In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
EC 3_De welvaart van Nederland in de oorlog
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je weet wat het verschil is tussen welvaart in Enge zin en in Ruime zin.
Je weet hoe welvaart wordt gemeten en hoe je zelf welvarender kan worden.
Je weet wat schaarste is en hoe het verschil tussen arm en rijk kleiner wordt gemaakt
Je weet hoe het komt dat de Nederlandse welvaart in de Tweede Wereld Oorlog kleiner werd
Slide 2 - Tekstslide
Welvaart:
De welvaart in een land geeft aan hoeveel mensen de spullen kunnen kopen die ze willen hebben.
Hoe welvarender een land is hoe meer mensen de dingen kunnen kopen en gebruiken die ze willen kopen en gebruiken.
Slide 3 - Tekstslide
Welvaart in enge zin en ruime zin
In enge zin:
Welvaart uitgedrukt in geld.
In ruime zin :
Welvaart, wat niet kan worden uitgedrukt in geld, zoals gezondheid en de omgeving.
Slide 4 - Tekstslide
Welvaart meten in een land:
Welvaart in enge zin kunnen we alleen maar meten.
Dit doen we door naar het bruto binnenlands product (BBP) te kijken.
Dit getal geeft aan hoeveel bedrijven in een jaar hebben geproduceerd.
Als het BBP in groeit noemen we dit economische groei en wordt een land welvarende genoemd.
Slide 5 - Tekstslide
Welvaart in ruime zin
Welvaart in enge zin
Koopkracht
BBP
Gezondheid
Milieuvervuiling
Vrije tijd
Prijs van producten
Slide 6 - Sleepvraag
Hoe zou jij welvarender kunnen worden?
Je kunt meer gaan werken en daardoor extra geld verdienen.
Je kunt zelf dingen leren maken.
Je kunt welvarender worden door meer middelen te krijgen. Middelen zijn manieren waarmee jij spullen kunt krijgen.
Voorbeelden van middelen zijn:
Geld
Bezittingen, waar je geld mee kunt verdienen (tweede huis of een stuk grond)
Tijd
Slide 7 - Tekstslide
We kunnen niet alles krijgen wat we willen hebben. Dit komt doordat:
Er simpelweg niet genoeg spullen zijn om iedereen te geven wat ze willen hebben.
Dit noemen we Schaarste.
Alle spullen waar je geld voor betaalt zijn schaars.
Slide 8 - Tekstslide
Niet iedereen is even rijk en welvarend:
Hoe komt dit?
Sommige mensen hebben een betere baan, dan andere mensen en verdienen simpel weg meer.
Sommige mensen hebben veel geld van ouders of andere connecties gekregen en hebben dit goed geïnvesteerd.
Sommige mensen zijn handiger en kunnen meer dingen zelf maken dan andere mensen.
Wanneer iemand zelf producten maakt die hij/zij wil hebben noemen we dit zelfvoorziening
Slide 9 - Tekstslide
Wat is een voorbeeld van zelfvoorziening?
A
Hout kloven voor de houtkachel
B
Werken voor salaris
C
Werken voor overnachting in het buitenland
Slide 10 - Quizvraag
Doordat niet iedereen even veel kan, slim is of veel heeft geërfd is het verschil tussen arm en rijk groot
Als de overheid niks doet wordt het verschil tussen rijke en arme mensen alleen maar groter.
Slimmere, brutale en handige mensen zullen namelijk veel meer geld weten te krijgen dan de domme, verlegen en onhandige mensen.
Om het verschil tussen arm en rijk klein te houden doet de overheid aan Nivellering.
De overheid maakt het verschil tussen arm en rijk kleiner door de rijke mensen in procenten meer belasting te laten betalen dan de armere mensen. Dit noemen we een progressief belastingtarief
Slide 11 - Tekstslide
Wat is nivellering?
A
Verschillen tussen inkomen worden groter gemaakt.
B
Verschillen tussen inkomen worden kleiner gemaakt.
C
Verschillen tussen inkomen worden gelijk gemaakt.
Slide 12 - Quizvraag
Welk belastingtarief wordt gebruikt om het verschil tussen arm en rijk kleiner te maken?
A
Proportioneel belastingtarief
B
Progressief belastingtarief
C
Degressief belastingtarief
Slide 13 - Quizvraag
De Nederlandse welvaart tijdens de Tweede Wereld Oorlog
In de oorlog gaan net zoals in de eerste wereldoorlog spullen op de bon.
Voor de oorlog was er al een tekort aan suiker, naarmate de bezetting langer duurt komen er steeds meer tekorten en worden we dus minder welvarend.
In de winter van 1944-1945 ' de bekende hongerwinter' zijn de tekorten zo groot dat je in de steden alleen nog via de zwarte handel aan genoeg eten kan kopen. Tussen de 15.000 en 25.000 verhongeren.
Op het platteland heeft men nog wel genoeg eten.
Slide 14 - Tekstslide
De hongerwinter en de grote tekorten ontstonden doordat:
Werkende mensen moesten vechten of werken in Duitsland
Machines naar Duitsland gingen
Grondstoffen naar Duitsland gingen
Gemaakte producten naar Duitsland gingen (eten naar het leger bijvoorbeeld)
Slide 15 - Tekstslide
Blooket
Ga naar blooket om de lesstof voor de toets te herhalen