1.1 & 1.2

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 3

Krachten

Krachten herkennen

- Verandering van vorm

- Verandering van richting

- Verandering in snelheid

Krachten veroorzaken vormverandering

Krachten kun je niet zien, wel de uitwerkingen ervan

1: Snelheidsverandering

2: Richtingverandering

3: Vormverandering: elastisch en plastisch

Soorten krachten

Welke krachten ken jij?

Zwaartekracht

Normaalkracht

Spierkracht

Wrijvingskracht

Spankracht en spierkracht

Veerkracht

Krachten teken je op schaal: 1cm = ... N

F (van force) 

Omdat er zoveel soorten krachten zijn krijgen veel krachten een kleine letter extra:

Fz = zwaartekracht                                              Fv = veerkracht

Fn = normaalkracht                                              Fs = spankracht

Fspier = spierkracht

Fwr = wrijvingskracht

enzovoort

zwaartekracht berekenen

Fz = m * g

m = massa altijd in kg

op aarde is g gemiddeld 9,81 N/kg.

g wordt ook wel de valversnelling genoemd.

voorbeeldvraag

Een appel van 150 gram ligt op een tafel.

Bereken hoeveel kracht de zwaartekracht uitoefent op de appel.

Fz = m * g

m = 150 /1000 = 0,15 kg

Fz = 0,15 * 9,8 = 1,47 N

Zwaartekracht

Pijl tekenen:

• Begin: in het zwaartepunt
• Richting: naar beneden
  
• Grootte: hoe zwaarder hoe groter

Zwaartekracht

Pijl tekenen:

• Begin: in het zwaartepunt
• Richting: naar beneden
  
• Grootte: hoe zwaarder hoe groter

Zwaartekracht

Pijl tekenen:

• Begin: in het zwaartepunt
• Richting: naar beneden
  
• Grootte: hoe zwaarder hoe groter

Zwaartekracht

Pijl tekenen:

• Begin: in het zwaartepunt
• Richting: naar beneden
  
• Grootte: hoe zwaarder hoe groter

Wat is de afkorting van kracht

1. f
2. S
3. F
4. K

Wat is de eenheid van krachten

Waarom is een krachtenschaal belangrijk?

1. Dan weet je welke kracht je gaat gebruiken
2. Dan weet je hoeveel krachten er zijn.
3. Dat is gewoon handig.
4. Dan weet je hoe lang je een pijl moet tekenen.

Een doos van 10 kg staat op tafel.
Bereken de zwaartekracht ervan

1. 98,1 N
2. 9,81 N
3. 0,981 N
4. 9810 N

Een doos van 10 kg staat op tafel.
Bereken de zwaartekracht ervan

1. 98,1 N
2. 9,81 N
3. 0,981 N
4. 9810 N

Een doos van 250 gram staat op tafel.
Bereken de zwaartekracht ervan

1. 2,45 N
2. 24,5 N
3. 2452,5 N
4. 245,25 N