Thema 3 bs 7

Verzorging
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1,2

In deze les zitten 42 slides, met tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Verzorging

Slide 1 - Tekstslide

THEMA 3  Je Gezondheid

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag

Huiswerk bespreken
Thema 3 bs 7
EHBO - wondverzorging
Huiswerk maken

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk 2-2

Leren en maken Thema 3 basisstof 6

Aantal leerlingen ook eerdere basisstof nog afmaken!




Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk 18-1
Leren en maken Thema 3 bs 6




Slide 5 - Tekstslide

Gedoogbeleid
Als er sprake is van bezit van een geringe hoeveelheid voor eigen gebruik (maximaal 5 gram) wanneer het gaat om hasj of wiet. Voor coffeeshops geldt dat een handelshoeveelheid van maximaal 500 gram gedoogd wordt.

Slide 6 - Tekstslide

3.7 Zorgen

Slide 7 - Tekstslide

Zelfzorg, mantelzorg en prosessionele zorg
• Zelfzorg: Is zorgen voor jezelf.
Bijvoorbeeld: je wast jezelf, je zorgt voor je eten.
• Mantelzorg: Is zorgen voor elkaar.
Je zorgt bijvoorbeeld voor je broertje, je vader helpt je met je huiswerk.
• Professionele zorg: Is zorgen als beroep.
Als je naar de huisarts gaat, de huisarts wordt betaald voor zijn werk.

Slide 8 - Tekstslide

Zelfzorg als je ziek bent
Je kunt zelf veel doen om beter te worden. Je kunt kiezen voor een gezondere manier van leven. Je kunt bijvoorbeeld meer fruit eten of meer bewegen.
Je kunt een huismiddeltje gebruiken voor de klacht, bijvoorbeeld warme melk met honing drinken tegen de keelpijn.
Je kunt ook een geneesmiddel gebruiken. Bijvoorbeeld een pijnstiller.

Als de klacht heel ernstig is, is het beter om naar de huisarts te gaan.

Slide 9 - Tekstslide

Mantelzorg als je ziek bent
Ook de mensen om je heen kunnen voor je zorgen. De familie of vrienden zorgen voor je eten en drinken. Je familie en vrienden houden je gezelschap. Door hun gezelschap kun je je vrolijker voelen.
Je kunt misschien even de pijn vergeten.

Als het nodig is, waarschuwen ze de huisarts. Je familie en vrienden helpen je om de raad van de huisarts op te volgen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Wonden
EHBO

Slide 12 - Tekstslide

EHBO basis regels
  1. Let op gevaar
  2. Ga na wat er is gebeurd en daarna wat het slachtoffer mankeert
  3. Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting
  4. Zorg voor professionele hulp
  5. Help het slachtoffer op de plaats waar hij zit of ligt

Slide 13 - Tekstslide

Wonden
Kleine wonden:
  • schaafwonden
  • snijwond
  • bijtwond
  • splinter
  • blaar

Slide 14 - Tekstslide

0

Slide 15 - Video

Hoe verzorg je een kleine wond?
  1. Schoonmaken met water
  2. Ontsmettend middel
  3. Afdekken

Slide 16 - Tekstslide

Splinter
Als je hem kunt pakken met de pincet, 
kun je het zelf verwijderen.
Als hij te diep zit, ga je naar de huisarts.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Blaar
Niet stuk maken. Eventueel afdekken.

Slide 19 - Tekstslide

Bijtwond


Contact met de huisarts opnemen.

Slide 20 - Tekstslide

Grote wond
Zo snel mogelijk naar de huisarts.
Niet schoonmaken met ontsmettend middel!

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk 9-2
Leren en maken Thema 3 basisstof 7
Opdracht 45: Werkblad staat in teams.




Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk 25-1
Leren en maken Thema 3 bs 7




Slide 23 - Tekstslide

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 24 - Tekstslide

Zelf aan de slag!
1) Maak opdracht 45 op het werkblad.

Slide 25 - Tekstslide

Zelf aan de slag!
2) Rouleren slachtoffer - hulpverlener - feedback geven

Slide 26 - Tekstslide

 3.9 Geneesmiddelen

Slide 27 - Tekstslide

Een geneesmiddel gebruiken
Soms krijg je van je arts een recept voor een geneesmiddel. Daarmee ga je naar de apotheek. De arts en apotheker vertellen hoe je het geneesmiddel moet gebruiken. Sommige geneesmiddelen kun je kopen zonder recept. Daarvoor kun je naar de apotheek of naar de drogist gaan.



Slide 28 - Tekstslide

Een bijsluiter
Bij elk geneesmiddel zit een bijsluiter. 
Daarop staat waarvoor het geneesmiddel geschikt is. 
Voor sommige mensen is het beter een geneesmiddel niet te gebruiken. Dat staat ook op de bijsluiter. 
En op de bijsluiter staat waarop je speciaal moet letten.

Slide 29 - Tekstslide

Een bijsluiter
Je moet de bijsluiter goed lezen! Op elke bijsluiter staan de volgende dingen:
  • Werking, 
  • toepassing, 
  • bijwerkingen, 
  • waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen, 
  • wisselwerking met andere geneesmiddelen, 
  • dosering en wijze van gebruik,
  • bewaring en houdbaarheid.

Slide 30 - Tekstslide

Maken

Slide 31 - Tekstslide

EHBO
Brandwonden

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video

Wat moet je doen bij een verbranding?
  • Eerst water, de rest komt later!
  • Koel de brandwond met lauw water; op zijn minst 10 minuten.
  • Verwijder zo snel mogelijk kleding en sieraden rondom de wond. (en eventueel: luier) 
  • Bedek de wond met huishoudfolie, steriel verband of doeken.
  • Smeer niets op de wond.
  • Waarschuw een arts bij blaren of open wond.
  • Vervoer het slachtoffer indien mogelijk zittend.

Slide 35 - Tekstslide

1: Koelen
Koel de brandwond 10 minuten met lauw zacht stromend leidingwater en verwijder zo snel mogelijk kleding, sieraden en de luier!
Koel direct. Zelfs tot 1 uur na de verbranding is het goed om te koelen. Koelen vermindert pijn en haalt de hitte uit de wond. Zo wordt een brandwond niet erger. 
Geen kraan of douche dichtbij? Al het water is beter dan niet koelen!
Trek de luier ALTIJD uit. Luiers houden hete vloeistoffen vast. Doe de luier uit om verdere verbranding te voorkomen. 
Verwijder alle kleding zodat je ziet waar de brandwond zit. Zo kun je goed koelen.

Slide 36 - Tekstslide

2: Voorkom afkoeling
Voorkom dat het lichaam teveel afkoelt. Koel alleen de wond!
Koel alleen de wond met lauw, zachtstromend leidingwater. Zo voorkom je onderkoeling.
Pas de temperatuur van het water aan aan wat het slachtoffer als prettig ervaart.

Slide 37 - Tekstslide

3: Bedekken
Bedek de wond met plastic huishoudfolie, steriel verband of een schone doek.
Bedek de wond zodat deze schoon blijft.
Het afdekken van de wond vermindert ook de pijn.

Slide 38 - Tekstslide

4: Niet smeren
Smeer niets op de brandwond
Smeersels, zalfjes, balsems, tandpasta of andere middelen maken de wond erger. Gebruik ook geen betadine of jodium.
Door smeersels op de wond kan de dokter de wond niet goed zien. En dus minder goed behandelen.

Slide 39 - Tekstslide

5: Deken
Houd het slachtoffer warm met een deken.
Een brandwondenslachtoffer kan zichzelf moeilijk warm houden. Wikkel het slachtoffer in een deken zodat het niet onderkoeld raakt.

Slide 40 - Tekstslide

6: Waarschuwen
Waarschuw een arts bij blaren, een open wond en bij elektrisch/chemisch letsel.
Brandwonden kunnen erger zijn dan ze lijken. Bel bij twijfel altijd een dokter!
Weet je het nummer van de dokter niet? Bel 112.

Slide 41 - Tekstslide

7: Vervoeren
Vervoer het brandwondenslachtoffer, indien mogelijk, zittend
Brandwonden kunnen zwellingen in de keel veroorzaken.Voor de veiligheid is het beter om het slachtoffer zittend te vervoeren.
Laat iemand naast het slachtoffer plaatsnemen tijdens het vervoer.

Slide 42 - Tekstslide