Thema 11 Planten

Planten
Organen: wortel, stengel, blad;
Weefsels organen: 
  1. dekweefsel: beschermt tegen waterverlies en infecties;
  2. vaatweefsel: voornamelijk transportvaten;
  3. vulweefsel: fotosynthese, opslag en stevigheid.
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Planten
Organen: wortel, stengel, blad;
Weefsels organen: 
  1. dekweefsel: beschermt tegen waterverlies en infecties;
  2. vaatweefsel: voornamelijk transportvaten;
  3. vulweefsel: fotosynthese, opslag en stevigheid.

Slide 1 - Tekstslide

Blad
Wortel
Binas 91B

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Groei en ontwikkeling
Groei: hele leven;
Daarbij kunnen organen veranderen en nieuwe organen ontstaan: ontwikkeling.
Deling vindt plaats in meristemen, in wortelpunt en stengeltop.

Slide 4 - Tekstslide

Houtachtige planten
Groei zowel in lengte als in dikte.
Dikte in ringvormig meristeem: cambium.

Slide 5 - Tekstslide

Binas 91C2

Slide 6 - Tekstslide

Ontstaan houtvat
Ontstaan bastvat

Slide 7 - Tekstslide

Plastiden
kleurstofkorrel: rood, oranje
Opslagkorrel
plastide die in het donker gevormd wordt

Slide 8 - Tekstslide

Anorganische sapstroom: houtvaten, van wortel naar boven
Binas 91B
water via wortelharen en schors naar centrale cilinder via celwanden
transporteert actief mineralen naar centrale cilinder, hierdoor maar één weg, omhoog: worteldruk

Slide 9 - Tekstslide

Waterpotentiaal
.

Waterpotentiaal zuiver water: 0MPa
oplossen van stoffen:  osmotische potentiaal negatief
toename van turgor: drukpotentiaal positief
waterpotentiaal
osmotische potentiaal
drukpotentiaal

Slide 10 - Tekstslide

Watertransport naar boven
Verdamping van water gaat via huidmondjes in bladeren. Zolang de sluitcellen van huidmondjes turgor hebben, staan deze open en gaat verdamping door.
Water gaat omhoog door onderdruk bovenin, hierdoor water naar boven gezogen, watermoleculen plakken aan elkaar: cohesiekrachten, water plakt aan houtvat door adhesiekrachten.

Slide 11 - Tekstslide

Huidmondje
In sluitcellen bladgroenkorrels: fotosynthese.
Glucose gevormd: levert energie bij verbranding voor opname K+ en Na+, osmotische waarde hoger: osmose!

Slide 12 - Tekstslide

Transport vanaf groene delen
Door fotosynthese glucose gevormd. Deze beïnvloedt osmotische waarde. Eerst omgezet in zetmeel. Gedurende nacht als sacharose getransporteerd naar vruchten (opslag als fructose), meristemen (opslag als zetmeel), knollen (opslag als zetmeel).
Voorjaar: suikertransport via houtvaten van wortels omhoog.

Slide 13 - Tekstslide

Gaswisseling
Opname en afgifte van gassen.
Huidmondjes zijn hierbij betrokken.
Uitwisseling van CO2 en O2.
Water komt via wortels, verdampt deels via huidmondjes.
's Nachts huidmondjes dicht. Ook overdag bij warme, droge of winderige omstandigheden: teveel waterverlies!

Slide 14 - Tekstslide

Chlorofyl

Slide 15 - Tekstslide

Intensiteit fotosynthese
Snelheid waarmee glucose gevormd wordt en O2 vrijkomt.
Afhankelijk  van: golflengte licht, intensiteit licht, hoeveelheid CO2, hoeveelheid water, temperatuur, hoeveelheid chlorophyl.
De minst gunstige factor is de beperkende factor.
Als factoren dezelfde waarde houden en toename van één factor zorgt voor meer fotosynthese, dan was dat de beperkende factor. 

Slide 16 - Tekstslide

Dissimilatie altijd gelijk, dag en nacht. Hoeveelheid dissimi-latie zichtbaar bij verlichtings-sterkte 0. Kost altijd 200 ml O2 per uur. Vanaf dat punt de hoeveelheid O2 beïnvloed door vorming bij fotosynthese.

Slide 17 - Tekstslide

Gevormde glucose
Gebruikt voor opbouw en herstel van de plant.
Vanuit glucose vindt voortgezette assimilatie plaats.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Mannelijk
Vrouwelijk

Slide 21 - Tekstslide

Bevruchting

Slide 22 - Tekstslide

Windbloemen
  • Groene, kleine kroonbladeren
  • Stempel en meeldraden groot en buiten bloem
  • Licht, glad stuifmeel
  • Veel stuifmeel gevormd
  • Bloemen ruiken niet
Insectenbloemen
  • Felgekleurde kroonbladeren
  • Stempel en meeldraden in bloem
  • Ruw en kleverig stuifmeel
  • Weinig stuifmeel gevormd
  • Bloemen geurig
  • Bloem bevat nectarkliertjes

Slide 23 - Tekstslide

Ongeslachtelijke voortplanting
Door mitose en celdeling, klonen zijn genetisch identiek.
Voorbeelden: vorming uitlopers, bollen, knollen.
Bollen: verdikte bladeren;
Knollen: verdikte stengels
Kunstmatige ongeslachtelijke voortplanting: 
enten, stekken, weefselkweek.

Slide 24 - Tekstslide

Signaalstoffen
Signaalstoffen

Plantenhormonen die betrokken zijn bij groeirichting, rijping of bescherming van een plant.
Auxine: beïnvloedt lengtegroei van cellen door celstrekking.
Licht vermindert aanmaak auxine, daardoor meer celstrekking aan schaduwzijde: positieve fototropie.
In worteltop zorgt meer auxine voor minder celstrekking.
Geotropie: zwaartekracht beïnvloedt groeirichting.
Ethyleen: stimuleert rijping door aanmaak pectinase en omzetting in suikers, verandering kleur.

Slide 25 - Tekstslide

Bescherming
Mechanische afweer: haren, stekels, doorns.
Chemische afweer: stoffen gemaakt waardoor  zij niet lekker zijn of dodelijk: cafeïne, nicotine.
Indirecte afweer: lokstof gemaakt waardoor natuurlijke vijand aangetrokken wordt.

Slide 26 - Tekstslide