alinea's / kernzinnen

                                                        Welkom!
       Voordat de les is begonnen, heb jij al het volgende gedaan:
       Schriftje en pen liggen al op tafel
timer
1:00
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

                                                        Welkom!
       Voordat de les is begonnen, heb jij al het volgende gedaan:
       Schriftje en pen liggen al op tafel
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide


  • Kun je uitleggen wat een kerzin is. 
  • Kun je de kernzinnen benoemen in elke alinea.
  • Kun jij de) betekenis van de woordenlijst vertellen aan mij. (was huiswerk)
               Lesdoelen

Slide 2 - Tekstslide

HUISWERK WAS:

Slide 3 - Tekstslide

Pak je schriftje en pen!
timer
0:30

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk

Slide 5 - Tekstslide

Kernzin=
  1. Belangrijkste zin van een alinea.
  2. Kernzin is meestal de eerste, tweede of laatste zin van een alinea.
  3. In de zinnen voor of na de kernzin staat vaak een uitleg of voorbeeld uit iets van de kernzin.

Slide 6 - Tekstslide

2

Slide 7 - Video

00:26
Wat is een alinea?

Slide 8 - Open vraag

00:58
Wanneer gebruikt de schrijver een kernzin?

Slide 9 - Open vraag

Geen alinea's
Wel alinea's

Slide 10 - Tekstslide

Kernzinnen
  • In een kernzin zet een schrijver vaak het belangrijkste van de alinea: de hoofdzaak.

  • Andere zinnen bevatten bijzaken, minder belangrijke dingen. Zoals voorbeelden. 

  • Belangrijkste wat er gezegd wordt over een deelonderwerp

Slide 11 - Tekstslide

Welke zin is
de kernzin?

Slide 12 - Open vraag

Aan de slag! 
timer
10:00
Wat?
Hoe?
Wie?
Hulp?
Tijd?

Klaar?
Onderstreep bij elke alinea de kernzin
In de tekst onderstreep je elke kernzin
Alleen
Geen hulp, we bespreken het samen
5 minuten
Ga je de woordjes en zinnen doornemen voor de toets. In Teams

Slide 13 - Tekstslide

Lees de tekst 'puberbrein' in stilte
timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

  • Kun jij de) betekenis van de woordenlijst vertellen aan mij. (was huiswerk).
  • Kun je de kernzinnen benoemen in elke alinea
  • Kun je benoemen welk doel de schrijver heeft gehad bij het schrijven van de tekst (= tekstdoel)
     Terugblik
               Lesdoelen

Slide 16 - Tekstslide

Waar vind je vaak de kernzinnen in een alinea?
A
Eerste zin in een alinea
B
Tweede zin in een alinea
C
Laatste zin in een alinea
D
a,b en c is allemaal goed

Slide 17 - Quizvraag

Kernzinnen horen bij de hoofdzaken van de tekst.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Wat zijn kernzinnen?
A
Belangrijkste wat er gezegd wordt over een deelonderwerp
B
Belangrijkste uit de tekst
C
De middelste zin van elke alinea
D
Een leuke inleiding

Slide 19 - Quizvraag



Meenemen:
Laptop, schriftje, pen en oordopjes met kabel


Geen huiswerk, tenzij jij achterloopt met Plot 26. 
       Volgende les
         Huiswerk

Slide 20 - Tekstslide

Kernzinnen zijn vaak
A
De eerste zin van de alinea
B
De eerste of tweede zin van de alinea
C
De eerste, tweede of laatste zin van de alinea
D
De laatste zin van de alinea

Slide 21 - Quizvraag

Waarom schrijf je alleen de kernzinnen op?
A
Anders moet je teveel schrijven
B
Omdat het moet
C
Je schrijft de hele tekst op
D
Ze zijn zelf een korte samenvatting

Slide 22 - Quizvraag


Wat is de kernzin?


Slide 23 - Open vraag

Wat is de kernzin van de alinea?

Slide 24 - Open vraag

In een tekst geef je uitleg door gebruik te maken van voorbeelden. Dit zijn .....
A
Hoofdzaken
B
Bijzaken

Slide 25 - Quizvraag

De zinnen in alinea 4 zijn:

'Mensen die voor hun werk veel buiten in het groen zijn, lopen risico op tekenbeten. Ook kinderen die buiten spelen en mensen die bijvoorbeeld picknicken of wandelen in het bos, kunnen tekenbeten krijgen.'
A
hoofdzaken
B
bijzaken

Slide 26 - Quizvraag


 Hoeveel tussenkopjes heeft de tekst? Noteer het cijfer.

Slide 27 - Open vraag