6.5 Duurzaamheid

Thema 6 Ecologie en duurzaamheid
6.6 Duurzaamheid
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 6 Ecologie en duurzaamheid
6.6 Duurzaamheid

Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we vandaag doen?

herhalen vorige les: 6.5 Mens en milieu
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: 6.6 Duurzaamheid
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Wat is smog?
A
luchtvervuiling door fijnstof
B
lucht met weinig zuurstof
C
een benauwdheidsaanval
D
bloedpropje in de longhaarvaten

Slide 3 - Quizvraag

Smog ontstaat als...
A
Het windstil is en er veel uitlaatgassen zijn
B
Er veel wind staat en de zon schijnt
C
Er veel wind is en er weinig auto's zijn
D
Het windstil is en er weinig auto's zijn

Slide 4 - Quizvraag

Wat is vervuiling?
A
Grondstoffen uit het milieu halen
B
Grondstoffen aan het milieu toevoegen
C
Afvalstoffen uit het milieu halen
D
Afvalstoffen aan het milieu toevoegen

Slide 5 - Quizvraag

Wat is uitputting?
A
Grondstoffen uit het milieu halen
B
Grondstoffen aan het milieu toevoegen
C
Afvalstoffen uit het milieu halen
D
Afvalstoffen aan het milieu toevoegen

Slide 6 - Quizvraag

Wat zijn fossiele brandstoffen?
A
Brandstoffen die heel duur zijn
B
Brandstoffen die duurzaam zijn
C
Brandstoffen die lang geleden zijn ontstaan
D
Brandstoffen die heel zuinig zijn

Slide 7 - Quizvraag

Fossiele brandstoffen zijn......
A
zon
B
kolen
C
aardgas
D
aardolie

Slide 8 - Quizvraag

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kan je enkele duurzame oplossingen noemen voor milieuproblemen in Nederland.

Slide 9 - Tekstslide

6.6 Duurzaamheid
Bij duurzame oplossingen ontstaan geen milieuproblemen en raken de grondstoffen en brandstoffen niet uitgeput.

Voorbeelden van duurzame oplossingen zijn:
- duurzame energie
- duurzame grondstoffen
- duurzame landbouw

Slide 10 - Tekstslide

6.6 Duurzamheid
Windenergie en zonne-energie hebben veel voordelen:
- Windenergie en zonne-energie raken nooit op.
- Er ontstaat geen milieuvervuiling.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

6.6 Duurzaamheid
In de toekomst leven er nog meer mensen op aarde.
Al die mensen hebben voedsel nodig.

In de landbouw produceren boeren voedsel voor ons. Landbouw kost veel grond. Er komen ook stoffen vrij die niet goed zijn voor het milieu.

Slide 14 - Tekstslide

6.6 Duurzaamheid
Bij duurzame landbouw produceren boeren voedsel zonder vervuiling.

Twee manieren zijn:
- precisie-landbouw
- kringloop-landbouw

Slide 15 - Tekstslide

6.6 Duurzaamheid
Bij precisie-landbouw gebruikt een boer nieuwe technieken. Bijvoorbeeld computers, drones en robots.

Bij kringloop-landbouw gebruikt de boer grondstoffen steeds opnieuw. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

6.6 Duurzaamheid
Grondstoffen zijn nodig om dingen te maken. Voor kleding is stof nodig. Voor apparaten zijn metaal en plastic nodig. Voor verpakkingen zijn papier, plastic of glas nodig.

Stof, metaal, plastic, papier en glas zijn grondstoffen. Grondstoffen kan je later nog een keer gebruiken. Er zijn dan minder nieuwe grondstoffen nodig.

Voorbeelden zijn:
- hergebruik van spullen
- recycling van grondstoffen

Slide 18 - Tekstslide

6.6 Duurzaamheid
Bij hergebruik wordt het hele voorwerp opnieuw gebruikt. Lege glazen flessen worden in de fabriek schoongemaakt en opnieuw gevuld. Daardoor is minder nieuw glas nodig.

Ook kleding kan je opnieuw gebruiken. Je kunt kleding naar de kringloopwinkel brengen. Dan kan iemand anders die kopen. Er is dan minder nieuwe stof voor kleding nodig.

Slide 19 - Tekstslide

6.6 Duurzaamheid
Er is nog een manier om duurzaam te zijn. Je kunt minder energie gebruiken.
Als iedereen minder energie gebruikt, is er minder brandstof nodig.

Zuinige apparaten gebruiken minder energie. Apparaten hebben een energielabel. Op een energielabel kan je zien hoe zuinig het apparaat is.
G is niet zuinig, A+++ is heel zuinig.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

6.6 Duurzaamheid
Je kan zelf ook minder energie gebruiken. Dat is goed voor het milieu. Het is ook goedkoper, want voor energie moet je betalen.

Dit zijn dingen die je zelf kan doen:
- het licht uit doen als je de kamer uitgaat.
- de verwarming lager zetten
- vaker met de fiets gaan, in plaats van de auto of de scooter
- korter douchen, dat scheelt water en brandstof

Slide 22 - Tekstslide

Samenvattend
Oplossing 1: Duurzame energie
Oplossing 2 Duurzame grondstoffen
Oplossing 3: Duurzame landbouw
Oplossing 4: Minder vervuiling

Slide 23 - Tekstslide

Aan het werk
Maken opdracht 1 t/m 9 
Paragraaf 6.6 blz 251 t/m 254

Slide 24 - Tekstslide