3.2 Verkiezingen

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 4

§3.2 Verkiezingen

Wat wil je leren over de politiek?

Lesdoelen

- Je kent het verschil tussen actief en passief kiesrecht.

- Je weet wat een lijsttrekker is.

- Je kent het verschil tussen links, rechts en middenpartijen. 

Welke verkiezingen zijn er allemaal?

Verkiezingen

Actief kiesrecht

Passief kiesrecht

Vrij & geheim

Kenmerken van een linkse partij/linkse partijen

Kenmerken van een rechtse partij/rechtse partijen

Kenmerken van een midden partij/midden partijen

Aan de slag

1. Ga naar youngvoice.nl, jongerenstemtest.nl of jongerenkieswijzer.nl en vul de stemwijzer in. 

2. Je noteert je top 3 partijen.

3. Je noteert voor elke partij of ze links, rechts of midden zijn.

4. Je zoekt de lijsttrekker op van elke partij en noteert dit.

5. Je leest over de drie partijen op bladzijde 42 en 43. 

Klaar? Beschrijf waarom je je niet vast moet houden aan de uitslag van een stemwijzer. 

Linkse partijen:

1. vinden dat alle mensen evenveel belasting moeten betalen.
2. willen goede uitkeringen en voorzieningen voor de zwakkeren in de samenleving.
3. benadrukken de economische vrijheid van mensen en ondernemingen.
4. hechten veel waarde aan het geloof.

Hoe heet het recht om jezelf verkiesbaar te stellen?

1. Actief kiesrecht
2. Census kiesrecht
3. Stemrecht
4. Passief kiesrecht

De lijsttrekker is..

1. De voorzitter van de partij
2. De nummer één op de lijst
3. De minister van de partij
4. De belangrijkste woordvoerder

Linkse partijen zijn voor

1. Vrijheid
2. Gelijkheid
3. Zelf verantwoordelijkheid
4. Kwetsbare mensen

Rechtse partijen

1. zijn voor een actieve overheid
2. willen meer investeren in duurzaamheid
3. vinden dat de overheid zo min mogelijk moet doen
4. willen de inkomensverschillen verkleinen

Een middenpartij is

1. SP
2. PVDA
3. CDA
4. SGP

Bij een indirecte democratie:

1. kiest de bevolking politici die voor hen besluiten nemen
2. stemt de bevolking zelf over elk besluit.
3. kiest de bevolking in een referendum de vertegenwoordigers
4. kiezers en de volks-vertegenwoordigers samen de besluiten.

Middenpartijen willen dat de overheid

1. Zorgt dat iedereen kan doen en laten wat hij wil
2. Het geld eerlijk verdeeld
3. Alleen ingrijpt als de mensen niet goed voor elkaar zorgen
4. De kerk zorg draagt voor de armen

Een rechtse partij

1. wil opkomen voor de zwakkeren
2. is voor een een sterke, actieve overheid
3. is voor orde en gezag
4. wil dat bedrijven veel belasting betalen