Beantwoord de vragen en let daarbij op de plaats van het persoonlijk voornaamwoord bij de Perfect en de Gerundio.
1. María, ¿has hecho ya las maletas? ( Heb je de koffers al gemaakt/ ingepakt?)
- Sí, ya las he hecho. ( Ja, ik heb ze al gemaakt/ ingepakt)
- En este momento las estoy haciendo. (Vóór estar) ( Ik ben ze nu aan het maken/ inpakken)
- En este momento estoy haciéndolas. (Achter gerundio) ( ik ben ze nu aan het maken/ inpakken)