Les klas 3 - vraagwoorden

Bonjour & bienvenue 3thv
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bonjour & bienvenue 3thv

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Les buts

  • Ik kan op 3 verschillende manieren vragen stellen in het Frans 
  •  Ik kan vragen stellen in het Frans m.b.v. vraagwoorden

Slide 5 - Tekstslide

VRAAGZINNEN VRAAGWOORDEN


Tu as un chien

Slide 6 - Tekstslide

Poser des questions
Tu as un chien?
As-tu un chien?
Est-ce que tu as un chien?

       Wat valt je op? / Wat zou de regel zijn?               

Slide 7 - Tekstslide

Wat valt je op? / Wat zou de regel zijn?

Slide 8 - Open vraag

Regel
Als je een vraag wilt formuleren:
  1.  Mag je van de    .    een    ?    maken.
  2.  Kun je de zin met est-ce que beginnen.   
  3. Mag je onderwerp en persoonsvorm omkeren                   (alleen bij je/tu/il/elle/on/nous/vous/ils/elles)           

Slide 9 - Tekstslide

Let op
Est-ce que tu as un frère? 
Est-ce qu'il a un frère?    

As-tu un frère?   
A-t-il un frère?       

Slide 10 - Tekstslide

Maak onderstaande zin op 3 manieren vragend.

Vous avez un message.

Slide 11 - Open vraag

Quand
Qui
Comment
Pourquoi
Qu'est-ce que / que
Wie
Wat
Waar
Wanneer
Hoe
Waarom

Slide 12 - Sleepvraag

Voorbeelden van vraagwoorden

Wie = Qui
Hoe = Comment
Waarom = Pourquoi
Wanneer = Quand
Wat = Qu'est-ce que / Que
Waar = Où

Slide 13 - Tekstslide

Vraagzin met vraagwoord

  1.     Tu vas en Italie quand?
  2.     Quand tu vas en Italie?
  3.     Quand est-ce que tu vas en Italie?
  4.     Quand vas-tu en Italie?

Slide 14 - Tekstslide

Regel
  1.     Vraagwoord achteraan.
  2.     Vraagwoord vooraan.
  3.     Vraagwoord vooraan gevolgd door est-ce que.
  4.     Vraagwoord vooraan gevolgd door inversie.

Slide 15 - Tekstslide

Het vraagwoord Quel
Het vraagwoord quel, past zich aan bij het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.

Quel = Mannelijk Enkelvoud
Quelle = Vrouwelijk Enkelvoud
Quels = Mannelijk Meervoud
Quelles = Vrouwelijk Meervoud

Slide 16 - Tekstslide

Het vraagwoord quel

Quel = welk(e)

Quel est = wat is

Quels sont = wat zijn

Quel past zich aan het zelfstandig naamwoord aan waar het bij hoort.

Quel est ton plat (m) préféré?

Quelle est ta matière (v) préférée?

Quels sont tes pays (mv m) préférés?

Quelles sont tes villes (mv v) préférées?

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeelden:

Quel métier trouves-tu intéressant ?
Quelle est ta note la plus basse ?
Quels sont tes livres préférés ?
Quelles sont tes matières préférées ?

Slide 18 - Tekstslide

Les devoirs
Screenshot van Slim Stampen Grammaire H (TL) of I (VWO), beide opdrachten, gemiddeld 80% behaald.

* Of een andere manier om aan te tonen dat je het begrijpt.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide