Th3 Unit 6 tag questions/gerund + werkuurtje 8 juni

Welcome!
Today we will learn how you ask for confirmation using short questions and how to use a gerund or infinitive
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome!
Today we will learn how you ask for confirmation using short questions and how to use a gerund or infinitive

Slide 1 - Tekstslide

Tag questions
- We use tag questions to ask for confirmation
- When the sentence is positive (bevestigend) your tag question is negative (ontkennend) 
> herhaal het werkwoord uit de zin ook weer in de tag question!
> Verander het zelfstandig n.w. naar een persoonlijk v.n.w.

The weather was terrible yesterday, wasn't it?

Slide 2 - Tekstslide

English is a great language, ........
A
are it?
B
right?
C
is it?
D
isn't it?

Slide 3 - Quizvraag

Tag questions
Soms (als er geen hulpwerkwoord in de zin staat) moet je het werkwoord vervangen door do/does of don't/doesn't of did/didn't

You really like Disney movies, don't you?

Slide 4 - Tekstslide

You love to play games, .......
A
don't you?
B
do you?
C
does you?
D
doesn't you

Slide 5 - Quizvraag

Tag questions
Hetzelfde geldt voor het tegenovergestelde: als de zin negative (ontkennend) is, gebruik je een positive (bevestigend)tag question! 

The order wasn't delivered on time, was it?


Slide 6 - Tekstslide

Make a sentence with a tag question

Slide 7 - Open vraag

Gerund and Infinitive
How to use?
Gerund: verb+ing used as a noun
Eating in class is not allowed.

Infinitive: to+verb 
I hate to tell you lies

Slide 8 - Tekstslide

Gerund and Infinitive
When to use?
Gerund:
- Als onderwerp/ lijdend voorwerp
- na voorzetsels/ vaste uitdrukkingen 
- na werkwoorden zoals enjoy, hate, love, prefer, start, stop bij iets wat iemand vaak (of niet langer meer) doet
In andere gevallen: Infinitive na genoemde werkwoorden

Slide 9 - Tekstslide

Gerund or Infinitive
Uitzondering:

                                              Gerund: verwijzing naar verleden
Remember                       I remember seeing him yesterday
                                             
                                              Infinitive: moet nog gebeuren
                                              I must remember to visit him

Slide 10 - Tekstslide

Gerund or infinitive?
Smoking in public places should be banned
A
Gerund
B
infinitive

Slide 11 - Quizvraag

Gerund or infinitive?
I must remember to see him before he travels to America.
A
Gerund
B
Infinitive

Slide 12 - Quizvraag

Time to work! (in silence)
- To practise today's grammar:
Work on ex. 28 and 32, you can use SB 3.1 on p. 100 to help you (homework for this week) ex. 39 and 41 using SB 1.10 on p. 129 (homework next week)
- To practise grammar we already discussed:
Extra exercises bij bronnen (werkwijzer)
- To keep up:
Make sure you finished the homework from previous weeks and study the words/expressions!

Slide 13 - Tekstslide