1.3-1

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Opstarten
05 min
Werkblad tekenen
10 min
Bespreken werkblad
05 min
Uitleg paragraaf 1.3 deel 1
15 min
Maken opdr. 48 t/m 56
15 min
Nakijken opdrachten
10 min
Filmpje Klokhuis Vergrootglas
05 min
Lesafsluiting
05 min

Slide 2 - Tekstslide

Lesplanning:
  • Donderdag 24 okt:       Paragraaf 1.3 deel 1
  • Vrijdag 25 okt:                Paragraaf 1.3 deel 2
  • Donderdag 7 nov:         Paragraaf 1.4
  • Vrijdag 8 nov:                  Paragraaf 1.5
  • Donderdag 14 nov:       Herhalingsles H1
  • Vrijdag 15 nov:                SO H1 Paragraaf 1 t/m 5

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht:
Wat? Maak het werkblad
Hoe? Zelfstandig, overleggen mag fluisterend
Tijd? 10 minuten
Resultaat? Je hebt geoefend met tekeningen
Klaar? Lees paragraaf 1.3 door
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Paragraaf 1.3: Lenzen

Slide 13 - Tekstslide

Lesdoelen:
Aan het eind van de les kun je:

  • Benoemen welke lenzen er zijn
  • Beschrijven wat die lenzen met lichtstralen doen
  • De begrippen bolle lens, holle lens, convergeren en divergeren uitleggen

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Positieve lenzen:
Aan de rand dunner dan in het midden (bolle lenzen).

Negatieve lenzen:
Aan de rand dikker dan in het midden (holle lenzen).

Slide 16 - Tekstslide

Werking van lenzen

  • Een bolle lens (+) heeft een convergerende werking, dat betekent dat de lichtstralen na de lens naar elkaar toe gaan. 

Slide 17 - Tekstslide

Werking van lenzen

  • Een holle lens (-) heeft een divergerende werking, dat betekend dat de lichtstralen na de lens van elkaar af gaan. 

Slide 18 - Tekstslide

Positieve lenzen
Met een positieve lens kun je een voorwerp vergroot of verkleind afbeelden

Slide 19 - Tekstslide

Positieve of bolle lenzen

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Brandpunt - F
1
2
4
3

Slide 22 - Tekstslide

Holle lens
Een holle lens werkt divergerend: de lichtstralen gaan uit elkaar. 

Slide 23 - Tekstslide

 Lenzen
Lenzen teken je als een rechte streep met een Plus(positieve lens) of een min(negatieve lens) erboven.

Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Wat? Maak paragraaf 1.3 opdracht 48 t/m 56
  • Hoe? Werk zelfstandig binnen je groep 
  • Tijd? 15 minuten
  • Hulp? Lees blz. 29 en 30 door
  • Resultaat? Klassikaal bespreken
  • Klaar? Maak 1.3 opdracht 57 t/m 60
timer
15:00

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video