MYP3 II vrijdag 8 december

MYP3 II
vrijdag 8 december
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2BasisschoolGroep 8

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

MYP3 II
vrijdag 8 december

Slide 1 - Tekstslide

In de kring

       +              -

Slide 2 - Tekstslide

Inhoud
Kring
Kaartjes met woorden
internet

Slide 3 - Tekstslide

Kring
Hoe ver ga je deze kerst reizen?
Kaartjes met woorden verzamelen
Internet

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Woordweb

Een spreekwoord is:
A
een grapje
B
een korte zin met een waarheid of wijsheid
C
slechte woorden/schelden
D
iets wat letterlijk wordt bedoeld

Slide 7 - Quizvraag

Beter laat dan nooit.
A
Je kan het beste te laat komen.
B
Kom niet op tijd.
C
Het is beter om iets te doen, dan het helemaal niet te doen.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is geen Nederlandse politieke partij?
A
PvdA
B
VVD
C
PvdB
D
BBB

Slide 9 - Quizvraag

Hij studeert hard voor zijn examens. Die is volgende week.
A
Die zijn volgende week.
B
Hij studeren ....

Slide 10 - Quizvraag

Wanneer is het pakjesavond?
A
11 november
B
6 december
C
5 december
D
24 december

Slide 11 - Quizvraag

schrijven
_________ jij?
A
schrijv
B
schrijf
C
schrijvt
D
schrijft

Slide 12 - Quizvraag

schrijven

Zij heeft een hele tekst ....
A
geschrijven
B
geschreven

Slide 13 - Quizvraag

Ik steek het licht aan
A
omdat wil ik lezen een boek.
B
omdat ik wil lezen een boek
C
omdat ik een boek wil lezen

Slide 14 - Quizvraag

Ik ben te laat
A
omdat mijn fiets was stuk
B
omdat mijn fiets stuk was
C
omdat stuk mijn fiets was

Slide 15 - Quizvraag

Hij heeft me verteld dat
A
hij goed kan zwemmen.
B
hij kan goed zwemmen.
C
hij zwemmen kan goed.

Slide 16 - Quizvraag

Sprookjes beginnen altijd met...
A
En lang geleden gebeurde het...
B
er was eens ....
C
in een heel ver verleden...
D
het goede antwoord staat er niet bij.

Slide 17 - Quizvraag

Bij welk sprookjesfiguur paste het glazen muiltje?
A
Sneeuwwitje
B
Doornroosje
C
Assepoester
D
Roodkapje

Slide 18 - Quizvraag

De grieken kenden veel verhalen over goden, helden en vreemde wezens. Hoe noem je die verhalen?
A
Legenden
B
Sagen
C
Sprookjes
D
Mythen

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste doel van
een volksverhaal
A
Amuseren
B
Informeren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 20 - Quizvraag

9. Wanneer speelt het sprookje, 'Het meisje met de zwavelstokjes' zich af?
A
Kerstavond
B
1e Kerstdag
C
2e Kerstdag
D
Oudejaarsavond

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Video

Slide 23 - Link

Daar wordt aan de deur geklopt,
hard geklopt, zacht geklopt.
Daar wordt aan de deur geklopt.
Wie zou dat zijn?
Wees maar gerust, mijn kind.
Het is de goede Sint.
Hij is hier voor jou en mij.
Kom er maar bij!


Want die lieve Sinterklaas,
Sinterklaas, Sinterklaas,
heeft voor jou, mijn kleine baas,
vast een cadeau.
Kent jouw verlanglijstje.
Wees maar niet bang, meisje.
Hij maakt alle kinderen blij.
Kom er maar bij!

Slide 24 - Tekstslide

Schrijfopdracht

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

Slide 28 - Tekstslide

stencil Klare Taal, 
bijvoegelijk naamwoorden

Slide 29 - Tekstslide