Daar wordt aan de deur geklopt,
hard geklopt, zacht geklopt.
Daar wordt aan de deur geklopt.
Wie zou dat zijn?
Wees maar gerust, mijn kind.
Het is de goede Sint.
Hij is hier voor jou en mij.
Kom er maar bij!
Want die lieve Sinterklaas,
Sinterklaas, Sinterklaas,
heeft voor jou, mijn kleine baas,
vast een cadeau.
Kent jouw verlanglijstje.
Wees maar niet bang, meisje.
Hij maakt alle kinderen blij.
Kom er maar bij!