examenvoorbereiding
CSE ges
1 / 16
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
CSE ges
Slide 1 - Woordweb
Wanneer is het centraal schriftelijk examen?
A
13 mei
B
16 mei
C
17 mei
D
19 mei
Slide 2 - Quizvraag
Hoeveel vragen ongeveer?
A
25-27
B
28-29
C
30-31
D
31-33
Slide 3 - Quizvraag
Hoe lang duurt het examen? (zonder tijdverlenging)
A
100 min
B
120 min
C
160 min
D
180 min
Slide 4 - Quizvraag
Welke historische context hoort NIET bij de examenstof?
A
Nederland 1948-2008
B
Duitsland 1918-1991
C
Koude Oorlog 1945-1991
D
Britse Rijk 1620-1900
Slide 5 - Quizvraag
Waartoe moet het leren van kenmerkende aspecten leiden volgens de overheid? Eén antwoord hoort er NIET bij.
A
Oriëntatiekennis
B
Chronologie
C
Overzicht van de afgelopen eeuwen
D
Detailkennis van de afgelopen eeuwen
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de verdeling tussen ka's en hc's op het examen?
A
15%-85%
B
25%-75%
C
35%-65%
D
40%-60%
Slide 7 - Quizvraag
Bij hoeveel procent van de vragen op het CSE in 2018 werden de ka's letterlijk teruggevraagd?
A
5%
B
13%
C
18,5%
D
22%
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de goede volgorde van onderwerpen op het CE?
A
eerst de ka's, daarna hc's
B
ka's en hc's chronologisch door elkaar heen
C
eerst de hc's, daarna de ka's
Slide 9 - Quizvraag
Het examen bestaat uit domeinen. Wat hoort NIET bij A: historisch besef?
A
Tijd
B
Interpretatie
C
Oriëntatiekennis (ka's)
D
Betekenis voor nu
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Tijd
Interpretatie
Betekenis voor nu
Chronologie
causaliteit
continuïteit en verandering
Bron en vraagstelling
standplaatsgebondenheid
Oordelen
Slide 12 - Sleepvraag
Maak een ranking voor jezelf van meest makkelijk naar meest moeilijk: chronologie, bronvragen, causaliteit, standplaatsgebondenheid, kenmerkende aspecten
Slide 13 - Open vraag
Ik moet het meest aan de slag met....
kenmerkende aspecten
bronvragen
formuleren van antwoorden
historische contexten in detail
chronologie
Slide 14 - Poll
Wat heb je nodig aankomende tijd?
