H4C - Les 21 (14-11-2022)

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

WELCOME

Today is the 14th of November

The Word of the Day is transmogrify

verb | trans-MAH-gruh-fye

"to change something significantly and often with humorous effect"

The school's gym will be transmogrified into a spooky gallery of Halloween delights.

TODAY

After this lesson you will

• ... know more about conditionals
• ... have worked on assignment 1
• ... have read text 2

SO: 30 november!

CONDITIONALS

IF-ZINNEN

CONDITIONALS

Als je iets wil zeggen over een mogelijke situatie en de gevolgen daarvan, dan gebruik je een zogenaamde conditional.

Een conditional bestaat uit een hoofdzin en een bijzin. De bijzin begint meestal met 'if', maar kan ook beginnen met: unless, suppose, supposing of provided (that).

CONDITIONALS

Voorbeelden:

If I win the lottery this time, I will give you a brand new Audi.

Unless you help me out, I will go bankrupt.

Provided (that) I can leave early, I will get there on time.

CONDITIONALS

Er zijn drie soorten conditionals. De werkwoorden van zowel de bijzin als de hoofdzin zijn in alle drie conditionals anders.

type	bijzin	hoofdzin
1	hele ww (+(e)s)	will + hele ww
2	2	would + hele ww
3	had + 3	would have + 3

CONDITIONALS

Voorbeelden:

If you help me now, I will help you later.

If you took me by the hand, I would kiss you.

If you had called me, I would have visited you.

CONDITIONALS

Oefenen:

If he gets the call, he (let) me know.

type	bijzin	hoofdzin
1	hele ww (+(e)s)	will + hele ww
2	2	would + hele ww
3	had + 3	would have + 3

CONDITIONALS

Oefenen:

If anyone harmed her, her brother (attack) him.

type	bijzin	hoofdzin
1	hele ww (+(e)s)	will + hele ww
2	2	would + hele ww
3	had + 3	would have + 3

CONDITIONALS

Oefenen:

If he had touched the tiger, he (be) eaten for sure!

type	bijzin	hoofdzin
1	hele www (+(e)s)	will + hele ww
2	2	would + hele ww
3	had + 3	would have + 3

I WISH/IF ONLY

wens voor nu

wens voor toen

ASSIGNMENT 1

p.31 in je iBook

We'll do the first few together

1. If they pass their exams we (have) a feast.

2. What (happen) if he turns this key?

3. We would have chosen him if we (have) a choice then.

4. If someone offered to buy her one of those bracelets, which one (she pick)?

TEXT 2