In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Sleep de begrippen naar de goede plek in de tekening
verdampen
condenseren
grondwater
neerslag
zout water
zoet water
infiltratie
rivier
Slide 1 - Sleepvraag
Korte kringloop
Lange kringloop
Korte
Kringloop
Bovenloop
Benedenloop
Slide 2 - Sleepvraag
Rivieren zijn een onderdeel van de waterkringloop.
→ In welk deel van de waterkringloop blijft water het kortst?
A
een rivier
B
een gletsjer
C
grondwater
D
de zee
Slide 3 - Quizvraag
Wat zie je hier?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop
D
Delta
Slide 4 - Quizvraag
Wat zie je hier?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop
D
Delta
Slide 5 - Quizvraag
Welke vorm van irrigatie zie je op de foto?
A
Beregening
B
Druppelirrigatie
C
Oppervlakte-irrigatie
D
Kanaalirrigatie
Slide 6 - Quizvraag
Wat betekent ontzilten?
A
Nieuwe plantensoorten ontwikkelen die goed tegen zout kunnen
B
Nog slimmer irrigeren
zodat je weinig water nodig hebt
C
Het proces om van zeewater zoutwater, zoetwater maken
D
Nieuwe grondsoorten ontwikkelen die goed tegen planten kunnen
Slide 7 - Quizvraag
Welke soort vervuiling?
A
Organische vervuiling
B
Chemische vervuiling
C
Thermische vervuiling
Slide 8 - Quizvraag
Zorgen voor een juiste waterkwantiteit betekent:
A
(te) veel water
B
Schoon water
C
niet teveel en niet te weinig water
D
(te) weinig water
Slide 9 - Quizvraag
Het westen van China is dunbevolkt omdat:
A
Het er te hoog en te droog is
B
Het er te hoog en te nat is
C
Het er te laag en te droog is
D
Het te laag en te nat is.
Slide 10 - Quizvraag
A
Beregening
B
Druppelirrigatie
C
Oppervlakte-irrigatie
D
Kanaalirrigatie
Slide 11 - Quizvraag
Wat voor soort rivier is de Maas?
A
regenrivier
B
gletsjerrivier
C
gemengde rivier
D
grondwaterrivier
Slide 12 - Quizvraag
Bekijk de afbeelding. Klik om te vergroten.
Welke begrip hoort bij de nummer 1 in de legenda, als 1 hoort bij het gebied tussen de oranje stippelijnen?
A
Rivier
B
Grondwater
C
Waterscheiding
D
Stroomgebied
Slide 13 - Quizvraag
Welke begrippen horen bij de bovenloop van een rivier?
A
sedimentatie
B
overstroming
C
Erosie
D
havens
Slide 14 - Quizvraag
Het debiet van een rivier verschilt van jaargetijde tot jaargetijde, maar ook van plaats tot plaats. De verschillen in de tijd worden veroorzaakt door [1]. De verschillen van plaats tot plaats worden veroorzaakt door [2] en [3].
→ Wat moet er staan op de plaats van de cijfers?
A
1: de grootte van het stroomgebied,
2: waterwinning uit de rivier,
3: neerslagverschillen
B
1: waterwinning uit de rivier,
2: neerslagverschillen,
3: de grootte van het stroomgebied
C
1: neerslagverschillen,
2: de grootte van het stroomgebied,
3: waterwinning uit de rivier
Slide 15 - Quizvraag
In China is er een duidelijk verband tussen hoogteligging en de hoeveelheid neerslag.
→ De meeste neerslag valt
A
in het Hoogland van Tibet.
B
valt op de laagvlakten aan de kust.
C
op de Mongoolse Hoogvlakte en het Tarimbekken.
D
in de middelgebergten in het zuiden.
Slide 16 - Quizvraag
Bij de Drieklovendam zijn grote sluizencomplexen aangelegd.
Bekijk de afbeelding.
→ Waarom zijn die sluizen nodig?
A
Voor de vele scheepvaart op de Chang Jiang is een scheepslift niet genoeg.
B
Om extra water door te laten, als het veel heeft geregend in de bovenloop van de Chang Jiang.
C
Om vissen de stuwdam te kunnen laten passeren.
D
Met de sluizen kan water in een droge tijd weer omhoog worden gepompt.
Slide 17 - Quizvraag
Door de aanleg van de Drieklovendam is de afvoer van slib door de rivier veranderd.
Bekijk de afbeelding. (Veranderde afvoer van slib, door de aanleg van de Drieklovendam).
→ Wat is er gebeurd?
A
Door de bouw van de dam is de erosie stroomafwaarts toegenomen.
B
Door de bouw van de dam is de erosie stroomopwaarts afgenomen.
C
Door winning van zand en grond (voor beton) voor de dam is er veel minder slib in de rivier terechtgekomen.
D
Door de bouw van de dam blijft het slib nu in het stuwmeer achter.
Slide 18 - Quizvraag
De Huang He heeft heel veel vruchtbare grond in het Noord-Chinese Laagland neergelegd.
→ Wat is de belangrijkste oorzaak van die sterke sedimentatie?
A
Sterke bodemerosie in de bovenloop en een lage stroomsnelheid in de benedenloop.
B
Een sterke stroming in de bovenloop en een groot hoogteverschil in de benedenloop.
C
Veel neerslag in de bovenloop en weinig neerslag in de benedenloop.
D
Weinig water in de bovenloop en een brede rivier in de benedenloop.
Slide 19 - Quizvraag
Lees bron 6. (klik om in te zoomen)
De tekst van bron 6 gaat over...
A
waterkwaliteit en het noorden van China
B
waterkwaliteit en het zuiden van China
C
waterkwantiteit en het noorden van China
D
waterkwantiteit en het zuiden van China
Slide 20 - Quizvraag
Onderzoek van de Universiteit Utrecht laat zien dat de gebieden met de grootste uitputting van grondwater in India, Pakistan, de Verenigde Staten en China liggen.
→ Wat is de grootste verbruiker van grondwater in China?
A
de Chinese industrie
B
de landbouw
C
recreatiebedrijven, zoals vakantieparken en zwembaden
D
de huishoudens
Slide 21 - Quizvraag
Samen met India heeft China het grootste oppervlak aan geïrrigeerde landbouwgrond. Toch is irrigatie in China lang niet altijd effectief. Veel boeren irrigeren midden op de dag.
→ Waarom is dat eigenlijk precies het verkeerde moment van de dag?
A
Dan doen de boeren ook ander werk, zodat ze langer irrigeren dan nodig is.
B
Dan nemen de planten het meeste water op, omdat de zon dan het felst schijnt.
C
Dan hebben de rivieren minder water, omdat er overdag ook veel water voor drinkwater wordt gewonnen.
D
Dan verdampt het meeste water, zonder dat de planten er iets aan hebben.
Slide 22 - Quizvraag
In grote delen van China is er een watertekort. Het weinige water is vaak ook nog eens ernstig vervuild door fabrieken, huishoudens en de landbouw.
→ Welke uitspraak over waterzuivering is juist?
A
Je kunt voor schoner drinkwater zorgen door het water duurder te maken.
B
Je kunt voor schoner drinkwater zorgen door het water goedkoper te maken.
C
Je zorgt voor schoner drinkwater door hergebruik van grijs water.
D
Je zorgt voor schoner drinkwater door meer gebruik te maken van irrigatie.
Slide 23 - Quizvraag
De benedenloop ligt voor de meeste rivieren in China in het laagland, vlak bij zee.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 24 - Quizvraag
De Yangtze is een gemengde rivier omdat het smeltwater krijgt van de gletsjers en regenwater.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 25 - Quizvraag
In het voorjaar en de zomer stroomt er meer water in de rivier de Yangtze in China dan in de winter.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 26 - Quizvraag
De Gele rivier komt aan zijn naam doordat vruchtbare lössdeeltjes het water een gele kleur geven. Dit door het wegspoelen door het water of wegwaaien door de wind van deze lössdeeltjes.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 27 - Quizvraag
De industrie in China is de grootste verbruiker van het grondwater.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 28 - Quizvraag
Het waterverbruik in China stijgt snel door de stijgende welvaart van de Chinezen en de verandering van het voedingspatroon.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 29 - Quizvraag
Het debiet zijn de schommelingen in de waterafvoer van een rivier in de loop van het jaar.