Populair - persoonlijkheid

Welke talenten hebben jullie?
1 / 23
volgende
Slide 1: Woordweb
BiologieBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welke talenten hebben jullie?

Slide 1 - Woordweb

Wat is volgens jullie, "persoonlijkheid"?

Slide 2 - Open vraag

Persoonlijkheid
The big five 
= de grote vijf 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Persoonlijkheid
Hoe komt het dat geen twee mensen hetzelfde zijn of reageren? 

Zou je graag leven in een wereld waarin iedereen identiek is? 

Wat maakt jou uniek?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Geef twee voorbeelden van eigenschappen die horen bij "zelfcontrole"?

Slide 7 - Open vraag

Welke eigenschap staat er tegenover zorgvuldig?
A
Flexibel
B
Nonchalant
C
Zelfcontrole
D
Ongedisciplineerd

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Beïnvloedbaar
Zelfverzekerd
Competitief
Behulpzaam
Dominant
Invoelend

Slide 10 - Sleepvraag

Slide 11 - Tekstslide

Welke eigenschappen horen bij "openheid"?

Slide 12 - Woordweb

Slide 13 - Tekstslide

Creatief
nieuwsgierig
avontuurlijk
nuchter 
behoudend
praktisch

Slide 14 - Sleepvraag

Slide 15 - Tekstslide

Ben jij eerder gedreven of rustig?
Gedreven
Rustig

Slide 16 - Poll

Ben jij eerder driftig of stabiel?
Driftig
Stabiel

Slide 17 - Poll

Ben jij eerder bezorgd of tevreden?
Bezorgd
Tevreden

Slide 18 - Poll

Ontvankelijkheid
Hoog = het is leuk om nieuwe dingen te proberen, staat open voor veranderingen, graag op het moment zelf beslissen, meerdere hobby's 
Laag = in omgeving dat je kent, routine, alles op één hobby

Slide 19 - Tekstslide

Zelfcontrole
Hoog = betrouwbaar, harde werker, afspraken nakomen, nette kamer

Laag = organiseren en plannen is niet leuk, nieuwe dingen die je afmaakt 

Slide 20 - Tekstslide

Openheid
Hoog = extravert (= op buitenwereld gericht), graag praten, op het gemak bij andere mensen, plezier en beetje gevaarlijke activiteiten 

Laag = introvert (= in jezelf gekeerd, weinig spraakzaam), liever 1 of twee goede vrienden, beetje verlegen, goed alleen zijn

Slide 21 - Tekstslide

Meegaandheid
Hoog = gemakkelijk in omgang met mensen, goed samenwerken

Laag = eigen mening, graag 
discussies

-> meegaander met dat je ouder wordt

Slide 22 - Tekstslide

Emotionaliteit
Hoog = erg gevoelig, dikwijls zenuwachtig, snel opwinden, ook superenthousiast

Laag = rustige persoonlijkheid, niet snel van de wijs 

Slide 23 - Tekstslide