormen.
B
Hun ouders hebben niet de tijd om ze naar de activiteiten te brengen.
C
Ze zijn minder gemotiveerd om aan activiteiten deel te nemen.

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de volgende opties is een voorbeeld van materiële hulp voor gezinnen in armoede?
A
Het aanbieden van gratis bijles op school.
B
Het verstrekken van sportkleding of een fiets via een fonds.
C
Het organiseren van koffieochtenden voor ouders.

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de volgende opties is een voorbeeld van immateriële hulp voor gezinnen in armoede?
A
Het aanbieden van gratis bijles op school.
B
Het verstrekken van sportkleding of een fiets via een fonds.
C
Het doneren van 2e hands-kleding.

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kunnen professionals doen om het sociale netwerk van eenoudergezinnen te versterken?
A
Hen helpen bij het aanvragen van financiële steun bij de gemeente.
B
Het inzetten van maatjes of mentoren voor kinderen.
C
Het organiseren van educatieve workshops voor kinderen.

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kinderarmoede
Bekijk tot 0.36.
Welke signalen geeft zij van kinderarmoede?
 

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Link

Bekijk de drie filmpjes.
Wat werkt wel tegen armoede?
Armoedestress
Beluister de podcast Nooit een kwartje Over opgroeien in Armoedestress aflevering 3 tot je de antwoorden hebt op de volgende vragen:
1. Wat is armoedestress?
2. Wat voor impact heeft het op ouders en kinderen?
https://open.spotify.com/show/5Ve4Hp0057SLCPXyWFpYBC


Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkvorm
Kansenkaarten

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies