Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Unidad 10.5
Hoy es el 14 de marzo de 2022
1 / 15
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Spaans
Beroepsopleiding
In deze les zitten
15 slides
, met
tekstslides
.
Lesduur is:
90 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Hoy es el 14 de marzo de 2022
Slide 1 - Tekstslide
Mirar ejercicios:
Lectura de Madrid p. 10-11
Slide 4: beantwoord de vragen
Oud:
TB: p.92,93 oef.9a/b, 10a/b
WB: p.94 t/m 98 oef. 4, 18, 19, 20a/b
Nieuw:
TB.: p.92,93, oef. 9a/b/c, 10 a/b
WB: p.94 t/m 98, oef. 4, 18 ,19, 20
Slide 2 - Tekstslide
Preguntas p.10-11
1. ¿Qué es hacer una peineta?
2. Según Tomás es Diane egoista, ¿por qué?
3. ¿ Cuál es la pintura favorita de Tomás?
4. ¿ Se queda mucho tiempo en el museo?
5. ¿ Qué es el metro?
6. ¿ Qué representa "El jardín de las delicias"?
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Bestellen in een restaurant
Video: ¿ Qué piden para comer?
Primer plato
segundo plato
postre
Bebida
Slide 5 - Tekstslide
En el restaurante TB: p. 92
, 9
9b
Lees het menu , ¿qué platos conoces?
Luister en geef bij B aan wat de gasten bestellen.
Para mí ensalada mixta.
De segundo el pollo asado
un vino tinto de la casa
¿De postre qué ?
¿Me trae agua?
de primero
yo tomo
para beber
hay
otro vaso para el
hoe wilt u het?
bereidingswijze:
frito/asado/al horno/a la plancha/ a la romana/ muy o poco hecho
Slide 6 - Tekstslide
Opd. 9b
Bestellen in een restaurant
pedir en un restaurante
¿Qué desean?
¿Qué van a tomar?
¿Desean postre?
Para mí, de primero..
de segundo..
de postre..
La cuenta, por favor
Slide 7 - Tekstslide
TB.Op.10 otro/a/os/as
telbaar
otro cuchillo
otra cuchara
otros cafés
otras dos cervezas
¡OJO!
un otro cuchillo
un poco (más) de
niet telbaar
pan, agua, salsa
¿Me/nos trae______ , por favor?
wat boter - nog een glas wijn - een fles water - een servet -
nog wat brood - wat zout - een vork - nog wat saus
"Otro" betekent
een andere
of
nog een
. Uit de context is altijd af te leiden om welke betekenis het gaat
Slide 8 - Tekstslide
WB
WB: p.94 t/m 98 oef. 4, 18, 19, 20a/b
WB: p.94 t/m 98, oef. 4, 18 ,19, 20
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
TB nr. 11a en 11b p. 93
¿Qué tal la comida?
el verbo estar
El pollo está ____________.
La sopa está ____________.
Los calamares están ________.
Las gambas están __________.
Slide 12 - Tekstslide
¿Ser o estar?
Als je een
mening
over je eten geeft gebruik je het ww estar.
Als je een
eigenschap
van je eten geeft gebruik je het ww ser.
El gazpacho
es
una sopa.
El gazpacho
está
caliente.
schrijf een zin met ser en een met estar ( met bijv.nw uit je boek....
ser
la hamburguesa es de carne
estar
la hamburguesa está deliciosa
Slide 13 - Tekstslide
Lectura de Madrid p. 12-113
Oud:
W
B: oef.12,
21, 22,
23, 24, Reglas y Sistemas
Nieuw:
WB: oef.
11, 21, 22, 23,24,25,26, Reglas y Sistemas
TB (
oud
en nieuw) : Panamericana
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Unidad 10.4
Februari 2022
- Les met
28 slides
Spaans
Beroepsopleiding
19-03-2024
Maart 2024
- Les met
20 slides
Spaans
Beroepsopleiding
18-03-2024
Maart 2024
- Les met
23 slides
Spaans
Beroepsopleiding
19-03-2024
Maart 2024
- Les met
23 slides
Spaans
Beroepsopleiding
26-03-2024
Maart 2024
- Les met
22 slides
Spaans
Beroepsopleiding
Unidad 10.3
Maart 2023
- Les met
23 slides
Spaans
Beroepsopleiding
Unidad 10 Final
Maart 2023
- Les met
16 slides
Spaans
Beroepsopleiding
Introducion Sé Visible - Explora y Conviértete
Januari 2024
- Les met
14 slides
door
Grunberg Academy
Grunberg Academy