GERMINAL (Literatuur)

littérature cours 1
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

littérature cours 1

Slide 1 - Tekstslide

GERMINAL
On va lire: 

Slide 2 - Tekstslide

Le réalisme et le naturalisme
Dit boek behoort tot de stroming van het naturalisme. 

Slide 3 - Tekstslide

Realisme en Naturalisme zijn een reactie op het romantisme. Wat weet je van deze stroming?
Romantisme

Slide 4 - Woordweb

Het realisme en het naturalisme zijn een reactie op de romantiek. Noem min. 2 kenmerken van het naturalisme.

Slide 5 - Open vraag

Wat zijn realisme en naturalisme?
Kunststroming (schilderkunst &literatuur) die zich bezighoudt met het gedetailleerd weergeven van de alledaagse werkelijkheid. Men moet, i.t.t. wat men tijdens de Romantiek deed, de werkelijkheid niet ontvluchten (verleden, toekomst of exotisme), maar haar proberen te beheersen door haar te beschrijven op een neutrale manier.

Slide 6 - Tekstslide

Romantisme (+/-1800-1848)
1. beschrijven hogere sociale klasse (adel)
2.geidealiseerde werkelijkheid
3. gevoel staat centraal (le mal du siècle, melancholisch gevoel)
4.innerlijke beleving belangrijk
5.werkelijkheid ontvluchten in: verleden/toekomst/ exotisme/wanordelijke natuur
6. auctoriele verteller (alwetende verteller met moraliserend commentaar)
Réalisme: (1830-1870)
1. beschrijven arbeiders en hun misère
2.werkelijkheid zoals ze is 
3.objectiviteit staat centraal
4.roman d'apprentissage (ontwikkeling v/h personnage als persoon staat centraal) antiheld
5. werkelijkheid niet ontvluchten maar beheersen 
6. personaal vertelperspectief/ik vertel-perspectief
7bestuderen van maatschappelijke klassen
8personnages psychologisch bestuderen
9 misstanden van de bourgeoise aan de kaak stellen (kritiek)
Naturalisme is réalisme + déterminisme (erfelijke eigenschappen en sociale afkomst bepalen het lot van de mens: Wie als dubbeltje geboren is zal geen kwartje worden)

Slide 7 - Tekstslide

 Ontstaan van het realisme en naturalisme
- reactie op overdreven stijl van de Romantiek (+/- 1800-1848)
                toegespitst op weergeven werkelijkheid, niet mooier maken dan het is
                alledaagse werkelijkheid als thema
                misère van arbeidersklassers wordt beschreven, geen taboe
                De nieuwe republiek gaf niet de gehoopte verbetering. 



 

Slide 8 - Tekstslide

La différence entre le romantisme et le réalisme

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

bekende schrijvers
Honoré de Balzac: (la comédie humaine, 90 romans)
Gustave Flaubert : Madame Bovary. hij documenteerde alles als wetenschapper
Emile Zola: schreef met name over de arme arbeidersklassen
--> L'assomoir/ Germinal
Germinal= een van bekendste werken. HIj beschrijft hierin het leven in de Franse mijnen zeer nauwkeurig. Hij is hiervoor ook zelf in de mijnen gaan werken. Kijk de bande annonce van de film Germinal hier Je krijgt een goed beeld van het zware leven in die tijd.

Slide 11 - Tekstslide

On va lire chapitre 1.
Fais des notes.
Ecris  5 mots nouveaux

Slide 12 - Tekstslide

Waarom past het verhaal van "Germinal" in het naturalisme (met voorbeeld gebeurtenis uit het verhaal)

Slide 13 - Open vraag

On va lire chapitre 2.
Fais des notes.
Ecris  5 mots nouveaux
Tu vas lire Litetuur katern p. 69-72
Maak de opdrachten bij Stendhal

Slide 14 - Tekstslide

Stendhal - Le Rouge et le Noir
    Belangrijkste thema in het werk van Stendhal is de liefde en de individuele zoektocht naar geluk.
     
    Stendhal heeft het concept van ‘ kristallisatie ‘ uitgedacht : wanneer iemand verliefd wordt dicht hij of zij in zijn of haar verbeelding allerlei ideale eigenschappen toe aan het onderwerp van zijn of haar verliefdheid. 
    Qua thematiek past het werk van Stendhal beter in de Romantiek dan in het Realisme. Echter, de methodes die hij hanteert bij het schrijven zijn een voorbode van het realisme. Hij ziet een roman als een spiegel van de werkelijkheid en een instrument om herkenbare personages psychologisch te kunnen analyseren. 

    Maak opdracht 1 op p. 72/73 uit je literatuurboek.

    Slide 15 - Tekstslide

    Bewaar je aantekeningen heel erg goed
    Bien garder les remarques que vous avez noté

    Slide 16 - Tekstslide

    Filosoof "Hippolyte Taine" heeft het over race,......&..........
    A
    environnement et moment
    B
    milieu et temps
    C
    environnement et temps
    D
    milieu et moment

    Slide 17 - Quizvraag

    Leg een verband tussen race, milieu et moment en het drinken van de mannen in de kroeg, bespreek dit met je buur.

    Slide 18 - Tekstslide

    het volgende filmpje legt uit wat "la légion d'honneur" is.
    Schrijf voor je zelf op:
    Wat is het? Wie krijgen het?Vindt de spreker alle ontvangers een juiste keuze?

    Slide 19 - Tekstslide

    Slide 20 - Video

    Emile Zola behoort ook tot diegene die "la légion d'honneur" geweigerd hebben. Leg uit waarom volgens jou?

    Slide 21 - Open vraag

    A. optreden

    B. ontdekt worden

    C. zin hebben om te 

    A. elle est tres gâtée, elle mange de la brioche.
    B. elle veut rester auprès de son homme
    C. il est mineur depuis 50 ans
    D.  il n'est pas respecteux vers sa copine
    E. Il survit l'accident dans la mine
    F. elle est amoureuse d'Etienne
    1.  Cathérine
    2.  Etienne
    3.  La Maheude
    4. Bonnemort
    5.  Chaval
    6.  Cécille Grégoire

    Slide 22 - Sleepvraag


    La grève éclate
    (zet in de futur)
    A
    la grève éclaterai
    B
    la grève éclaterais
    C
    la grève éclatera
    D
    la grève éclateront

    Slide 23 - Quizvraag

    début de l'histoire
    au milieu de l' histoire
    au milieu de l'histoire
     à la fin de l'histoire
    Etienne cherche du travail
    Deneulinssaie de parler avec les mineurs
    Chaval frappe Cahthérine
    Cathérine meurt

    Slide 24 - Sleepvraag

    Welk thema uit Germinal zou jij naar de actualiteit willen/kunnen halen?

    Slide 25 - Open vraag

    Kies het belangrijkste thema van Germinal
    (voor jouw persoonlijk)

    Slide 26 - Woordweb

    verzin een voorbeeld uit het verhaal met het thema op het rad.

    Slide 27 - Tekstslide