SP_PA3_P1_Gustar/Parecer/Interesar 23-24

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

timer
5:00
¡Hola!

Slide 2 - Tekstslide

Doelen van vandaag
  • Werkwoorden: Gustar/Parecer/Interesar
  • Herhalen: De weg wijzen + Imperativo

Eind van de les:
  • Ik kan de imperativo gebruiken om de weg te wijzen op een simpele manier.
  • Ik kan door geven wat ik leuk of interessant vind.

Slide 3 - Tekstslide

Weet je nog?
Camina:
...todo recto.
...hacia la derecha.
...hacia la izquierda.

Gira:
...hacia la derecha.
...hacia la izquierda.

El/La ... está:
...en la calle ...
...enfrente de ...
...al lado de ...

Slide 4 - Tekstslide

Gustar/Parecer/Interesar

Slide 5 - Tekstslide

Gustar/Parecer/Interesar
GUSTAR
PARECER
INTERESAR
Leuk vinden, lekker vinden, 
van iets/iemand houden
lijken (opinie)
Interessant vinden

Slide 6 - Tekstslide

Gustar: Leuk/lekker vinden
GUSTAR
Zelfstandig naamwoord
A mí + me
Leuk vinden, lekker vinden, van iets/iemand houden
Werkwoord
[A mí] me gusta...

Slide 7 - Tekstslide

- ¿Qué te gusta hacer?  ->A mí me gusta hablar francés.

 - A mí me gustan los partidos de fútbol.

- A mí me gusta el hip hop.

 Ejemplos

Slide 8 - Tekstslide

¿Qué te gusta hacer?

Slide 9 - Open vraag

Interesar: Interessant vinden
INTERESAR
Zelfstandig naamwoord
A mí + me
Interessant vinden
Werkwoord
[A mí] me interesa...

Slide 10 - Tekstslide



- ¿Qué te interesa hacer?->A mí me interesa leer manga.

- A mí me interesan los museos de arte.

- Me interesa aprender español.

 Ejemplos

Slide 11 - Tekstslide

¿Qué films te interesan?

Slide 12 - Open vraag

Parecer: Lijken
PARECER
Bijvoeglijke naamwoord
A mí + me
opinie geven, lijken
bijwoord

Slide 13 - Tekstslide

¿Qué te parece la chica nueva?
        -> A mí me parece bien.
        -> A mí parece simpática.

A mí, la chica nueva me parece simpática.

A él, la clase de biología le parece interesante.

 Ejemplos

Slide 14 - Tekstslide

¿Qué te parece TikTok?

Slide 15 - Open vraag

GUSTAR/INTERESAR/PARECER
GUSTAR
INTERESAR
PARECER
A mí
me
gusta(n)
interesa(n)
parece(n)
A tí
te
gusta(n)
interesa(n)
parece(n)
A él/ella
le
gusta(n)
interesa(n)
parece(n)
A nosotros
nos
gusta(n)
interesa(n)
parece(n)
A vosotros
os
gusta(n)
interesa(n)
parece(n)
A ellos
les
gusta(n)
interesa(n)
parece(n)

Slide 16 - Tekstslide

Zoek en schrijf de vertaling van de volgende woorden:
naar, van, met, en, vanaf, tot, daarom, maar

Slide 17 - Open vraag

Wat heb je vandaag geleerd?
Noem minstens 2 dingen!

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

¡A leer!
- Lees de tekst Escuchar A (H1, p. 7):

                 En la oficina de turismo

- Maak de activiteiten online of in je werkboek

Slide 20 - Tekstslide

¡Hasta la próxima!

Slide 21 - Tekstslide