BS 12.1: een constant inwendig milieu

BS 12.1: een constant inwendig milieu
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BS 12.1: een constant inwendig milieu

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  1. Leerdoelen
  2. Uitleg BS 12.1
  3. Opdrachten maken
  4. Wat hebben we geleerd?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt het verschil beschrijven tussen een inwendige en uitwendige milieu van een organisme
  • Je kunt het belang uitleggen van een constant inwendig milieu
  • Je kunt uitleggen hoe het inwendige milieu constant blijft door opname, opslag en uitscheiding

Slide 3 - Tekstslide

Inwendig milieu

Inwendig milieu =
  • Weefselvloeistof (tussen de cellen) 
  • Bloedplasma


Slide 4 - Tekstslide

Uitwendig milieu

Uitwendig milieu = alles buiten inwendig milieu
  • Huid & slijmvliezen = scheiding tussen in- en uitwendig milieu
  • Heeft contact met ''buiten lichaam'' -> Longen, darmstelsel, urinewegen

Slide 5 - Tekstslide

Welk orgaan doet aan uitscheiding?
A
Spieren
B
Lever
C
Nieren
D
Geel beenmerg

Slide 6 - Quizvraag

Opname, opslag en uitscheiding
Door middel van deze 3 processen houden we het juiste aantal stoffen in bloed constant / gelijk
  • Opname
  • Opslag
  • Uitscheiding

Zintuigcellen, zenuwcellen en hormonen regelen dit

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Opname
Bepaalde stoffen worden regelmatig stoffen opgenomen uit het uitwendige milieu naar het inwendige milieu
Bijvoorbeeld:
  • Darmkanaal: opname voedingsstoffen
  • Longen: opname van zuurstof

 Dus: van uitwendig --> inwendig

Slide 9 - Tekstslide

Opslag
Stoffen waarvan een teveel aanwezig is in het inwendige milieu, worden in bepaalde organen opgeslagen
  • In lever: glucose, mineralen, vitamines
  • In spieren: glucose (wordt omgezet in glycogeen)
  • Onder de huid: vet 
  • In geel beenmerg (lange beenderen): vet

Dus: van inwendig --> andere organen

Slide 10 - Tekstslide

Uitscheiding
Overtollige en/of schadelijke stoffen worden aan het inwendige milieu onttrokken en uit het lichaam verwijderd

  • Nieren: scheiden urine (afvalstoffen + water) uit
  • Lever: scheidt gal uit 
  • Longen: scheiden koolstofdioxide en water uit

Dus: van inwendig --> uitwendig

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Opdrachten maken
BS 12.1: opdrachten 1 t/m 6

Slide 13 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd?
  1. Welke drie processen zorgen voor het constant houden van een inwendig milieu?
  2. Wat is de scheiding tussen inwendig en uitwendig milieu?

Slide 14 - Tekstslide