Les 8.1 - kracht en beweging

§4.1 kracht en soorten beweging
Lesplanning:
  1. Uitleg kracht en beweging
  2. Opgaven §4.1 afronden
  3. Aflsuiting
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

§4.1 kracht en soorten beweging
Lesplanning:
  1. Uitleg kracht en beweging
  2. Opgaven §4.1 afronden
  3. Aflsuiting

Slide 1 - Tekstslide

§4.1 kracht en soorten beweging
Aan het einde van deze les kan je...
  • de resulterende kracht berekenen;
  • met de resulterende uitleggen wat er gebeurt (versnellen, vertragen) met de beweging.

Slide 2 - Tekstslide

soorten krachten

Slide 3 - Woordweb

Motorkracht
Wrijvingskracht
Zwaartekracht

Slide 4 - Sleepvraag

Resulterende kracht

Slide 5 - Tekstslide

Resulterende kracht

Slide 6 - Tekstslide

Resulterende kracht 

Slide 7 - Tekstslide

Een voorwerp heeft een constante snelheid tenzij er een nettokracht op het voorwerp werkt.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide


De beweging van de scooter is een ...
A
eenparige beweging
B
versnelde beweging
C
vertraagde beweging

Slide 12 - Quizvraag


De beweging van de fiets
is een ...
A
eenparige beweging
B
versnelde beweging
C
vertraagde beweging

Slide 13 - Quizvraag

Hoe groot is de wrijvingskracht, zolang je duwt tegen een kist, maar deze niet beweegt?
A
Even groot als de spierkracht.
B
Kleiner dan de spierkracht.
C
Groter dan de zwaartekracht.
D
Groter dan de spierkracht.

Slide 14 - Quizvraag

Hoe groot is de wrijvingskracht als je met een kracht van 900 N duwt en de kist met een constante snelheid beweegt?
A
0 N
B
300 N
C
600 N
D
900 N

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag
§4.1 opgave 2, 5 en 10 t/m 13
Tot 7 minuten voor het einde van de les.

Slide 17 - Tekstslide

§4.1 kracht en soorten beweging
Aan het einde van deze les kan je...
  • de resulterende kracht berekenen;
  • met de resulterende uitleggen wat er gebeurt (versnellen, vertragen) met de beweging.

Slide 18 - Tekstslide


  1. Individueel
    Schets de resulterende kracht op de bal in de drie aangegeven posities. 
  2. Tweetallen
    Kom samen tot een antwoord

Slide 19 - Tekstslide

Schets het bijbehorende
s,t-diagram

  • Ga naar ... 
  • Wacht met tekenen tot het startsein.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Om een voorwerp te versnellen heb je een ... nodig.

Slide 22 - Open vraag

Je fietst met een constante snelheid. Je levert een trappkracht van 600 N. Hoe groot is de wrijvingskracht?
A
0 N
B
300 N
C
600 N
D
900 N

Slide 23 - Quizvraag


Aan de slag

Maken en nakijken 
§4.1 opgave 9, 10 en 11
timer
10:00
Weektaak
Maken en nakijken:
  • §4.1 opgave 2, 6, 9, 10 en 11  of opgave 9, 11, 12 en 14
  • §4.2 opgave 15 t/m 24
Makkelijk?! Maak dan vraag 12 en 14 i.p.v. 2, 6 en 10

Slide 24 - Tekstslide

Les 8.1 - kracht en beweging

Slide 25 - Tekstslide