2024_week 6_2mh_les2_lesen und Klassenarbeit üben

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Du hast 3 min für:


Je hebt 3 min om: 

  • Jacke aus
  • Laptop geschlossen auf dem Tisch
  • Buch/ Heft/ Stift auf dem Tisch
timer
3:00
  • Als de timer is gestopt maak je opdracht 5 op blz. 97

Slide 2 - Tekstslide

An die Arbeit
Machen Leseaufgabe 5 auf Seite 97
1. Lees eerst de vragen 
2. Lees de tekst en ga gericht op zoek naar het antwoord.


Hoe?  in stilte

Klaar? Leer voor de repetitie (Grammatica Kapitel 4, woordjes L.4,5,6 NL-DU en DU-NL + Redemittel L.6 DU-NL)

timer
7:00

Slide 3 - Tekstslide

Was machen wir heute?
  • Leseaufgabe
  • Üben für die Klassenarbeit
  • Wörter übersetzen
  • Wörter kontrollieren mit lesson-up

Slide 4 - Tekstslide

Lernziel

  • Aan het einde van de les weet je door het maken van opdrachten en oefenen van woordjes welke je al goed beheerst en wat je nog beter moet oefenen.


Slide 5 - Tekstslide

An die Arbeit
Kies waar je nog beter voor wilt oefenen
- Schrijf de rijtjes van haben & sein
- Regel voltooid deelwoord
- Schrijf de rijtjes van de modale hulpwerkwoorden op blz. 12
- Online: Kapitel 4 --->Test jezelf en woordtrainer---->4.4, 4.5, 4.6
- Online: Kapitel 4---->Versterk jezelf------------------------------------------>
- Online: Kaptitel 4.4--->Test jezelf---->tijdsbepaling
- Online: Kapitel 4.5---->Test jezelf---->dagindeling

Hoe? In eerste 10 minuten zelfstandig in stilte
timer
20:00

Slide 6 - Tekstslide

übersetzen
  • der Abschluss
  • das Frühstück
  • die Kartoffeln
  • fahren
  • allein
  • kochen
  • wegwerfen
  • zwiebeln
  • der Kuchen
timer
10:00
  • erleben
  • mieten
  • sondern
  • einfach
  • der Bereich
  • aufräumen
  • hinter
  • zahlen
  • die Feuerwehr
  • der Notfall
Schrijf eerst de woorden op en zoek de vertaling!

Je hebt ze straks nodig!

Slide 7 - Tekstslide

het noodgeval
A
das Nood
B
der Notfall
C
am Gefallen
D
das Nootgeval

Slide 8 - Quizvraag

das Frühstück
A
het leven
B
het ontbijt
C
de klok
D
het stukje

Slide 9 - Quizvraag

die Kartoffeln
A
de kaarten
B
de kartingbaan
C
de aardappelen
D
de toffe mensen

Slide 10 - Quizvraag

rijden
A
drieven
B
rieten
C
reiden
D
fahren

Slide 11 - Quizvraag

allein
A
alleen
B
allemaal
C
alles
D
lijn

Slide 12 - Quizvraag

koken
A
cooken
B
koken
C
gekocht
D
kochen

Slide 13 - Quizvraag

wegwerfen
A
werpen
B
verwerpen
C
weg gaan
D
weggooien

Slide 14 - Quizvraag

uien
A
zwiebeln
B
unionen
C
sondern
D
uienschen

Slide 15 - Quizvraag

der Kuchen
A
keuken
B
het kuchen
C
het gebak
D
kuiken

Slide 16 - Quizvraag

die Überasschung
A
de overkant
B
de verassing
C
de übertaxi
D
de schommel

Slide 17 - Quizvraag

der Schrank
A
de kast
B
de zieke
C
de rivier
D
de huur

Slide 18 - Quizvraag

beleven
A
believen
B
leben
C
beleiben
D
erleben

Slide 19 - Quizvraag

huren
A
houren
B
mieten
C
renten
D
huuren

Slide 20 - Quizvraag

sondern
A
omdat
B
tot
C
maar
D
vanaf

Slide 21 - Quizvraag

makkelijk
A
zahlen
B
einfach
C
fahren
D
schrank

Slide 22 - Quizvraag

der Bereich
A
het bereik
B
het bereiken
C
het bedrijf
D
het gebied

Slide 23 - Quizvraag

aufräumen
A
omhoog
B
opruimen
C
ruimte
D
het ruim

Slide 24 - Quizvraag

hinter
A
achter
B
voor
C
maar
D
tot

Slide 25 - Quizvraag

zahlen
A
het getal
B
betalen
C
zeggen
D
tellen

Slide 26 - Quizvraag

de brandweer
A
das Feuer
B
die Brandwetter
C
die Feuerwehr
D
der Brandwier

Slide 27 - Quizvraag

Lernziel

  • Aan het einde van de les weet je door het maken van opdrachten en oefenen van woordjes welke je al goed beheerst en wat je nog beter moet oefenen.


Slide 28 - Tekstslide

Hausaufgaben
Lernen: 
Leer voor de repetitie



Slide 29 - Tekstslide

Abschluss
Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af
  • na mijn startsignaal: inpakken
  • zitten blijven tot de bel gaat- stil

  • dan: klaar :)

Slide 30 - Tekstslide

Auf Wiedersehen!

Slide 31 - Tekstslide