Sinterklaastraditie versus Krampustraditie

Sinterklaas / Nikolaus
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2-4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Sinterklaas / Nikolaus

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van deze les:
Je leert de verschillen kennen tussen Sinterklaas in Nederland en Duitsland én andere Duitstalige landen (Oostenrijk, Zwitserland).

Je leert een aantal nieuwe woorden in het Nederlands / Duits rondom het thema Sinterklaas.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je al over Sinterklaas in Duitstalige landen?

Slide 3 - Woordweb


Hoe heet het hoofddeksel 
van Sinterklaas?
A
tabberd
B
kroon
C
muts
D
mijter

Slide 4 - Quizvraag


Waar komt Sinterklaas 
oorspronkelijk vandaan?
A
Turkije
B
Brazilië
C
Spanje
D
Nederland

Slide 5 - Quizvraag


Wat was het beroep van 
Sinterklaas ?
A
Dominee
B
Priester
C
Bisschop
D
Pastoor

Slide 6 - Quizvraag


Op welke datum is 
Sinterklaas jarig?
A
4 December
B
5 December
C
6 december
D
7 december

Slide 7 - Quizvraag


Hoe heet het paard van 
Sinterklaas?
A
Amerigo
B
Rudolf
C
Ozosnel
D
Pedro

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Nikolaus in den Niederlanden und in Deutschland.
Diese Woche wird der Geburtstag von Sankt Nikolaus gefeiert. Am 5. Dezember findet jedes Jahr in den Niederlanden die Nikolausfeier statt. Auch in Deutschland wird Nikolaus gefeiert. 
In Deutschland feiert man aber nicht am 5. sondern am 6. Dezember. Es gibt viele Ähnlichkeiten (=overeenkomsten) zwischen den Traditionen in den Niederlanden und Deutschland. Kinder halten Ausschau nach(=uitkijken naar) dem Nikolaus. Sie stellen ihre Schuhe vor das Haus und singen, um Geschenke zu bekommen. 
Es gibt aber auch einen großen Unterschied! In den Niederlanden hilft Peter dem Nikolaus. In Deutschland spielen Knecht Ruprecht und teuflische (duivelse) Wesen die Rolle des Helfers.

Slide 10 - Tekstslide

Op welke dag wordt Nikolaustag gevierd?
A
4 december
B
5 december
C
6 december
D
24 december

Slide 11 - Quizvraag

In Deutschland helfen teuflische (=duivelse)Wesen dem Nikolaus.
A
richtig
B
falsch

Slide 12 - Quizvraag

In grote delen van Duitsland heet het hulpje van Sinterklaas.............................
A
schwarzer Piet
B
Samichlaus
C
Schmutzli
D
Knecht Ruprecht

Slide 13 - Quizvraag

Nikolaus und Knecht Ruprecht
  • in den meisten Teilen Deutschlands (Norden und Mitte)
  • Begleiter des  Nikolaus
  • Ruprecht hatte eine Rute mit
  • Er ist schmutzig und trägt braun oder schwarz
  • Er bestraft böse Kinder, die nicht brav gewesen sind!

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

1

Slide 16 - Video

00:52
Wat doet Krampus bij meerdere personen?
A
hij pakt hun muts af
B
hij slaat ze met de roe
C
hij duwt ze aan de kant
D
hij aait ze over hun bol

Slide 17 - Quizvraag

Krampus wordt omschreven als "Halb Ziege, halb Dämon". Wat betekent dat?
A
Helft geit, voor de helft demon
B
Helft tuig, voor de helft demon
C
Helft gestoorde, voor de helft demon
D
Helft duivel, voor de helft demon

Slide 18 - Quizvraag

Nikolaus und Krampus
  • In der Alpenregion (Österreich+Süddeutschland)
  • Krampus begleitet Nikolaus
  • Die machen Paraden durch die Straßen
  • Eine dämonische Figur
  • Kinder haben Angt vor dem Krampus (viele Eltern auch!)

Slide 19 - Tekstslide

Jullie gaan zo luisteren naar een bekend Sinterklaasliedje. Let goed op! Je krijgt er een paar vragen over. Hört gut zu...

Slide 20 - Tekstslide

2

Slide 21 - Video

00:17
Wat betekent: "Lasst uns froh und munter sein"?
A
Laat we vrolijk en opgewekt zijn.
B
Laat we stout en vervelend zijn.
C
Laten we gezellig en druk zijn.

Slide 22 - Quizvraag

00:32
Hoe heet "pakjesavond" in het Duits?
A
Geschenkabend
B
Nikolausabend
C
Nikolausnacht

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een "Teller"?
A
een telraam
B
een schoen
C
een bord

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het doel van de "Teller"?
A
daar leggen kinderen eten op voor Nikolaus
B
daar legt Nikolaus de cadeautjes op
C
daar legt Nikolaus eten op
D
daar leggen de kinderen hun verlanglijstje op

Slide 25 - Quizvraag

Hoeveel Duitse "Sinterklaaswoorden"ken jij?

Slide 26 - Tekstslide

der Teller
Schokolade
Mandarinen
der Nikolaus
der Sack
die Rute
das Geschenk
der Dezember

Slide 27 - Sleepvraag

Sinterklaas
Krampus
pepernoten
bord zetten
schoen zetten
slaan met roe
mijter
eng voor kinderen

Slide 28 - Sleepvraag

Was gefällt euch besser Krampus oder Sinterklaas?

Slide 29 - Open vraag

Ik heb nu een duidelijk beeld over de Sinterklaastraditie versus Krampus
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Slide 31 - Tekstslide