M1 SS7 Chapter 4 E

Welcome ZM1A
  • Oortjes uit 
  • Boek en etui op tafel
  • Tas op de grond
STARTKLAAR?
  • Ga op je plek zitten
  • Doe je jas uit
  • Telefoon in je tas
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome ZM1A
  • Oortjes uit 
  • Boek en etui op tafel
  • Tas op de grond
STARTKLAAR?
  • Ga op je plek zitten
  • Doe je jas uit
  • Telefoon in je tas

Slide 1 - Tekstslide

Welcome ZM1B
  • Oortjes uit 
  • Boek en etui op tafel
  • Tas op de grond
STARTKLAAR?
  • Ga op je plek zitten
  • Doe je jas uit
  • Telefoon in je tas

Slide 2 - Tekstslide

PTO 2 - Week 20 - lesson 1
Today's mission:
  • homework check
  • Grammar
  • Writing

Slide 3 - Tekstslide

Stepping Stones p. 20
  1. Do you like spaghetti?                     No, I don't like Italian food.
  2. Does he play football?                     No, he doesn't play any sports.
  3. Does she live in your street?         No, she doesn't live in my town anymore. 
  4. Does your cat eat meat?                 No, it doesn't eat meat.
  5. Do we need a car?                              No, we don't need a car. 
  6. Do they go to the cinema a lot?   No, they don't watch films very often. 

Slide 4 - Tekstslide

Reading 22, page 21 (=homework)

Slide 5 - Tekstslide

Speaking & Stones 26d, page 24 (=homework)

Slide 6 - Tekstslide

Vocabulary C & D

Do the test! Score at least 80%


Slide 7 - Tekstslide

Today's mission
Grammar: you can use the articles (the/a/an) and can say when someone has to do something

Slide 8 - Tekstslide

Grammar 29a, page 26

Slide 9 - Tekstslide

Grammar 29b, page 26

Slide 10 - Tekstslide

Articles


In het Engels heb je de volgende lidwoorden: 
the / a / an

Slide 11 - Tekstslide

Articles


the betekent de/het en kan altijd gebruikt worden. 

Slide 12 - Tekstslide

Articles


a betekent een en wordt gebruikt bij woorden die met een medeklinkerklank beginnen
an betekent een en wordt gebruikt bij woorden die met een klinkerklank beginnen

Slide 13 - Tekstslide

A
AN
table
house
egg
chicken
island
phone
orange

Slide 14 - Sleepvraag

A
AN
desk
university
apartment
piano
island
radio
envelope
omelette

Slide 15 - Sleepvraag

a
an
artist
balcony
elephant
home
hour
paw
union
umbrella

Slide 16 - Sleepvraag

Grammar 30c, page 27

Slide 17 - Tekstslide

Grammar 31, page 27

Slide 18 - Tekstslide

Grammar 32a, page 28

Slide 19 - Tekstslide

Grammar 32b, page 28

Slide 20 - Tekstslide

Grammar 32c, page 28

Slide 21 - Tekstslide

Grammar 33, page 29

Slide 22 - Tekstslide

joinmyquiz.com
a/an/the 

Slide 23 - Tekstslide

Can you use articles?

Slide 24 - Tekstslide

Today's mission
Writing: You can write using articles and tell someone what to do. 

Slide 25 - Tekstslide

Grammar 34a, page 29

Slide 26 - Tekstslide


Slide 27 - Open vraag

Can you write using articles and tell someone what to do?

Slide 28 - Tekstslide

Homework
Do:
Exercise 33, page 29
Study: 
Grammar 10 & 11, p. 51

Slide 29 - Tekstslide