In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Les 8.5 Milieuvervuiling
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Les 8.5 Milieuvervuiling
Maken opgaven
Slide 2 - Tekstslide
milieuvervuiling
Je kunt uitleggen hoe zwaveldioxide, cfk’s en stikstofverbindingen worden gevormd en wat hun effecten zijn.
Je kunt beschrijven welke maatregelen kunnen bijdragen aan de vermindering van uitstoot van milieuvervuilende stoffen.
Je kunt uitleggen wat de impact van biobrandstoffen is.
Slide 3 - Tekstslide
verontreinigingen
Gassen die lucht verontreinigen:
Koolstofdioxide (CO2) --> versterkte broeikaseffect: temperatuur aarde
Zwaveldioxide (SO2) --> zure regen
Stikstofoxiden (NOX: mengsel van NO en NO2) --> zure regen
CFK's --> gat in de ozonlaag
Slide 4 - Tekstslide
Zure regen
Zwaveldioxide (SO2) --> zure regen
Stikstofoxiden (NOX: mengsel van NO en NO2) --> zure regen
Zure regen: ‘verzuren’ bodem en oppervlaktewater én aantasting gebouwen en beelden.
Slide 5 - Tekstslide
www.nu.nl
Slide 6 - Link
Zure regen
Slide 7 - Tekstslide
Zure regen
Zwaveldioxide (SO2), kan ontstaan bij de verbranding als de brandstof zwavel (S) bevat.
Stikstof (N) uit de lucht kan bij hoge temperaturen (bij bv. Verbranding van motoren van auto’s en vliegtuigen) met zuurstof reageren tot stikstofoxiden (bv NO2).
Slide 8 - Tekstslide
Zure regen
Zwavelzuur en salpeterzuur vormen zure regen.
Verzuurt het milieu
Tast bv. Kalksteen (gebouwen en standbeelden) aan.
Slide 9 - Tekstslide
Zure regen: zwaveldioxide
Zwaveldioxide (SO2), kan ontstaan bij de verbranding als de brandstof zwavel (S) bevat.
Hoe kan je ervoor zorgen dat er géén zwaveldioxide ontstaat?
Ontzwavelen!
Slide 10 - Tekstslide
Zure regen: stikstofoxiden
Stikstof (N) uit de lucht kan bij hoge temperaturen (bij bv. Verbranding van motoren van auto’s en vliegtuigen) met zuurstof reageren tot stikstofoxiden (NOX: mengsel van NO en NO2)
Hoe kan je ervoor zorgen dat er géén stikstofoxiden ontstaat?
Katalysator in de auto:
Slide 11 - Tekstslide
Stikstof
Slide 12 - Tekstslide
Stikstof
''Stikstof'' is laatst veel in het nieuws, dat gaat niet over het onschadelijke gas (N2), maar over stikstofverbindingen: verbindingen waar stikstof (N) in zit.
Ammoniak (NH3): ontstaat uit mest (poep en urine van dieren). --> laat planten sneller groeien --> maar hierdoor overleven ook minder plantensoorten.
Slide 13 - Tekstslide
gat in de ozonlaag
Dampkring/atmosfeer: gaslaag om de aarde.
De ozonlaag, die het gas ozon (O3) bevat, bevindt zich hoog in de dampkring.
Absorbeert een gedeelte van ultraviolette (UV-)straling van de zon.
Verleden veel productie van cfk’s: chloorfluorkoolwaterstoffen.
Cfk’s tasten de ozonlaag aan --> veroorzaakt gat in de ozonlaag
Cfk’s: bestaan uit de elementen Chloor (Cl), Fluor (F) en koolstof (C).
Slide 14 - Tekstslide
Biobrandstof
Biobrandstof: brandstoffen die onderdeel zijn van de kringloop, om de uitstoot van CO2 te beperken. Biobrandstoffen bestaan vaak uit biomassa.
Biomassa: dierlijk en plantaardig (afval)materiaal
Slide 15 - Tekstslide
Biobrandstof
Biobrandstoffen: brandstoffen bestaand uit biomassa. bijvoorbeeld:
E10: benzine met 10% alcohol--> Groot deel wordt uit palmolie gewonnen: om palmolie te verkrijgen worden grote delen oerwoud gekapt.
E85: benzine met 85% alcohol (nadeel: vlammen kan je nauwelijks zien)
Koolzaadolie: vervanger van diesel, maar stroperiger
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Maken: 2, 6, 8 en 9 (vanaf blz 126)
Slide 18 - Tekstslide
2
a) A, B en D
b) CO: giftig,
NO2: zure regen,
CO2: versterkt broeikaseffect
Slide 19 - Tekstslide
6
a) Een biobrandstof is gemaakt van een plant of boom. Die heeft tijdens zijn leven CO2opgenomen. Uiteindelijk komt er door het laten groeien en verbranden van een biobrandstof in totaal geen extra CO2 vrij in de atmosfeer.
b) Er worden grote stukken bos gekapt om plaats te maken voor plantages waar gewassen voor biobrandstoffen worden geteeld.
c) Palmolie
Slide 20 - Tekstslide
8
a)
b) De hoeveelheid koolstofdioxide is steeds groter geworden.