2.8 Landschappen in Nederland

Lesdoelen

- Uitleg paragraaf 2.8
- Verwerken leerdoelen
- Verwerken opdrachten werkboek
- Controle leerdoelen
Leerdoelen

- Je kunt de grootste verschillen tussen hoog en laag NL aangeven

- Je weet hoe verschillende landschappen in NL zijn ontstaan

- Je kunt landschappen verdelen onder hoog en laag NL
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Lesdoelen

- Uitleg paragraaf 2.8
- Verwerken leerdoelen
- Verwerken opdrachten werkboek
- Controle leerdoelen
Leerdoelen

- Je kunt de grootste verschillen tussen hoog en laag NL aangeven

- Je weet hoe verschillende landschappen in NL zijn ontstaan

- Je kunt landschappen verdelen onder hoog en laag NL

Slide 1 - Tekstslide

Leg uit wat bedoelt wordt met 'NL is het afvoerputje van Eurpa'

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

NAP
Normaal Amsterdams Peil
Alles wat hoger ligt dan 1 meter boven de NAP.
  • Hoog-Nederland: zee heeft geen invloed in het landschap.

Alles wat lager ligt dan 1 meter boven de NAP.
  • Laag-Nederland: de zee had invloed in het landschap.


Slide 5 - Tekstslide

Hoog NL

Boven 1 NAP
Invloed van gletsjers

Laag NL

Onder 1 NAP
Meer kustbescherming
Meer water

Slide 6 - Tekstslide

Hoe ziet het eruit?

NAP

Slide 7 - Tekstslide

Wat doen we ertegen? 
- Dijken!
- Wateropslag

Slide 8 - Tekstslide

Wat doen we ermee? 
Inpolderen!

bv.
Beemsterpolder
Noordoostpolder
Haarlemmermeerpolder

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Welk begrip past bij de vraag over loss en zand?
A
Erosie
B
Verwering
C
Sedimentatie

Slide 16 - Quizvraag

Stuwwallen

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Welk begrip hoort er vooral bij gletsjers?
A
Verwering
B
Erosie
C
Sedimentatie

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Wat is rivierklei?
- Rivierklei bestaat uit kleimineralen. Kleine deeltjes die over 
zijn gebleven na erosie van gesteenten.
- Kleiplaatjes hebben een platte vorm en kunnen dicht op elkaar kleven. 
- Hierdoor wordt water lang vast gehouden en blijft 
het een natte bodem
- Klei wordt door de rivier afgezet 
(afzetting) en komen daarom alleen 
in stroomgebieden van een rivier voor.


Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video