G6 Getalwaarde van een veelterm

Pol trakteert zichzelf en 5 vrienden op snoep.
Hij geeft iedereen 4 snoepjes en hij heeft er 3 over nadien.
Hoeveel snoepjes had hij?
1 / 12
volgende
Slide 1: Open vraag
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Pol trakteert zichzelf en 5 vrienden op snoep.
Hij geeft iedereen 4 snoepjes en hij heeft er 3 over nadien.
Hoeveel snoepjes had hij?

Slide 1 - Open vraag

Pol heeft 20 snoepje die hij verdeelt onder 4 vrienden en zichzelf. Aan zijn papa geeft hij er 1.
Hoeveel houdt hij nu over?

Slide 2 - Open vraag

Pol verdeelt 15 vampierensnoepjes onder 3 (waaronder hij zelf) en maakt zelf nog eens 4 keer 20 berensnoepjes.
Hoeveel snoepjes heeft Pol?

Slide 3 - Open vraag

(-49) : 7 + 10 . (-6) =
A
67
B
-67
C
-18
D
18

Slide 4 - Quizvraag

-1 + (-0,2) . 1,2 - 0,3 . (-0,5) =
A
0,87
B
-0,87
C
-1,09
D
1,09

Slide 5 - Quizvraag


Slide 6 - Open vraag

De vloer is betegeld zoals op deze figuur

Slide 7 - Tekstslide

Wat is
de lengte
van de vloer?
A
5y
B
7x
C
5y + 7x
D
35xy

Slide 8 - Quizvraag

Wat is
de omtrek
van de vloer?
A
5y + 7x
B
10y + 14x
C
5y + 7x
D
2 . (5y + 7x)

Slide 9 - Quizvraag

Stel dat de lengte (x) van 1 tegel 50 cm is en de breedte (y) is 30 cm…
Wat is dan de omtrek? (omtrek vloer = 10y + 14x)

Slide 10 - Open vraag

Stel dat de lengte (x) van 1 tegel 20 cm is en de breedte (y) is 10 cm…
Wat is dan de omtrek? (omtrek vloer = 10y + 14x)

Slide 11 - Open vraag

Ga naar de cursus G6
pagina 27 en verder

Slide 12 - Tekstslide