(les 1) MH1 thema 1 bs 1 Organismen (skd)

thema 1 basisstof 1
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

thema 1 basisstof 1

Slide 1 - Tekstslide

Leg je laptop face down op de hoek van je tafel.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Ik kan uitleggen wat een organisme is.
Ik kan de zeven verschillende levenskenmerken noemen en herkennen.
Ik kan het verschil noemen tussen levend, dood en levenloos. 

Begrippen:
Organisme - levenskenmerken - dood - levenloos


Slide 4 - Tekstslide

organisme

Alle levende dingen op aarde (levende wezens) worden organismes genoemd.
Denk hierbij aan dieren, planten maar ook schimmels en bacteriën.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Biologie
De leer van het leven

Slide 7 - Tekstslide

Organisme
Een levend wezen

Slide 8 - Tekstslide

voorbeelden van organismen
mensen
dieren
planten
bacteriën
schimmels

Slide 9 - Tekstslide

Wat maakt iets levend?

Om iets een levend organisme te mogen noemen moet hij levenskenmerken of levensverschijnselen vertonen.

Wat zijn levenskenmerken? 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

7 levenskenmerken
ademhalen
voeden
uitscheiden
waarnemen
bewegen
voortplanten
groeien

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Tekstslide

levend-dood-levenloos.
levend is een organisme die levensverschijnselen vertoond.
dood is een organisme die levensverschijnselen heeft vertoond.
levenloos heeft nooit levensverschijnselen vertoond.

Slide 23 - Tekstslide

Pak je laptop van de hoek van je tafel.

Slide 24 - Tekstslide

mag je iets levenloos een organisme noemen?
timer
1:00
A
ja
B
nee

Slide 25 - Quizvraag

timer
2:30
Levend
Dood
levenloos

Slide 26 - Sleepvraag

De afbeelding is een voorbeeld van:
A
Levenloos
B
Dood
C
Levend

Slide 27 - Quizvraag


A
Ademhalen
B
Uitscheiden
C
Groeien
D
Voortplanten

Slide 28 - Quizvraag


A
Ademen
B
Bewegen
C
Groeien
D
Waarnemen

Slide 29 - Quizvraag


A
Bewegen
B
Groeien
C
Voeden
D
Waarnemen

Slide 30 - Quizvraag


A
Levend
B
Levenloos
C
Dood

Slide 31 - Quizvraag

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 14 +15
  • Maken Opdr. 1, 2, 3 en 4

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken aan Hw opdr 5 t/m 9
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zf = Werken met fluisteren
  • Geen vinger opsteken
  • De docent komt langs
  • Aan het werk
  • Fluister alleen met de persoon naast je
  • Blijf op je plek

Slide 32 - Tekstslide

Huiswerk
Maken opdr 1 t/m 9 (behalve 5)
Leren blz 14 en 15
Doorlezen blz 21 en 22

Slide 33 - Tekstslide

Wat is een organisme?

Slide 34 - Open vraag

Wat zijn de 7 levenskenmerken?

Slide 35 - Open vraag

Wat is het verschil tussen levenloos en dood?

Slide 36 - Open vraag

herhaling leerdoelen
1 Je kunt uitleggen wat een organisme is.
een organisme is een levend wezen. alles wat leeft is een organisme.

2 Je kunt de zeven levenskenmerken noemen.
bewegen, ademen, waarnemen, uitscheiden, groeien ,voorplanten en eten.

3 Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is.
levend: vertoond levensverschijnselen.
dood: heeft levensverschijnselen getoond.
levenloos: heeft nooit levensverschijnselen getoond.

Slide 37 - Tekstslide