H2: Kapitel 3: Essen und trinken

Periode 3
  • Vlog (telt 2x mee)
  • Pw over H.3 (telt 3x mee)
                                                                        Thema: Eten en drinken 
Leerdoelen
Je kan in het Duits iets bestellen in een restaurant.
Je kan een Duits recept begrijpen.
Je kent de Duitse woorden  voor verschillende etensproducten.

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Periode 3
  • Vlog (telt 2x mee)
  • Pw over H.3 (telt 3x mee)
                                                                        Thema: Eten en drinken 
Leerdoelen
Je kan in het Duits iets bestellen in een restaurant.
Je kan een Duits recept begrijpen.
Je kent de Duitse woorden  voor verschillende etensproducten.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Ich habe schon in einem deutschen Restaurant gegessen
A
Ja
B
Nein

Slide 3 - Quizvraag

Ich bin schon mal in einem Supermarkt in Deutschland gewesen
A
Ja
B
Nein

Slide 4 - Quizvraag

Welche
Gerichte/ Getränke
auf Deutsch kennst du?

Slide 5 - Woordweb

der Kuchen
die Butter
das Obst
der Käse
die Milch
der Tee

Slide 6 - Sleepvraag

das Gemüse
die Suppe
das Brötchen
das Frühstück
der Orangensaft
der Kaffee

Slide 7 - Sleepvraag

der Lachs
die Marmelade
der Schinken
der Zucker 
der Kakao
das Frühstücksei

Slide 8 - Sleepvraag


das 
Messer

der 
Löffel

die
Gabel

der 
Teelöffel

Slide 9 - Sleepvraag

Slide 10 - Video

Karla und Kai essen
Verbind op de volgende pagina de plaatjes met het juiste woord. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Woordzoeker online

Kun jij alle woorden vinden die met eten/drinken te maken hebben?

(je kunt op de beginletter van een woord klikken, dan pakt hij automatisch het hele woord)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Antwoorden woordzoeker
Apfel, Banane, Tomaten, Tee, Kaffee, Bonbons, Orange, Fisch, Kartoffeln, Pommes, Schokolade, Reis, Hamburger , Milch

14 in totaal 

Slide 15 - Tekstslide

Vragen: Nicos Weg 
1. Wat gooit de mevrouw in het begin weg omdat het over datum is?
2. Wat is de Nederlandse vertaling van het woord 'Obst'? 
3. Wat is de Nederlandse vertaling van het woord 'Frühstück'? 
4. Noteer zoveel mogelijk levensmiddelen in het Duits die in het filmpje worden genoemd. 
 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Vragen Nicos Weg 
1. Wat is een  'Schorle'? 
2. Wat biedt de mevrouw Nico aan om te eten? 
3. Welke groente eet Nico graag? 
4. Welke groente eet Nico niet zo graag? 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video