Nieuws van de week 13 juni

Nieuws van de week 13 juni
  1. Overstromingen in Duitsland
  2. Europese Verkiezingen
  3. Wat kun je doen bij een muggenplaag?
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsISK

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 3 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Nieuws van de week 13 juni
  1. Overstromingen in Duitsland
  2. Europese Verkiezingen
  3. Wat kun je doen bij een muggenplaag?

Slide 1 - Tekstslide

Overstromingen
in Duitsland

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

Waarom staan dorpen en steden in Duitsland onder water?
A
Omdat het heel hard heeft gesneeuwd
B
Omdat het heel hard heeft geregend.
C
Omdat de dammen zijn gebouwd.
D
Omdat de rivieren droog staan.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een oorzaak van de hevige regenbuien?
A
De winter.
B
De zomer.
C
De wind.
D
Klimaatverandering.

Slide 5 - Quizvraag

Waar komen de overstromingen vooral voor in Duitsland?
A
In het noorden.
B
In het westen.
C
In het zuiden.
D
In het oosten.

Slide 6 - Quizvraag

Welke gebieden in Duitsland worden genoemd als plaatsen met overstromingen?
A
Beieren en Baden-Würrtemberg.
B
München en Frankfurt.
C
Hamburg en Berlijn.
D
Keulen en Düsseldorf.

Slide 7 - Quizvraag

Wat deden de brandweermannen en militairen?
A
Ze repareerden de dammen.
B
Ze zochten naar mensen die nog in hun huis zaten.
C
Ze bouwden nieuwe huizen.
D
Ze maakten de straten schoon.

Slide 8 - Quizvraag

Wat gebeurde er met de rivier naast de snelweg?
A
De rivier droogde op.
B
De rivier bevroren.
C
De rivier stroomde over.
D
De rivier veranderde van richting.

Slide 9 - Quizvraag

Waarom moesten mensen snel hun huis uit?
A
Omdat het regende.
B
Omdat er brand was.
C
Omdat hun huizen onder water kwamen te staan.
D
Omdat de zon scheen.

Slide 10 - Quizvraag

Wie legt in de studio uit over de verandering in het weer?
A
De brandweerman.
B
De weerman.
C
De burgemeester.
D
De politieagent.

Slide 11 - Quizvraag

Wat gebeurt er met het weer door de opwarming van de aarde?
A
Het blijft hetzelfde.
B
Droge periodes worden droger en regenbuien worden heviger.
C
Het regent minder.
D
De zon schijnt altijd.

Slide 12 - Quizvraag

Wat moeten mensen op de Nederlandse camping doen vanwege het stijgende water?
A
Ze moeten hun caravans verkopen.
B
Ze moeten naar het strand gaan.
C
Ze moeten meer water drinken.
D
Ze moeten voor de zekerheid weg.

Slide 13 - Quizvraag

Europese
Verkiezingen

Slide 14 - Woordweb

Slide 15 - Video

Wanneer werden de verkiezingen voor het Europees Parlement gehouden?
A
Op maandag 6 juni.
B
Op dinsdag 6 juni.
C
Op woensdag 6 juni.
D
Op donderdag 6 juni.

Slide 16 - Quizvraag

Waar wordt in het Europees Parlement over vergaderd?
A
Alleen over nationale kwesties.
B
Alleen over Europese economie.
C
Alleen over Europese geschiedenis.
D
Over allerlei onderwerpen, van telefoonkabels tot de opwarming van de aarde.

Slide 17 - Quizvraag

Hoe vaak worden er verkiezingen gehouden voor het Europees Parlement?
A
Om de twee jaar.
B
Om de drie jaar.
C
Elke vijf jaar.
D
Elke tien jaar.

Slide 18 - Quizvraag

Hoeveel Nederlandse politici worden naar het Europees Parlement gestuurd?
A
31
B
41
C
51
D
61

Slide 19 - Quizvraag

Waarom moeten alle mobiele telefoons volgens een Europese wet dezelfde oplader hebben?
A
Om kosten te verlagen voor fabrikanten.
B
Om de winst van fabrikanten te verhogen.
C
Om de kwaliteit van mobiele telefoons te verbeteren.
D
Om het gemak voor de gebruikers te vergroten.

Slide 20 - Quizvraag

Welke nieuwe regel gaat binnenkort over het repareren van kapotte apparaten?
A
Fabrikanten moeten kapotte apparaten repareren.
B
Gebruikers moeten zelf kapotte apparaten repareren.
C
Kapotte apparaten moeten worden weggegooid.
D
Kapotte apparaten kunnen niet worden gerepareerd.

Slide 21 - Quizvraag

Waarom wordt er dit keer veel gesproken over defensie bij de verkiezingen?
A
Vanwege een economische crisis.
B
Vanwege een natuurramp.
C
Vanwege een oorlog in Oekraïne.
D
Vanwege een politieke ruzie.

Slide 22 - Quizvraag

Wat gebeurt er nadat de verkiezingen voorbij zijn?
A
Er worden geen nieuwe wetten gemaakt.
B
Partijen kunnen plannen gaan maken.
C
Het Europees Parlement wordt ontbonden.
D
Alle politici nemen ontslag.

Slide 23 - Quizvraag

Muggenplaag

Slide 24 - Woordweb

Slide 25 - Video

Waar leggen muggen hun eitjes?
A
In de grond.
B
In bloemen.
C
In de lucht.
D
In stilstaand water.

Slide 26 - Quizvraag

Wat wordt mensen aangeraden te doen om een muggenplaag te voorkomen?
A
Meer bloemen planten.
B
Meer water in de tuin te hebben.
C
Meer vogels aantrekken.
D
Bakjes, emmers, gieters en potten regelmatig leeg te gooien.

Slide 27 - Quizvraag

Waarom zijn er waarschijnlijk meer muggen dan normaal deze zomer in Nederland?
A
Omdat er minder regen is gevallen.
B
Omdat er minder warme dagen waren.
C
Omdat er veel regen is gevallen en het voorjaar warm was.
D
Omdat er meer sneeuw is gevallen.

Slide 28 - Quizvraag

Wat kunnen mensen zelf doen om minder last te hebben van muggen?
A
Meer water in de tuin plaatsen.
B
Het water weg te gooien waar muggenlarven in leven.
C
Meer vogelbadjes plaatsen.
D
De tuin meer bemesten.

Slide 29 - Quizvraag

Hoe vaak wordt aangeraden om bakjes leeg te gooien om een muggenplaag te voorkomen?
A
Een keer per maand.
B
Eens in de twee weken.
C
Een keer per jaar.
D
Elke dag.

Slide 30 - Quizvraag