helaas ben ik vandaag ziek thuis met een migraine aanval. Jullie kunnen zelf aan de slag met deze les. Goed lezen wat jullie moeten doen. Ook gaan jullie werken in het digitale boek. Als je klaar bent kun je verder gaan in Learnbeat met Portfolio 3hoeks gesprek. Bis Montag!!!
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2
In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Zelfstandig werken
lieve leerlingen,
helaas ben ik vandaag ziek thuis met een migraine aanval. Jullie kunnen zelf aan de slag met deze les. Goed lezen wat jullie moeten doen. Ook gaan jullie werken in het digitale boek. Als je klaar bent kun je verder gaan in Learnbeat met Portfolio 3hoeks gesprek. Bis Montag!!!
Slide 1 - Tekstslide
Was machen wir heute?
Oefenen modalverben
test jezelf 4.1 en 4.2
hören: Aufgabe 4 Seite 16
Abschluss
Slide 2 - Tekstslide
Lernziel
Aan het einde van de les kan je het modale hulpwerkwoord van ik kan, ik mag en ik vind leuk in het Duits opnoemen, doordat je de BINGO hebt gespeeld en opdrachten hebt nagekeken.
Slide 3 - Tekstslide
Hoe zat het ook alweer?
dürfen, können, mögen
Wat is een modaal hulpwerkwoord?
Met modale hulpwerkwoorden kun je aangeven of iets wenselijk of mogelijk is.
Let op!!!! dürfen betekent in het Duits toestemming hebben, dus niet durven.
Let op!!! mögen betekent houden van/leuk vinden, lusten/lekker vinden, dus niet mogen.
Dit zijn Falsche Freunde
Slide 4 - Tekstslide
Samenvatting modale hulpwerkwoorden
bij wir, ihr, sie/Sie regelmatig. Je gebruikt esttenten
geen uitgang bij ich, er/sie/es
bij können, dürfen, mögen wordt de klinker een -a
können ö=a (ich kann)
dürfen ü=a (ich darf)
mögen ö=a (ich mag)
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Aan de slag
* schrijf nu de rijtjes van de modale hulpwerkwoorden netjes in je schrift
* je kunt ze vinden in je boek op blz. 12
* probeer ook het rijtje in het Nederlands erbij te zetten
Slide 7 - Tekstslide
Modale hulpwerkwoorden oefenen
draai aan het rad en probeer de vorm in het Duits op te schrijven
.
Ik geef het Nederlandse woord, dus je moet schakelen
Slide 8 - Tekstslide
Hören
Aufgabe 4 Seite 16 "Sportangebot"
maak test jezelf 4.1 en 4.2 in je digitale boek
Slide 9 - Tekstslide
Hausaufgaben
Lernen: Wörter Lektion 1 + 2 auf Seite 44. NL-D und D-N
Slide 10 - Tekstslide
Was hast du heute gelernt?
Hoe zeg je: ik kan, ik mag en ik vind leuk in het Duits?