Leesmanieren

Oefentoets leesvaardigheid (2)
De manier waarop je een tekst leest, hangt af van het doel:
Je moet bijvoorbeeld iets leren. 
Je moet vragen beantwoorden over de tekst.
Je bent op zoek naar informatie
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Oefentoets leesvaardigheid (2)
De manier waarop je een tekst leest, hangt af van het doel:
Je moet bijvoorbeeld iets leren. 
Je moet vragen beantwoorden over de tekst.
Je bent op zoek naar informatie

Slide 1 - Tekstslide

5 leesmanieren
1. verkennend lezen 
2. intensief lezen
3. studerend lezen
4. zoekend lezen
5. kritisch lezen

Slide 2 - Tekstslide

Welke leesmanier gebruik je als je uit een lange tekst een paar dingen wilt weten?

Bijvoorbeeld: wie in 2016 het EK Schaatsen won?
A
verkennend lezen
B
kritisch lezen
C
zoekend lezen
D
intensief lezen

Slide 3 - Quizvraag

Welke leesmanier gebruik je als je een tekst uit je schoolboek Biologie wilt begrijpen?

Slide 4 - Open vraag

Er zijn verschillende handigheidjes (strategieën) die je gebruikt voor grondig lezen! Welke hoort hier niet bij?
A
Voorspellen
B
Samenvatten
C
Concluderen
D
Ophelderen

Slide 5 - Quizvraag

Geef in een goed geformuleerde zin aan wat een woordraadstrategie is.

Slide 6 - Open vraag

Welke leesmanier gebruik je als je de hoofdzaken uit een tekst wilt halen?
A
zoekend lezen
B
verkennend lezen
C
intensief lezen
D
kritisch lezen

Slide 7 - Quizvraag

Welke leesmanier gebruik je als je een tekst wilt beoordelen?
A
Zoekend lezen
B
Globaal lezen
C
Intensief lezen
D
Kritisch lezen

Slide 8 - Quizvraag

Welke leesmanier gebruik je wanneer je wilt checken of een tekst betrouwbaar is?

Slide 9 - Open vraag

Tijdens de toets krijg je vragen over een tekst! Hoe pak je dit aan? Noem drie punten!

Slide 10 - Open vraag

Hoe pak ik de leestoets aan?
Ik lees de tekst eerst globaal: de titel, de eerste alinea, de kernzinnen van alle alinea's en de laatste alinea.
Daarna lees ik de tekst intensief. Ik ga dus eerst de tekst goed lezen, hiervoor neem ik de tijd.
Daarna kijk ik pas naar de vragen.

Slide 11 - Tekstslide

Vrijdag 2 april is de leestoets, wat ga je nog doen?

Slide 12 - Open vraag

Oefenen?
Ik ga de theorie goed doorlezen zodat ik het kan toepassen. 
Ik ga oefenen met een tekst lezen en vragen beantwoorden:
Tekst 9 op bladzijde 26
Tekst 5 op bladzijde 64
Tekst 12 op bladzijde 76
Tekst 12 op bladzijde 145
Tekst 13 op bladzijde 147

Slide 13 - Tekstslide