Kunstgeschiedenis - Realisme

Realisme
  • 1840-1880
  • Realisme bestaat naast Romantiek. 

  • 19e eeuw: Industriële Revolutie 
  • Trek van platteland naar de steden.
  • Fabrikanten wilden zoveel mogelijk winst maken -> lage lonen, slechte omstandigheden, lange werktijden.
  • Sociale onrust: woningnood, werkeloosheid en ziekte. 
Markiezin de Pompadour - François Boucher
Adolf von Menzel, “Staalwalserij”, 1875

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Realisme
  • 1840-1880
  • Realisme bestaat naast Romantiek. 

  • 19e eeuw: Industriële Revolutie 
  • Trek van platteland naar de steden.
  • Fabrikanten wilden zoveel mogelijk winst maken -> lage lonen, slechte omstandigheden, lange werktijden.
  • Sociale onrust: woningnood, werkeloosheid en ziekte. 
Markiezin de Pompadour - François Boucher
Adolf von Menzel, “Staalwalserij”, 1875

Slide 1 - Tekstslide

Maatschappelijk betrokken
  • Karl Marx, “Das Kapital”, 1849 “Proletariërs   aller lande, verenigt u” zorgt voor een   klassenstrijd. 
  • Honoré Daumier levert met spotprenten   kritiek op sociale verhoudingen. 
Honoré Daumier: "Gargantua", 1931

Slide 2 - Tekstslide

Schilderkunst
  • Het Realisme is voornamelijk zichtbaar in de   schilderkunst. 
  • Sociaal betrokken bij hardwerkende onderklasse: aandacht voor de gewone mens.  
  • Courbet wordt vanwege deze onderwerpskeuze afgewezen door de Salon.
  • 1855: Salon van het realisme.
Gustave Courbet, “De steenbrekers”, 1849

“Echte kunstenaars zijn zij, die hun tijd kennen, 
het moment waar zij door voorgaande tijden zijn heengevoerd.”

Slide 3 - Tekstslide

Ilya Repin, "Wolgaslepers", 1873

Slide 4 - Tekstslide

School van Barbizon
  • Kunstenaarsgroep die het platteland rond Parijs schildert met daarin de landarbeider.
  • Plein-air dankzij fabrieksmatig vervaardigde verfstoffen in tubes.
  • Daarmee voorlopers impressionisme. 
  • Eenvoud en actualiteit.
  • Sober kleurgebruik in overeenstemming met grauwe, kleurloze bestaan van de mensen.
  • Monumentaal: groot formaat, laag standpunt.  

Jean-François Millet, "De arenleesters", 1857

Slide 5 - Tekstslide

In dit werk herken je het Realisme door:
A
de precieze manier van schilderen
B
de fantasie die erin verwerkt is
C
de natuur in de hoofdrol
D
Het zware leven dat verbeeld is

Slide 6 - Quizvraag

Wat hoort er NIET bij het Realisme?
A
Aandacht voor de werkende mens, arbeiders als onderwerp
B
Verzet tegen de regels van de salon
C
Schilderen plein air
D
Geïdealiseerde weergave van de werkelijkheid

Slide 7 - Quizvraag

Beeldhouwkunst
  • Weinig beeldhouwkunst: financieel afhankelijk van opdrachtgevers, waar de kunstenaars juist kritiek op hadden. 
  • Geen glad afgewerkte beelden, maar zichtbare ‘toets’.
  • Sokkel onderdeel van het beeld. 
  • Waardige uitbeelding van arbeidersklasse.
  • Realistische weergave van het menselijk lichaam.

Constantin Emile Meunier, “Mijnwerker met bijl”, 1903


Slide 8 - Tekstslide

Leg uit waarom het Realisme een reactie was op de Salonkunst.
A
Het toont de wereld zoals de kunstenaars die graag zagen.
B
Het toont de wereld buiten de grote stad.
C
Het toont de werkelijkheid van gewone mensen en niet die van de elite.
D
Het toont waar de elite in geïnteresseerd was, dus niet persé hun wereld.

Slide 9 - Quizvraag

Architectuur
  • Uitvinding gietijzer: 1840
  • Langzaamaan toegepast in industriële bouwwerken, zoals spoorbruggen, viaducten en fabrieken, niet in gebouwen.
  • Traditionele vormgeving:  dunne metalen pilaartjes met cannelures en kapitelen.  
  • Neo-Renaissance duidelijk in exterieur dat de constructie verhult.



Henri Labrouste, “Bibliotheek Sainte-Geneviève” te Parijs, 1843-1850, interieur

Slide 10 - Tekstslide

Crystal Palace
  • Gebouwd voor de eerste   wereldtentoonstelling in 1851. 
  • Gigantisch gietijzeren bouwwerk, met ca. 80.000 m2 glas.
  • Toepassing systeembouw: prefab
  • Voor het eerst zichtbaarheid van de constructie. 
Joseph Paxton, “Crystal Palace” te Londen 1851, exterieur
 

Slide 11 - Tekstslide

Eiffeltoren
  • Eiffeltoren gebouwd voor   wereldtentoonstelling van 1889. 
  • Gietijzer door speciale behandeling   veranderd in staal (lichter en buigzamer).
  • Staal zorgde voor onbegrensde   mogelijkheden. 
  • Op dat moment hoogste bouwwerk ter   wereld (317 m).
  • Op wereldtentoonstellingen werden ook andere volken "tentoongesteld". Europa beschouwde zichzelf als superieur.
Gustave Eiffel, “Eiffeltoren en tentoonstellingscomplex” Parijs, 1889 
  
 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Neo-Classicisme
Romantiek
Realisme

Slide 14 - Sleepvraag

Arts and Crafts Movement 
  • Tegen de industrialisering en tegen de massaproductie
  • Ambachtelijk, afwijzing van vooruitgang van de mechanisatie
  • Gedecoreerd met vormen uit de natuur. Gestileerde plant- en diervormen
  • Morris & co: voor iedereen betaalbare, handgemaakte producten voor in huis maken en verkopen


William Morris

Slide 15 - Tekstslide

Arts & Crafts
Bedoeld voor het gewone volk. Betaalbaar en moet goede smaak stimuleren. Maar handgemaakte producten zo duur dat alleen de rijken het zich kunnen veroorloven.

Slide 16 - Tekstslide

Jugendstil
Jugendstil: Duits
Art Nouveau: Frans
Slaoliestijl: Nederlands

Affiche Delftsche Slaolie, Jan Toorop, 1894

Slide 17 - Tekstslide

Jugendstil
  • Massaproductie en nieuwe materialen zoals gietijzer ingezet om de werken te vervaardigen en verspreiden. Maar in praktijk alleen met de hand te maken --> uniek --> duur.

  • Historische stijlen nu juist afgewezen. 
  • Compleet nieuwe stijl, met name op gebied van toegepaste kunst. 
  • Organische, gestileerde vormen
  • Onderwerpen uit de natuur 
  • Vrouwfiguren; sierlijk en gestileerd

Slide 18 - Tekstslide

Vragen
Verklaar de naam “slaolie-stijl” aan de hand van de voorstelling. 


Verklaar de naam “slaolie-stijl” aan de hand van de vormgeving. 


De vrouwen zijn gestileerd weergegeven. Wat wordt daarmee bedoeld? 


Slide 19 - Tekstslide

Vragen
Verklaar de naam “slaolie-stijl” aan de hand van de voorstelling. 
Er werd reclame gemaakt voor de slaolie; je ziet een slaoliefles met sla.
Verklaar de naam “slaolie-stijl” aan de hand van de vormgeving. 
Het lineaire van de slaolie en de gelige slaoliekleur zijn toegepast.
De vrouwen zijn gestileerd weergegeven. Wat wordt daarmee bedoeld? 
Er is sprake van vereenvoudiging: egale vlakken, contouren en het haar is een lijnenspel.

Slide 20 - Tekstslide

Jugendstil architectuur
België, Duitsland en Nederland:
  • Asymmetrische gevels met daarin decoraties geïnspireerd op de natuur
  • Er wordt veel gebruik gemaakt van beschilderde tegels
  • Grote, in de decoratie van de gevel opgenomen ramen

Slide 21 - Tekstslide

Metro Parijs: Art Nouveau
Hoe herken je de Jugendstil hierin?

Slide 22 - Tekstslide

Jugendstil in Barcelona, door Antoni Gaudi
Hoe herken je de Jugendstil hierin?

Slide 23 - Tekstslide

Vragen
Welke kenmerken van de Jugendstil herken je? 



Welk dier herken je in de brievenbus? 

Wat bedoelen we met “gestileerd” ? 

Noem twee vormgevingsaspecten.

Welk voorstellingsaspect? 

Slide 24 - Tekstslide

Vragen
Welke kenmerken van de Jugendstil herken je? 
A-symmetrie, decoratief, smeedijzeren balkon, glas-in-lood ramen.


Welk dier herken je in de brievenbus? 
Liggende kat


Wat bedoelen we met “gestileerd” ? 
De liggende kat is vereenvoudigd.


Noem twee vormgevingsaspecten.
Lineair, organisch, gestileerd.



Welk voorstellingsaspect? 
Brievenbus en bel als dier/kat weergegeven.

Slide 25 - Tekstslide


Affiche, Alphonse Mucha
(Lithografie)
A
Arts and Crafts
B
Jugendstil

Slide 26 - Quizvraag


A
Arts and Crafts
B
Jugendstil

Slide 27 - Quizvraag


A
Arts and Crafts
B
Jugendstil

Slide 28 - Quizvraag


A
Arts and Crafts
B
Jugendstil

Slide 29 - Quizvraag


A
Arts and Crafts
B
Jugendstil

Slide 30 - Quizvraag

De volgende keer gaan we het hebben over het Impressionisme

Slide 31 - Tekstslide