Reactievergelijkingen en symbolen

Oefening reactievergelijkingen en symbolen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Oefening reactievergelijkingen en symbolen

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het symbool van waterstof?
A
O
B
H
C
W
D
Wa

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de naam van het symbool N?
A
Neon
B
Nitraat
C
Stikstof
D
Zwavel

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het symbool van Neon?
A
Ne
B
N
C
No
D
Neo

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de naam van het symbool Pb?
A
Fosfor
B
Lood
C
Platina
D
Pobel

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het symbool van Helium?
A
H
B
Hl
C
Hm
D
He

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de naam van het symbool S?
A
Sylicium
B
Zwavel
C
Stikstof
D
Zeven

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het symbool van Cadmium?
A
C
B
Ca
C
Cd
D
Cad

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het symbool van Jood?
A
J
B
Jd
C
D
D
I

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de naam van het symbool Ag?
A
Goud
B
Aluminium
C
Argon
D
Zilver

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de naam van het symbool C2H5OH?
A
suiker
B
methaan
C
olie
D
alcohol

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het symbool voor suiker?
A
S12U22K11
B
C12H22O11
C
C8H12O5
D
C3H5

Slide 12 - Quizvraag

....SO2 --> ....SO + .....O2
A
1 --> 2, ....
B
2 --> 2, ....
C
2 --> 2, 1
D
2 --> 3, 3

Slide 13 - Quizvraag

Maak de reactievergelijking kloppend.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 14 - Quizvraag

Maak de volgende reactievergelijking kloppend:

....PbO(s)+....O2(g)....Pb3O4(s)
A
3PbO(s)+2O2(g)Pb3O4(s)
B
3PbO4(s)+O2(g)Pb3O4(s)
C
6PbO(s)+O2(g)3Pb3O2(s)
D
Pb6O(s)+O2(g)2Pb3O4(s)

Slide 15 - Quizvraag

Geef de reactievergelijking van de reactie tussen fosfor en chloor , waarbij fosfortrichloride (PCl3) ontstaat.
A
P + Cl3 -> PCl3
B
P + O2 + Cl2 -> PCl3
C
2P + 3Cl2 -> 2PCl3
D
P + 3Cl -> PCl3

Slide 16 - Quizvraag

Welke reactievergelijking geeft het ‘uit elkaar trekken’ van lachgas (N₂O) juist weer?
A
N₂O --> N₂ + O
B
N₂O --> 2N + O
C
2N₂O--> 2N₂ + O₂
D
2N₂O --> 4N + O₂

Slide 17 - Quizvraag

Wat klopt er niet in
H20(l) ->H2 (g) + O2 (g)
A
er staan meer moleculen na de pijl dan voor de pijl
B
er staan teveel atomen waterstof na de pijl
C
er staan te weinig atomen zuurstof na de pijl
D
er staan te weinig atomen zuurstof voor de pijl

Slide 18 - Quizvraag