La Cigale, ayant chanté Vervolg fabel:
Tout l'été, Je chantais, ne vous déplaise
Se trouva fort dépourvue Vous chantiez? J'en suis fort aise
Quand la bise fut venue. Et bien! Dansez maintenant.
Pas un seul petit morceau
De mouche ou de vermisseau.
Elle alla crier famine
Chez la Fourmi sa voisine, Vragen bij deze fabel:
La priant de lui prêter Wat doet de krekel in de
Quelque grain pour subsister zomer?
Jusqu'à la saison nouvelle.
Je vous paierai, lui dit-elle, Wat doet de mier dan?
Avant l'août , foi d'animal,
Intérêt et principal. Wat is de moraal?
La Fourmi n'est pas prêteuse ;
C'est là son moindre défaut
Que faisiez-vous au temps chaud ?
Dit-elle à cette emprunteuse
Nuit et jour à tout venant
.
.
De krekel en de mier
De krekel sjirpte dag en nacht, zo lang het zomer was,
Wijl buurvrouw mier bedrijvig op en neer kroop door 't gras
"Ik vrolijk je wat op," zei hij. "Kom, luister naar mijn lied."
Zij schudde nijdig met haar kop: "Een mier die luiert niet!"
Toen na een tijd de vrieswind kwam, hield onze krekel op.
Geen larfje of geen sprietje meer: droef schudde hij zijn kop.
Doorkoud en hongerig kroop hij naar 't warme mierennest.
"Ach, juffrouw mier, geef alsjeblieft wat eten voor de rest
Van deze barre winter. Ik betaal met rente terug, Nog vóór augustus, krekelwoord en zweren doe 'k niet vlug!"
"Je weet dat ik aan niemand leen,"zei buurvrouw mier toen heel gemeen."Wat deed je toen de zon nog straalde
En ik mijn voorraad binnenhaalde?" "Ik zong voor jou," zei zacht de krekel. "Daaraan heb ik als mier een hekel!
Toen zong je en nu ben je arm.Dus dans nu maar, dan krijg je 't warm!"Wie leeft van kunst gaat door voor gek.
Vaak lijdt hij honger en gebrek.